Het zou wat zijn als de raadslieden van Volkert van der G. krijgen waar ze op mikken: strafvermindering of zelfs een niet-ontvankelijkheidsverklaring van het Openbaar Ministerie door toedoen van de opmerkingen van LPFers Mat Herben en Jim Janssen van Raay en de lijsttrekker van Leefbaar Nederland Fred Teeven. Uit het verweer van de advocaat van Volkert van der G. op de pro-formazitting, in de extra beveiligde rechtbank in Amsterdam-Osdorp, blijkt dat uitspraken van «publieke autoriteiten», van met name de LPF, een van de weinige aanknopingspunten vormen voor een effectieve verdediging. De verdediging wil aantonen dat de verdachte al is veroordeeld voordat het proces goed en wel heeft plaatsgevonden. Franken herhaalde enkele keren nadrukkelijk dat dit in strijd is met artikel zes van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat bepaalt dat eenieder voor onschuldig doorgaat totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan.
In eerdere strafzaken is gebleken dat de rechter «trial by media» als strafverminderingsgrond erkent. Als naam, toenaam en familieomstandigheden uitgebreid zijn doorgenomen in de landelijke pers, staat de publieke schandpaal voor enige jaren gevangenisstraf. Als nu ook politici zich al voor de rechtszaak over de verdachte uitspreken, is de redenering van de verdediging, dan is er sprake van oneigenlijke en onaanvaardbaar grote politieke beïnvloeding, waardoor de verdachte de mogelijkheid van een eerlijk proces is ontnomen.
Zal Franken slagen in zijn opzet? Vooralsnog heeft de rechter wel degelijk het verzoek van de verdediging ingewilligd om LPF-politici Jim Janssen van Raay en Mat Herben en lijsttrekker van Leefbaar Nederland en voormalig officier van justitie Fred Teeven te horen. Ze moeten uitleggen hoe ze weten dat Volkert van der G. lid is van een bende van vijf «gevaarlijke personen» (Herben), wat de aanwijzingen zijn voor de bewering dat de verdachte deel uitmaakt van het internationale netwerk van al-Qaeda (Janssen van Raay) en wat de doorslaggevende argumenten zijn om te beweren dat Volkert een geoefend schutter is die onmogelijk in zijn eentje kan hebben gehandeld (Teeven).
De laatste had er zeker niet op gerekend te worden gehoord. Hij was nog officier van justitie toen hij zijn bewering op 12 mei deed. Drie dagen later werd hij in de Tweede Kamer gekozen. Maar Teeven zei afgelopen zaterdag dat hij al op 10 maart een buitengewoon verlof had gekregen, opdat hij, alhoewel inmiddels een belangrijk publiek persoon, «vrijuit kon praten».
De scheiding der machten, en zeker die tussen rechtsprekende en wetgevende macht is een belangrijk leerstuk, maar daar lijken de juristen Teeven en Janssen van Raay zich maar matig van bewust.
De rechtszaak Van der G. doet totnogtoe denken aan de begindagen van een van de meest sensationele rechtszaken van de vorige eeuw. Ook in de zaak van de Amerikaanse staat tegen O.J. Simpson scheen de bewijslast aanvankelijk overweldigend en stond de verdediging voor een schier onmogelijke taak. Het hele Amerikaanse volk had op televisie kunnen zien hoe Simpson vluchtte van de plaats van het misdrijf, met bloed op zijn kleding en in zijn auto. En ook in deze zaak vormde DNA-materiaal een deel van de loodzware bewijslast. Toch wist de verdediging twijfel te zaaien over de opsporingsmethoden van het openbaar ministerie en de politie, die ook nog eens aantoonbaar uit bevoordeelde racisten bleek te bestaan. Het overwegend blanke opsporingsapparaat van Los Angeles kreeg uiteindelijk de zwarte Piet toegespeeld en Simpson werd vrijgesproken.
Vrijspraak of forse strafvermindering in de zaak-Volkert van der G. zal grote maatschappelijke gevolgen hebben. Het kan de ultieme katalysator zijn van alle onvrede in de samenleving tegen de zogenaamde «gevestigde macht», de overheid, het rechtssysteem in het bijzonder en Nederland in het algemeen. Stille tochten zijn nog maar het minste wat daarbij mag worden verwacht. De LPF zal na vrijspraak kunnen rekenen op een nog grotere verkiezingsoverwinning dan die de partij behaalde op 15 mei. Maar als de vrijspraak of strafvermindering langs de lijnen zal verlopen die advocaat Franken nu heeft uitgezet, zal dat, paradoxaal genoeg, betekenen dat de lpfers zelf verantwoordelijk zijn voor een mild vonnis.
Rechtsgeleerden denken dat het vooralsnog niet zon vaart zal lopen. De tactiek van Franken en zijn advocatenkantoor is vooral effectief in landen waar juryrechtspraak bestaat, zoals het Amerika van O.J. Simpson. Het proces politiseren is een vindingrijke laatste optie voor de raadslieden van Volkert, maar het is wellicht ook een zwaktebod.
De vraag of Volkert van der G. schuldig is aan het vermoorden van Pim Fortuyn zal voor de rechter hoogstwaarschijnlijk minstens zo belangrijk blijken als de politieke beïnvloeding van de procesgang.
Al is het waar dat Volkert van der G. in de media allang is veroordeeld, waarmee maar is aangetoond dat artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in deze tijd vooral bestaat uit een verzameling mooie woorden.