We kunnen ons zorgen maken over de oorzaken, ons verdiepen in een beleid dat deze ontwikkeling een wending ten goede zou kunnen geven, maar dit is het historische feit. Weliswaar heeft de progressieve kandidaat Alexander van der Bellen met 51,9 procent van de stemmen gewonnen, waarbij zijn tegenstander Norbert Hofer 48,1 procent kreeg, maar dit verschil is niet groot genoeg om de natie op een herkenbaar progressief spoor te zetten. Met deze uitslag is het waarschijnlijker dat de Oostenrijkse politiek een trend gaat volgen die zich steeds verder over het Westen verbreidt.
In Nederland is deze ontwikkeling begonnen met de opkomst van Pim Fortuyn die in een fiasco is geëindigd maar daarna door Geert Wilders met stijgend succes is voortgezet. In Frankrijk heeft Marine Le Pen haar partij tot een gevreesde politieke macht uitgebouwd. In Duitsland is het verzet tegen het gevestigde bestel pas goed begonnen met de anti-immigratiebeweging Pegida, die nu ook een vertakking in Nederland heeft. Daarna is de partij Alternative für Deutschland opgericht. Intussen bestaan in alle Midden-Europese landen soortgelijke formaties. Daaruit blijkt al hoe gebrekkig de Europese politiek in zijn geheel op de vluchtelingenstroom was voorbereid. In feite komt Oostenrijk in deze ontwikkeling achteraan, waarbij bewezen is dat een kleine meerderheid nog niet in paniek is geraakt. Maar de oorzaken van de nieuwe verwarring blijven onverminderd bestaan.
Toen de vluchtelingencrisis onstuitbaar leek, heeft bondskanselier Angela Merkel haar gevleugelde woorden gesproken. ‘Wir schaffen das.’ Dat moeten we nog afwachten. Het opnemen van miljoenen armlastige volslagen vreemdelingen, met een andere taal en godsdienst, andere gewoonten, is al een opgave die jaren zo niet generaties vergt. Daarvoor moet dan de ontvangende partij op langere termijn een vastberaden eenheid zijn, terwijl de taak waarvoor ze zich gesteld ziet zijn grenzen moet hebben. Aan een oeverloze opgave begint in deze tijd niemand.
Maar juist aan een geloofwaardige begrenzing ontbreekt het in dit geval. The Economist had vorige week een speciale bijlage over de Arabische wereld. We kennen het al van de dagelijkse televisie, maar het is goed zo’n dagelijkse verwoesting nog eens deskundig beredeneerd te zien. Alle partijen vechten tegen alle partijen en er is geen macht ter wereld die er een eind aan kan maken. Noord-Afrika is de permanente bron van de vluchtelingenstroom en geen westers land of bondgenootschap is meer in staat of bereid tot ingrijpen.
Het Westen heeft nog een vitaal probleem dat op het ogenblik in de Amerikaanse verkiezingscampagne door het succes van Donald Trump steeds duidelijker zichtbaar wordt. In de loop van zijn opmars heeft hij met zijn directe manier van uitdrukken, de ongeremdheid van zijn vijandschappen en de lijst van zijn hoogste prioriteiten steeds duidelijker laten zien dat hij het prototype van de populist is. Daarmee heeft hij een onverwacht groot succes bereikt. Het is niet uitgesloten dat hij de volgende president wordt.
Verstandige kiezers denken dat president Trump een ramp zal zijn, maar het is mogelijk dat zij een minderheid zijn geworden. Amerika is veranderd, niet meer de machtigste natie ter wereld, maar wel een klassenmaatschappij in aanbouw, met groeiende ongelijkheid in welvaart, gezondheidszorg, rechtspleging. Onder de kiezers neemt het onbehagen toe, en dat wordt door Trump met zijn rauwe taal en optreden het best onder woorden gebracht. In dit opzicht is Amerika vergelijkbaar met Europa. Hier zijn de politieke partijen in verval, de bureaucratie woekert, de openbare orde kalft af, Brussel heeft zijn geloofwaardigheid verloren en er is geen politicus of partij die een overtuigende uitweg weet. Behalve de populisten die door een politieke toverkracht bezield lijken en daardoor steeds sterker worden. De tijd nadert dat de proef op de som wordt genomen.