
Maar het is, zoals dat bij een poppenhuis betaamt, allemaal namaak en bestaat uit schrootjes en karton, de muren zijn behangen met plakplastic, het marmer is onhandig gekliederd. Het is een monumentale paradox: een kasteel is teruggebracht tot een serie kleine hokjes waar toch een heel operagezelschap in kan worden gepropt.
Dat is te danken aan de jonge regisseur Daniël van Klaveren, die ik ken uit het jongerentoneel, onder meer van een subtiele voorstelling over de zus van Mozart. Nu heeft hij een vooral feestelijke voorstelling gemaakt van diens opera uit 1786 over de bruiloft van Figaro, geschreven door librettist Lorenzo da Ponte naar het beroemde toneelstuk van Beaumarchais. Er is daarbij nu eens niet voor actualisering en moderne kostuums gekozen, maar voor een achttiende-eeuwse aankleding, met een flinke knipoog en sterk aangezet, ook in het opvallende kap- en grimewerk en in de fraaie kostuums van Marrit van der Burgt. Hierdoor zijn de personages tegelijk houterige poppen en springlevende, herkenbare mensen, met hun verlangens, wantrouwen, teleurstelling, jaloezie en opluchting. Zelfs de leden van het koor zijn in de handeling gepast, als een heel legertje dienstbodes, bediendes en keukenmeiden, die het gedoe van de adel kritisch bekijken en zo nodig parodiëren. De klassentegenstellingen komen hierdoor scherp uit en vooral het verwerpelijke, adellijke ius primae noctis, dat de graaf net heeft afgeschaft en toch zo graag nog een keer op de mooie kamermeid Susanna zou toepassen.
De drie jaar geleden uit een fusie gevormde Philharmonie Zuidnederland speelt prachtig onder dirigent Arjan Tien en alle solisten, bijna allemaal jong, spelen en zingen bijzonder goed: Anna Emelianova is een innemende Susanna, Nikos Kotanidis een opvliegende Figaro, Anna Stylianaki een mooie en nog jonge gravin, Rubèn Plantinga een soms wanhopige graaf Almaviva en de piepjonge Veerle Sanders een slungelige, jongensachtige Cherubino. Opvallend is ook het vroegwijze meisje Barbarina van de Nederlands-Iraanse sopraan Lilian Farahani, die een grote rol in de handeling heeft en de enorme deuren van de poppenkast mag helpen open- en weer dichtdoen.
Een feestelijke voorstelling bij het 25-jarig jubileum van Opera Zuid, dat in meestal toegankelijke en populaire opera’s veel jonge talenten aan bod laat komen. Het is ook het afscheid, na twaalf jaar, van artistiek leider Miranda van Kralingen, die in deze Nozze schittert als de oudere Marcellina, die met Figaro wil trouwen tot ze beseft dat ze eigenlijk zijn moeder is. Er worden ook noten gekraakt over de verhouding tussen mannen en vrouwen en tussen de sociale klassen. Na het vrolijke einde waarin alles goed lijkt te zijn gekomen, knakken de zangers één voor één als poppen in elkaar, als om te illustreren hoe fragiel het met elkaar samenleven is, of het nu van poppen is of van mensen.
Le nozze di Figaro van Opera Zuid is nog te zien t/m 13 december; operazuid.nl
Beeld: Le nozze di Figaro van Mozart bij Opera Zuid (Morten de Boer)