God wil niet dood
Met toenemende verbazing las ik Aart Brouwers artikel ‘God wil niet dood’ (De Groene Amsterdammer, 21 augustus). Wanneer er over godsdienst wordt geschreven moet je je immer afvragen: wat wil de schrijver van het artikel ons zeggen? Ik ben daar, zonder flauw te doen, niet achtergekomen. De boeken van Dawkins, Hitchens en Harris, die ik met veel interesse heb gelezen, worden op een eenvoudige manier, met net iets te veel argumenten ad hominem, weerlegd. Het lijkt er regelmatig op dat Brouwer, koste wat het kost, godsdienst wil verdedigen. Zo citeert hij de Britse theoloog Alistar McGrath om zijn verhaal kracht bij te zetten. Daarmee verdedigt hij een waan door degene die in die waan gelooft te vragen of de waan waar is.
Brouwer stelt zelfs zonder te blozen dat de conflicten in Noord-Ierland en tussen Israël en de Palestijnen geen godsdienstoorlogen zijn maar over land en zelfbeschikking gaan. Wanneer alle joden in Israël zich bekeren tot de islam, dan is het probleem opgelost. Het is immers inherent aan godsdienst dat er een radicale scheiding is tussen jou en de andersdenkende. De in jouw ogen ongelovige kun je niet op je grondgebied tolereren. Een ieder die in de jaren vijftig, zestig in Nederland kerkelijk is opgevoed kent de diepe aversie tegen andersgelovigen. En zo weet heden ten dage iedere Palestijn van huis uit dat de staat Israël eraan moet geloven (en vice versa).
Wat de wenkbrauwen nog het meest deed fronsen is Brouwers stelling dat moderniteit en godsdienst niet onverenigbaar zijn. Leg je oor te luisteren bij het orthodoxe volksdeel (en zeg nu niet dat dit maar een minderheid is, zij zijn de harde kern in CU en CDA, en het CDA rules…) en je vindt weinig terug van werkelijke vrijheid van meningsuiting en zelfbeschikking: fundamentele niet-religieuze (want onverenigbaar met religie) waarden van onze samenleving. Om ook maar eens met een stelligheid te smijten: vrijheid van meningsuiting en zelfbeschikking zijn per definitie niet in goede handen bij gelovigen, hoe oppassend deze volgens Brouwer ook zijn. Moet ik voorbeelden aanhalen van de meningen van enkele CDA-ministers? Dat God niet dood te krijgen is, ach, een beetje atheïst zal dit snel toegeven. Maar kom met betere argumenten dan het in een paar bladzijden drie boeken die atheïsme verkondigen, wegzetten als kletskoek.
PAUL BRUSSEE, Alkmaar
Proust
In het artikel ‘Het vergulden van de lijst’ van Maarten van Buuren (De Groene Amsterdammer, 31 juli) wordt gesteld: ‘De homoseksuele jood Proust was bereid zijn ras en zijn homoseksualiteit te verloochenen (…).’ Ik wil er nadrukkelijk op wijzen dat het jodendom géén ras is maar een religie. Dat er helaas ideologieën waren (u wel bekend) die er een ras van hebben gemaakt, wil niet zeggen dat dit ook zo is. Mij lijkt dat we erg moeten opletten met het gebruiken van dit soort termen. Voor je het weet wordt weer een andere godsdienst tot ras bestempeld.
ELISE OOSTERBAAN, Maastricht