Kantlijn
Ik snak naar het moment waarop De Groene Amsterdammer de opmaak van het laatste deel overboord kiepert. Welke boeken besproken worden of waar het over gaat wordt alleen duidelijk als je de stukken al gelezen hebt, de gebeurtenissen die in de kantlijn at random worden rond gestrooid zijn kinderachtig en gratuit. Keert op uw schreden terug!
MAARTEN DOORMAN, Amsterdam

Das Tier
Sinds Rilke is de eenhoorn, als symbool van onschuld en schoonheid, niet meer weg te denken uit ons esthetisch bewustzijn, schrijft Wim Gerritsen in zijn erudiete bijdrage over het fabeldier (in De Groene Amsterdammer van 3 juni). Rilke gaat echter welbeschouwd nog verder: hij ziet de eenhoorn als voorstelling van het niet-zijnde waarmee het fabeldier een utopische dimensie wordt gegeven.
In Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge worden de zes tapijten, die nu onder de naam La Dame à la Licorne bekend zijn en oorspronkelijk eind vijftiende eeuw toebehoorden aan de familie Le Viste, uitvoerig beschreven. De dame wordt geflankeerd door een leeuw en een eenhoorn die respectievelijk kracht en maagdelijkheid symboliseren. De dame plukt op het ene tapijt bewust anjers (géén rozen!) om wille van de kleur en slechts de eenhoorn begrijpt haar keuze. Er klinkt op een ander tapijt orgelmuziek die de leeuw slechts met moeite verdraagt maar waarvan de harmonie de eenhoorn diep beweegt. Op weer een ander tapijt grijpt haar ene hand het vaandel, terwijl de andere hand van de dame bedroefd naar de hoorn van het fabeldier tast. Ten slotte zien we de zittende dame feestelijk een spiegel voorhouden aan de eenhoorn, die steunend in haar schoot zijn eigen beeld aanschouwt van maagdelijkheid.
Rilke heeft deze scène in een brief als volgt geduid: «De eenhoorn heeft oude, met name in de Middeleeuwen voortdurend bezongen betekenissen van maagdelijkheid. Er is wel beweerd dat de eenhoorn voor de profane mens het niet-zijnde vertegenwoordigt: de eenhoorn verschijnt in de zilveren spiegel die de dame hem voorhoudt en hij verschijnt in haar, als in een tweede even zuivere en geheimzinnige spiegel.»
Het utopische toekomstbeeld van vreugde en harmonie in zuiverheid kan kennelijk alleen door de eenhoorn worden verbeeld. Het domein van de wetenschap is sinds Rilke Malte schreef elders.
HONORÉ SCHELFHOUT, Nijmegen

Crisis in Europa
Zijn artikel Crisis in West-Europa (in De Groene Amsterdammer van 3 juni) besluit Ben van der Velden met de verzuchting dat de huidige crisis het toch waard is gebruikt te worden voor nog eens een poging om te voorkomen dat de Europese landen politiek en economisch verder afhankelijk worden van Washington en Beijing. Voor het welslagen van deze aansprekende poging zullen wij ons verre moeten houden van oeverloze discussies – met een weliswaar hoog pretentiegehalte – over vóór- en nadelen van liberalisme, van vetorechten of het hebben van een Europese minister van Buitenlandse Zaken en dergelijke. Daarentegen is het wel zinvol te rade gaan bij de geest van onze tijd, die (zoals het een geest betaamt) niet als links of rechts, laat staan als progressief of conservatief te kwalificeren is. Desondanks is het geen publiek geheim dat onze tijdgeest niet tendeert naar europeanisering maar naar mondialisering. Vanuit dat gevoel is het Franse en Nederlandse nee te verklaren. Om het intuïtieve nee van de meerderheid democratisch te vertalen, zal Brussel zijn Europese koers dan ook moeten omzetten in een mondiale. Alleen daarmee is de crisis die het nee heeft veroorzaakt te bezweren. Begrijpelijkerwijs zullen onze europarlementariërs zich daarvoor allereerst een positieve kijk op het nee eigen moeten maken. Het ach en wee zal eenvoudigweg vervangen moeten worden een hosanna. Dit nu is alleszins mogelijk via het inzicht dat het nee ons Europeanen een uit gelezen kans biedt ons op het mondiale vlak positief te profileren. En wel door het mondiale VN- of vredesideaal nieuw leven in te blazen, waardoor Europa zich tot een betrouwbare hoofdrolspeler op het politieke wereldtoneel kan opwerken. Een hoofdrolspeler die – in tegenstelling tot de huidige – wereldwijd weet te inspireren en hoop weet te schenken, waardoor hij de mensheid tot gids zal zijn op democratische of geweldloze wijze.
Als antwoord op de vraag: «Hoe nu verder?», als reactie op het Franse en Nederlandse nee, is het dan ook geboden dat Brussel eensgezind koers zet op de broodnodige renovatie van de VN. Behalve dat deze zuiver democratische (want niet partijpolitiek gebonden) koers feilloos spoort met het mondialisme zal hij zonder meer kunnen rekenen op steun van alle weldenkende Europeanen.
Los van ras, geslacht, nationaliteit, maatschappelijke positie, levensbeschouwelijke gezindte en/of politieke gezindheid hangen zij immers allemaal het mondiale VN- of vredesideaal aan!
WOUTER TER HEIDE, Zwolle