Marten Toonder

Een leuk artikel over het verhaal Heer Bommel en de kneep van Knipmenis (in De Groene Amsterdammer van 5 augustus). Maar er staat een fout in. De stelling dat Heer Bommel en de kneep van Knipmenis het enige verhaal is waarin een duidelijke politieke boodschap is te vinden, is onjuist. Er zijn verhalen waarin Toonder, al of niet verhuld, zijn afkeer van bepaalde politieke stromingen beschrijft. Een goed voorbeeld daarvan is Tom Poes en de talisman, waarin de Gorgonistische Partij voorkomt, een duidelijke verwijzing naar het communisme en het IJzeren Gordijn. Termen als «makker Bommel», «De Bovenste Raad» (Opperste Sovjet), «Revolutie, markiezen wegjagen» en de naam van leider «Prepr Prolsk» kunnen toch maar op één manier worden uitgelegd. Toonder is zelfs in De Waarheid aangevallen door de CPN, waarop hij reageerde dat het hem om anarchisten ging en niet om CPN-adepten. Dat was natuurlijk een beetje flauw, want anarchisten hebben geen «gestaalde kaders» en geen kadaverdiscipline, zodat degene die dit verhaal goed las niets anders kon begrijpen dan dat het een parodie op het communisme was.

In Het wegwerk wordt geschreven over «de grote ijzeren muur in het Oosten». Zo zijn er nog wel meer (vroege) verhalen waarin Toonder een politieke boodschap heeft verwerkt. Maar om dat te staven zou ik eerst wat onderzoek moeten doen. Misschien iets voor later.

PIM OOSTERHEERT, Zoeterwoude

Museum De Bommelzolder

Zoenen

Als geboren Brabander, hoewel uit Rotterdamse ouders, moet mij van het hart dat ik de drieklapper (de drievoudige zoen, zoals beschreven in De Groene Amsterdammer van 29 juli) niet in Brabant maar pas in Amsterdam heb leren kennen. Ik ben van 1949 en zoende in mijn jeugd mijn moeder slechts één keer. Van mijn vader kreeg ik vanaf mijn tiende een hand. Vrienden van mij zoenden bij mijn weten hun moeder twee keer, hoewel ik daar nooit getuige van ben geweest, zo zelden gebeurde het.

Begin jaren zeventig, toen de Tweede Feministische Golf op streek was, werd ik voor het eerst in een Amsterdams café door een meisje uit Noord-Holland apart genomen voor de drieklapper. Vreselijk. Het is niet alleen de onzekerheid over welke wang als startpunt dient, het is ook het angstwekkende geklots van je hersens tijdens het zwenken en de kans die je daarbij loopt een hoek van een bril in je gezicht te krijgen.

Maar ook sociaal gezien is de drieklapper een onding. Los van de terugkerende onzekerheid over wie er wel en geen krijgt, mist zij terloopsheid. Iemand met wie je bijvoorbeeld een onaangenaam gesprek hebt gehad, kun je nog wel een hand geven, maar drie zoenen is hypocriet. En laat je dat daarom achterwege, dan is de boot pas echt aan, heb ik gemerkt.

Wat de geografische herkomst en de sociale functie ook moge zijn, mijn stellige indruk is dat de drieklapper ons is opgedrongen door feministen. Vrouwen namen steeds het initiatief ertoe en ik herinner me nog duidelijk hun triomfalisme over het feit dat mannen bij begroetingen veel langer met hen bezig waren dan met elkaar.

JEF DE JAGER, Beusichem