Dalrymple

Ik heb een «gewoon» abonnement. Soms lees ik uitgebreid, soms blijft de folie mij toe glinsteren en kan De Groene Amsterdammer mij niet verleiden alsnog enige kracht in te zetten om zijn jas uit te doen. Dus geen nood. Maar hoe kom ik nu «ingelogd» op de website? Of is dat slechts voorbehouden aan die krachtelozen die niet in staat zijn het polyethyleen aan flarden te scheuren? Heeft u een suggestie?

Het essay van Marius Ernsting over Dalrymple (De Groene Amsterdammer, 13 januari) was zeer lezenswaardig, ook al is het slechts gedeeltelijk een domein waarin ik enigszins thuis ben.

Twee dingen echter.

  1. Dalrymple projecteert de individuele gedragstherapie die hij gebruikt voor zijn cliëntèle op de sociale onderklasse.

  2. Dalrymple heeft één publicatie in een volstrekt onbelangrijk medisch tijdschrift: Is Information Always Good for Patients? in Nurs Times, 2000 Jun 29-Jul 5;96(26):18. No abstract available.

Dalrymple behoort tot de onderklasse van de psychiatrische wetenschap. Hij voelt zich slachtoffer en niet begrepen tussen zijn confrères.

DR. E. MEIJER, Den Dolder

In Marokko

Ik ben zeer verbaasd dat u zich verlaagt tot gratis en onnuttig etnocentrisme door het plaatsen van het artikel van Kees Beekmans «In Marokko» (De Groene Amsterdammer, 20 januari). Het verhaal zal zeker kloppen. Maar alle schuld afschuiven op pizzeria bazen en straatjochies gaat voorbij aan het feit dat het land geregeerd wordt door een theocratische monarch en een college van oelema’s (koran-interpreteerders) die wetten opstellen die maken dat vrouwen inderdaad niet met «verboden» (lees niet-moslim-) mannen over straat mogen lopen, dat er tijdens Ramadan geen alcohol verkocht en geschonken mag worden aan moslims et cetera. Het zou van meer moed getuigd hebben als hij zijn kritiek gericht had op de onderliggende structuren van ongelijkheid en sekse discriminatie.

Bovendien, als de medina van het oude Fes hem aan een sloppenwijk doet denken, betekent het dat hij geen enkele weet heeft van het specifieke sociaal-economische systeem dat ten grondslag ligt aan deze prachtige stedenbouwkundige labyrinten.

FENNEKE REYSOO, antropologe Genève

Opheffer

In De Groene Amsterdammer van 27 januari klaagt Opheffer: «Steeds vaker, als ik in een museum loop (en dat doe ik vaak) heb ik het idee dat ik tot een kleine elite behoor. Ik zie maar heel weinig ‹allochtonen› op de klassieke concerten en in de musea.»

Inderdaad: ik kan mij evenmin herinneren een echte cowboy met een Stetson op en revolvers op zijn heupen te hebben gezien in een museum. Of een Fransman met een onvervalste alpino op zijn hoofd en een stokbrood onder zijn arm. En Duitsers met Leder hosen mijden onze concerten ook al als de pest, net als de Lappen met hun spannen rendieren.

Het is nog veel erger: ooit een Rotterdamse havenwerker in overall gezien in een cultuur tempel? Of een autochtone Zeeuw met de klei nog aan zijn klompen?

EVERT STARINK, Rotterdam