Amos Oz
Met veel genoegen las ik de bespreking van Jacq Vogelaar over het boek van Amos Oz (De Groene Amsterdammer, 27 januari), waar ik ook intens van heb genoten. Jammer alleen dat Vogelaar geen woord schrijft over de vertaling. Ik lees zelden vertalingen, maar het Hebreeuws ben ik niet machtig, dus dan moet het wel. In veel Nederlandse vertalingen uit het Hebreeuws heb ik het gevoel dat ik de oorspronkelijke taal door het Nederlands heen lees. Maar wat Hilde Pach met het boek van Amos Oz heeft gedaan is ronduit briljant.
Ik heb de Engelse vertaling niet gelezen, maar ik heb van verschillende kanten gehoord dat zij niet aan de Nederlandse kan tippen. Jammer dat zon voortreffelijk werk in de recensie geen waardering vindt. Als ik het voor het zeggen had, zou Hilde Pach hiervoor de Nijhoff-prijs krijgen.
MAGDA VAN EMDE BOAS,
Amsterdam
Van Amen tot Fuck
Ik wil u er toch nog even op wijzen dat uw omslagbeleid soms verstrekkende gevolgen heeft. Omdat ik in Engeland naar school ga, naar het befaamde instituut Ampleforth College, ben ik gesteld op mijn abonnement. Het biedt me de mogelijkheid voeling met Nederland te houden zonder gedwongen te zijn de weinig interessante weekedities van dagbladen te kopen. Zo nu en dan duurt het even voor ik de meest recente Groene Amsterdammer in mijn postvakje van St Johns House vind. Maar met nummer 11 uit 2004 duurde het wel erg lang. Toen ik al in het bezit was van nummer 12 en 13 gebood de zogenoemde housemaster, een pater, mij in zijn kantoortje, meteen achter de voordeur. Hij vroeg mij plaats te nemen in de stoel voor zijn bureau. Hij toverde nummer 11 te voorschijn en smeet het met een theatraal gebaar voor me op zijn bureau. «What exactly is the meaning of this?»
Ik zag een wit omslag met daarop een vuist. Alleen de middelvinger was in de lucht gestoken. De tekst eronder luidde: «Van Amen tot Fuck: een beknopte cultuur geschiedenis». Het bleek de aankondiging van een essay van de hand van Henk Hofland. Ik heb niet proberen uit te leggen wat de portee van het artikel kon zijn. Ik had het immers nog niet gelezen. Noch probeerde ik te vertellen wie Henk Hofland was en dat deze journalist door zijn collegas zelfs als de beste uit de twintigste eeuw was bestempeld. Dit was overmacht. Ik kon slechts beschaamd het hoofd buigen. Het zou niet meer gebeuren, beloofde ik.
«Een vunzig blaadje», concludeerde vader Cuthbert, de housemaster. Inmiddels speelt deze man opnieuw een belangrijke rol in mijn verblijf op Ampleforth. Dus vraag ik u, waarde redactie, kon ik dit inderdaad beloven?
HENRY VAN DER DOES, Ampleforth College, York, Engeland
Rectificatie
In aanvulling op het artikel «Onwetend naar Afghanistan» (De Groene Amsterdammer, 27 januari) laat het ministerie van Defensie weten dat bij niet-geheime missies journalisten doorgaans enige tijd kunnen optrekken met Nederlandse eenheden. Dat geldt ook voor journalisten die ervoor kiezen niet op de compound te verblijven.
Thijs Brocades Zaalberg («Vechten voor vrede», De Groene Amsterdammer, 3 februari) is verbonden aan het Clingendael Centrum voor Strategische Studies, een samenwerkingsverband tussen Instituut Clingendael en TNO.
REDACTIE