Schipholbrand

Als burgers moeten we na de Schipholbrand maar genoegen nemen met ‘een ongelukkige samenloop van omstandigheden’ als verklaring (De Groene Amsterdammer, 15 september). Het gaat onze macht, onze democratie simpelweg te boven. Rampen horen bij het leven. Dat houdt Van Gunsteren zijn oude maatje Pieter van Vollenhoven voor.

Aukje van Roessel stelt in dezelfde Groene Amsterdammer dat het debat bij voorbaat gedoofd wordt, als je, zoals de pvda, zegt dat de Onderzoeksraad de waarheid spreekt. Wellicht, maar wat Van Gunsteren zegt, lijkt een politiek debat helemaal overbodig te verklaren.

Laten we dus eens wat ouderwetse politieke vragen opsommen, waar iedere burger een antwoord op mag verzinnen.

Welk beleid heeft geleid tot de Schipholbrand? Naast deurgrendels en bouwbesluiten is dit de vraag naar het Vreemdelingenbeleid van de afgelopen 15 jaar. Waarom en met welk recht sluit Nederland vreemdelingen op zonder verdenking van een strafbaar feit? Hoe slim is het om de war on drugs te voeren tot in de intieme delen van de ministerraad van Suriname? En niet te vergeten, waarom moesten de 222 slachtoffers (of waren het er 298?) na de brand opnieuw opgesloten en uitgezet worden, of tien maanden wachten op een kans op behandeling van hun trauma’s?

Minister Donner was verantwoordelijk voor het nog steeds in bedrijf houden van het cellencomplex, minister Dekker voor het eindelijk beteugelen van het brandgevaar, maar onze minister van Intimidatie stond garant voor de voortvarende wijze waarop de slachtoffers na de brand zijn gedetineerd, geïsoleerd, gecriminaliseerd, gedeporteerd, vernederd, platgespoten en overgeleverd aan onderling ruziënde advocaten en hulpverleners. Met of zonder God, dat kan echt anders.

JO VAN DER SPEK

Solidariteitsfonds X-Y, Amsterdam