Achter in de rij (2)
Het commentaar van Rutger van der Hoeven (De Groene Amsterdammer, 6 oktober) werpt een aantal interessante vragen op, maar mist op punten de crux. Terecht stelt Van der Hoeven dat toetreding tot de EU niet de shortcut naar rijkdom als hoofdmotief moet hebben. Jammer is dat hij het andere motief, oorlog voorkomen, niet verder uitdiept.
De tendens in de wereld is toenemende spanning tussen de christelijke en de moslimwereld. Met name moslims en cultuurrelativisten menen dat het Westen te vaak met twee maten meet. De onverholen weerzin bij veel politici tegen de toetreding van Turkije wordt vaak gekoppeld aan de moslimcultuur van dat land. De suggestie die daarvan uitgaat is dat je er niet bij hoort als je moslim bent. Lekkere boodschap voor de inmiddels miljoenen moslims die in West-Europa wonen. En een goede reden voor jonge moslims om te radicaliseren. Zo krijgen de Turken nu de aanvullende taak de westerse beschrijving van hun geschiedenis als die van henzelf te erkennen. Niet echt slim als je bedenkt hoe moeizaam de erkenning van de Hollandse slavenhandel in het verleden is geweest, als je weet dat wij in 1948 nog het eufemisme ‘politionele acties’ voor een koloniale oorlog wisten te verzinnen. Als je Balkenende hoort kakkelen over het goede voorbeeld van de VOC-mentaliteit, dan komt verontwaardiging over de terminologie rond de Armeense kwestie wel wat dubbel over. En waarom heeft de EU aan landen als Roemenië niet de eis gesteld dat de schrikbewindvoerders van toen nu geen functies meer mogen vervullen?
BASTIAAN VAN PERLO, Amsterdam
Crisis in de Kuip (2)
Ik heb Crisis in de Kuip (De Groene Amsterdammer, 13 oktober) aandachtig gelezen. Ik ben een wijkgenoot van Van Beuningen, met een seizoenkaart. Ook ik zie en lees de onrust binnen het legioen/de club. Er zijn enkele passages in uw stuk waar ik me niet mee kan verenigen.
De steun aan Fortuyn heeft niets te maken met het gedachtegoed van alleen Rotterdam-Zuid of de Feyenoord-supporter. In de Kuip zitten niet meer alleen mensen uit Rotterdam-Zuid, dat is van heel lang geleden. Rotterdam is de stad met de meeste allochtonen en keek tegen oplopende problemen aan. Ook hier in het ‘keurige’ vvd-bastion Kralingen was de switch naar de lpf een opvallend gegeven, evenals in West, Noord en Oost. Heel Rotterdam ging om. Ga dan ook in op de laatste gemeenteraadsverkiezingen waarbij de pvda het roer weer overnam.
‘De onversneden antisemitische retoriek die anno 2006 nog steeds klinkt bij sommige segmenten van de aanhang.’ Daar geloof ik niet in. Een klein deel van het legioen heeft het over ‘de joden’ als het Ajax betreft. In de Arena zie ik Ajax-supporters met spandoeken met ‘Joden’. U gaat daarin veel te ver met uw conclusie.
Feyenoord heeft niet alleen de beste grasmat en het mooiste stadion, ook mag het rekenen op het trouwste legioen. Dat legioen is boos, maakt zich zorgen en laat dat weten op zijn ‘geen-woorden-maar-daden’-wijze.
Dat u de woorden van Jules Deelder (Spartaan) zonder meer overneemt als feitenkennis, vind ik onjuist.
ELLEN TEN BRUGGENCATE, Rotterdam
Een nieuwe theo-logie
Als een volleerde kapitein Haddock slingert Opheffer in zijn column Schelden doet geen pijn (De Groene Amsterdammer, 29 september) zijn verbale ‘bommen en granaten’ de wereld in. Kennelijk is de wereld van de eeuwig jonge held Kuifje zijn ideaal. Zo’n stripwereld waarin je alles moet kunnen zeggen wat je voor de mond komt. Maar de ballonnetjes in Opheffers strip zijn nogal eenvoudig door te prikken. Ze bevatten in hoofdzaak gebakken lucht.
Bij mensen met een grote bek ontdek je vrij snel dat zij ook nogal grote dovemansoren hebben. Goed naar anderen luisteren, laat staan aanvoelen wat anderen beweegt, is duidelijk niet hun sterkste kant. Onze beledigingsdeskundige bij uitstek gooit voor het gemak alles op één grote hoop. Kritiek, schelden, beledigen, het zal hem worst zijn. Het simplisme als de kern van de democratie. Terwijl kritiek te beschouwen is als de smeerolie van de democratie vormen schelden en beledigen het zand dat de motor ernstig doet kraken.
Het meest treurige in zijn column is dat Opheffer nogal neerbuigend schrijft over de armen en onderdrukten in onze samenleving. Zouden die dan echt in zijn wereld voorkomen? In ieder geval veronderstelt hij dat die mensen niet weten hoe zij moeten schelden. Die beledigen vaak omdat dat nu eenmaal hun gewone taalgebruik is, aldus onze stripheld. Hij doet daarom een oproep om die mensen mondiger te maken. Volgens onze prietprater komt het dan best wel goed met de democratie. Kennelijk ziet hij zijn idool Theo van Gogh als een nieuwe Marx die heeft opgeroepen tot verheffing van het volk. Stemverheffing dus eigenlijk. Opheffer als de hoge priester van een nieuwe theo-logie: de dictatuur van de grote bek.
REIN HEIJNE, Rotterdam