Literatuur
‘Maatschappelijk engagement is te vinden in de nieuwe historische roman. Voor wie lezen kan’, schrijft De Groene Amsterdammer (Literatuur, december 2006) ter inleiding van een beschouwing van Marita Mathijsen. Heeft Mathijsen de roman Het psalmenoproer van Maarten ’t Hart wel gelezen? vroeg ik me af bij het doornemen van haar artikel. Het leek mij niet. Hoe is anders te verklaren dat zij kennelijk begrepen heeft dat de armelui in Maassluis in opstand kwamen ‘tegen de conservatieve voorstanders van de oude psalmberijmingen’. Het was echt andersom; tot een andere conclusie kon ik na lezing en herlezing van de roman niet komen.
In het Maassluis van ’t Harts roman ziet de hoofdpersoon, de reder Roemer Stroombreker, zich samen met andere notabelen geconfronteerd met een steeds heftiger rebellerende groep matrozen, nettenboetsters, timmermansknechten et cetera die zich in hun reformatorische kerk geen nieuwe en sneller gezongen psalmen laten opdringen. Het conservatisme bevond zich dus in de hoek van het oproerige ‘lagere’ volk. Zelfs de achterflap van het boek laat geen andere uitleg toe. Wonderlijk dat Mathijsen van het tegenovergestelde uitgaat.
RIEN POLDERMAN, Spaarndam
Zonneveld en Opheffer
Het mooie van De Groene Amsterdammer vind ik dat ik wekelijks kan rekenen op tenminste één zielsverwant en één steen des aanstoots. Loek Zonneveld lees ik graag omdat hij veel intelligenter over een gedeelde liefde, toneel, schrijft dan ik het zelf ooit onder woorden zou kunnen brengen. En Opheffer zoek ik steeds als eerste op, om mijn adrenaline weer eens lekker te laten stromen. En, nog een voordeel, een shotje Holman immuniseert tegen Leon de Winter of Afshan Ellian.
Ook 20 oktober stelt Theodor Holman me, in zijn hoedanigheid van bekeerde rechtsbuiten, niet teleur. Dit keer speelt hij, een beetje vals, met een veranderlijke definitie van de intellectueel. Dat ben je, meent hij, door een vragende houding en een zelfstandig uitgevoerde publieke verantwoording van je meningen. Op grond daarvan zou Katja Schuurman. mits voorzien van meningen, door haar tv-optredens kunnen toetreden tot het gilde. Femke Halsema, niettegenstaande haar beeldbuisverschijningen, daarentegen niet. Zij hoort er zelfs helemaal niet bij, want zij geeft in haar boek alleen de antwoorden. Voor de vragen gebruikte ze een ghostwriter. Ayaan Hirsi Ali is wél een intellectueel, want bij haar telt het inschakelen van zo’n ghostwriter voor haar boek niet, omdat ze nog maar zo kort Nederlands spreekt. En ook onze primus inter pares politicus Jan Peter Balkenende is, in tegenstelling tot die andere politica Femke Halsema, intellectueel (geweest). Want hij schreef eigenhandig boeken waarin een register van geraadpleegde literatuur voorkomt.
Deze zeer vrijzinnige redeneringen riepen bij mij een ernstig verlangen op naar het, speciaal voor zich als intellectueel afficherende columnisten, weer in ere herstellen van het verplicht gebruik van de ouderwetse, degelijke en zindelijke logica.
JERRY VAN DEN BRINK, Zeist
Illustraties
Elke week lees ik jullie blad graag, want er staan altijd interessante zaken in. Maar kunnen jullie die kinderachtige meukillustraties bij Dichters & Denkers verwijderen en nooit meer gebruiken? Elke keer weer denk ik: niet te geloven, zó vreselijk lullig. Jullie hebben een paar vreselijk goede cartoontekenaars, en dan deze banale kwaliteit. Zit hier een diepzinnig idee achter, bijvoorbeeld beginnende ‘kunstenaars’ een kans geven? Of zijn het de talentloze kinderen, vrienden, kennissen van jullie journalisten of redacteuren? Ik verzeker jullie: het wordt nooit wat met ze op kunstgebied. Tenzij ze natuurlijk goed kunnen ouwehoeren en zo de goede contacten leggen. Het huidige Stedelijk Museum van Amsterdam zit vol met lulligheid. Ik denk dat jullie buitengewoon veel mensen met een gewone goede smaak veel plezier doen door dan maar geen illustraties in deze rubriek te zetten.
VERONICA VAN AMERONGEN, Amsterdam