Nieuwe organisatiefluisteraars

Inmiddels pensionado na een professioneel leven in de in- en externe advieswereld heb ik het artikel over de nieuwe organisatiefluisteraars in De Groene van 9 maart met bijzondere interesse gelezen. Het biedt belangrijke inzichten in de wijzen waarop grote adviesbureaus jonge academici werven, maar hun beloften vaak niet waarmaken. Daar zijn die bureaus uiteraard in de eerste plaats zélf verantwoordelijk voor. Goldenberg/Saris besteden er in hun artikel uitgebreid aandacht aan. Des te opmerkelijker is het dat de grote bureaus nog steeds groot zijn – en dat heeft alles te maken met de rol van opdrachtgevers. Enkele aanvullende observaties.

De mislukking staat soms al onzichtbaar in directiekamers, nog vóór opdrachtgever en consultant iets hebben ondernomen. Veel opdrachtgevers – in het bijzonder generalistische (top)managers – missen de specifieke deskundigheid om de expertise van adviesbureaus echt goed te kunnen beoordelen. Ervaren consultants weten dat en maken er gebruik van. Zij weten waar het uiteindelijk om draait: een overtuigende verbinding tot stand brengen tussen wat zij kunnen – en dat is altijd beperkt – en het probleem van de klant. Effectieve consultants zijn consultants die probleem en oplossing kunnen verwoorden in de taal van de opdrachtgever, maar wel vanuit hun perspectief en kader.

Opdrachtgevers proberen meestal wel contact met hun organisatie te houden, maar al dan niet door consultants geleide bijeenkomsten hebben een hoog evangeliegehalte. Als zij al kritische feedback krijgen, wordt die met hulp van de consultants naar het advieskader gekanaliseerd. Het moment van de waarheid is het moment waarop opdrachtgevers de adviezen gaan implementeren. Dan wordt duidelijk of het adviestraject aansluit bij de organisatorische werkelijkheid. Vaak is dat niet zo en komen discrepanties aan het licht die opdrachtgevers, door hun inhoudelijke afhankelijkheid, niet kunnen oplossen. Ze doen dan iets wat mensen op de werkvloer niet snappen: ze gaan verder met het falende bureau óf switchen naar een ander ‘gerenommeerd’ bureau, waarna zij hetzelfde beleven. Zó blijft de advieswereld in leven.

Dat lukt om nog een andere, pikantere reden: het zijn niet de consultants maar de opdrachtgevers die het falen toedekken. De consultants vertrekken, maar de opdrachtgevers moeten zich op hun managementposities zien te handhaven. Hun geloofwaardigheid en prestige staan op het spel. Ook dat weten ervaren consultants. Ze bezorgen hun klanten statusmunitie door ze op te nemen in hun dure, exclusieve netwerken opdat zij voelen: wij zijn allen lid van ‘the association for mutual admiration’.

KATJA VERDOORN, Delft

Tripmiddelen

Ik las een sterk essay over de toekomst van tripmiddelen als medicijn (in De Groene van 9 maart). De geestelijke risico’s en voordelen zijn inmiddels helder. We gebruiken deze middelen immers al duizenden jaren. Waar ik vooral benieuwd naar ben is in hoeverre hier misbruik gemaakt van kan worden door bedrijven die therapieën willen ontwikkelen, patenten pakken, door miljoenen te stoppen in studies: oftewel, hun eigen vlees keuren. Hier ligt een verantwoordelijkheid bij de onderzoekers én de overheid als waakhond. Als de psychedelische renaissance vroegtijdig explodeert, dan zal het liggen aan gebrek aan toezicht op bedrijven en onderzoekers die puur voor het snelle geld kiezen. Je ziet het nieuwsbericht al voor je: horrorklinieken waar patiënten financieel, psychisch en zelfs lichamelijk werden uitgebuit. Om vervolgens alles weer aan banden te leggen, terug naar de wachtenlijsten en pillenmachines.

Dus als De Groene hier graag over wil doorschrijven, dan hoop ik dat het wat licht zal schijnen op de bedrijven die deze onderzoeken betalen. Maar ook op slordige onderzoekers die inderdaad te graag en te snel een positief rapport willen schrijven. Oftewel, wie en wat vormen de gevaren tijdens deze zoektocht naar een veilige plek binnen onze ggz. De voor- en nadelen van psychedelica kennen we – nu nog de juiste mensen en instellingen vinden voor deze noodzakelijke transitie aan de hand van controle en toezicht. En volgens mij zal de overheid hier een hoofdrol moeten vervullen.

MELVIN BOEKHOLT, Leiden

U kunt uw_ ingezonden _brief van maximaal 400 woorden sturen naar groene@groene.nl