Kamp Erika

In De Groene van 13 april las ik het artikel van Hester den Boer over Kamp Erika in Ommen. Het stuk wekt de indruk dat het kamp en zijn geschiedenis geheel is vergeten. Mijn vader was in 1943 of 1944 een tijdlang in het kamp gedetineerd omdat hij was ondergedoken voor de Arbeitseinsatz. Hij sprak er niet veel over, maar vertelde ons later gruwelijke verhalen over mishandelingen en vernederingen door de Nederlandse kampleiding. Een van de martelingen bestond uit het met blote voeten over een pad waarop soms nog hete sintels waren uitgestrooid naar de appèlplaats moeten lopen. Hij heeft daaraan blijvend letsel overgehouden aan zijn voeten.

Al in 1946 verscheen het gedenkboek van het ‘Nederlandsche concentratiekamp Erika’, onder de titel Nederland gedenk, met veel indrukwekkende bijdragen van oud-gedetineerden. In 1993 verscheen het boek Knackers achter prikkeldraad van Guusta Veldman. De gevangenen werden knackers (‘knacken’ is Duits voor het fijnknijpen van vlo of luis) genoemd, en zij gebruikten dit onderling als geuzennaam. Veldman heeft veel archiefonderzoek gedaan en interviews gehouden met voormalige gevangenen.

Vermeldenswaard is nog dat het Gerechtshof in Leeuwarden destijds in hoger beroep de straf voor een dief heeft beperkt tot de tijd die hij in voorarrest had gezeten, omdat hij anders naar Kamp Erika zou hebben gemoeten. De raadsheren deden dit volgens het arrest ‘om des gewetens wille’.

DICK JALINK

Percentages

De Groene doet soms grote uitspraken die zijn onderbouwd met kleine getallen. Twee voorbeelden. Sarah Bracke meldt in haar essay van 1 maart dat anderhalf tot twee procent van de bevolking ‘intersekse’ is. Dat betekent dat meer dan 98 procent van de bevolking dat niet is. Als het aantal ‘geboren meisjes’ dat van geslacht wil veranderen plotseling oploopt, is dat zeker een analyse waard, want geslachtsverandering is nogal een ingreep. Maar Frans de Waal komt op 0,6 procent transgenders (NRC, 1 juli 2022). Dat zijn kleine percentages. Allemaal een beetje weinig voor de aangekondigde ‘genderrevolutie’ in De Groene van 30 maart.

Een ander voorbeeld is het stuk over de toenemende repressie bij demonstraties (in De Groene van 23 maart). Op het hoogtepunt in 2021, in coronatijd, ging het volgens de statistiek van De Groene om minder dan dertig gevallen van politiegeweld op een totaal van meer dan vijfduizend demonstraties. Dat is, laten we zeggen, ruim een half procent. Dat betekent dus dat vrijwel alle demonstraties in Nederland in de coronacrisis gespeend bleven van politiegeweld. Het aantal demonstraties mét geweld halveerde bovendien in het daaropvolgende jaar terwijl het aantal demonstraties boven de vijfduizend bleef.

Op grond van deze percentages kun je niet anders dan constateren dat Nederland nog heel ver weg is van een genderrevolutie en vooralsnog geen politiestaat wordt.

WYBREN VERSTEGEN,
Deventer