(On)gelijkheid is politiek
Een mooie reeks bijdragen over het thema sociale en economische ongelijkheid (De Groene Amsterdammer van 23 april). Wat een knap interview met de toonaangevende econoom Amartya Sen. Maar een belangrijk boek wordt niet genoemd.
Sen droeg zijn boek The Idea of Justice (2009) op aan de befaamde filosoof John Rawls. Het is toegankelijk geschreven, verscheen ook als Penguin book en er bestaat een Nederlandse vertaling (2013). Deze studie verdient daarom vermelding. Zonder een maatstaf als rechtvaardigheid of billijkheid zal discussie over ongelijkheid immers moeilijk zijn.
Wat verder opvalt in het nummer is de leegte van de politieke ongelijkheidsdiscussie in Nederland. Ongelijkheid is een mondiaal, maar zeker ook een landelijk onderwerp. Hoe kijkt men er in ons verwarde politieke landschap tegenaan? Dat blijft in dit themanummer onderbelicht en onduidelijk.
Maarten Mentzel, Leiden
Marcus Bakker
In zijn recensie (De Groene Amsterdammer van 25 maart) van mijn biografie over Marcus Bakker karakteriseert Rob Hartmans mij als een stalinistische geschiedschrijver. Ik ben nog nooit op een dergelijke wijze bejegend. In de cpn maakte ik mij na mijn lidmaatschap in 1974 sterk voor het te boven komen van het alledaagse stalinisme in die organisatie: net als tal van anderen, trouwens.
Hartmans vindt de titel Nooit op de knieën ongepast. Als hij constateert dat Bakker de confrontatie met Paul de Groot pas in 1977 aanging, gaat het echter om een andere kwestie: steeds was Bakker beducht voor een splitsing van de cpn. De titel drukt de waardering uit voor 26 jaar democratisch Kamerwerk onder vaak eenzame en harde omstandigheden.
Mijn summiere behandeling van de partijstrijd in de cpn van 1956 tot 1958 heeft Hartmans het meest gestoken. Ik ga hier in op twee kwesties. De eerste: was Bakker in 1958 echt verontwaardigd over het optreden van Wagenaar in 1944? Mijn antwoord was dat Bakker terecht woedend was op Wagenaar, over wiens optreden hij het partijbestuur eind oktober had ingelicht. Mijn bronnen zijn dezelfde als die van Bakker: de vuistdikke verslagen van de parlementaire enquêtecommissie.
De commandant van de Raad van Verzet (RvV), Jan Thijssen, was op 1 november 1944 ontslagen door de nieuwbakken bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten, Henri Koot. Wagenaar was met Koot akkoord gegaan, en had ervoor gezorgd dat niet hijzelf maar ‘Richard’ van der Gaag de vervanger van Thijssen als commandant was geworden. De vrouw van de op 8 november gearresteerde, en later geëxecuteerde, Jan Thijssen en Johan Engel, met Thijssen medeoprichter van de RvV, dachten beiden dat Wagenaar het verraad jegens Thijssen had gepleegd. Een brief van 7 november van deze RvV (Van der Gaag, Wagenaar) geeft Thijssen een achterbakse trap na. Bakker voelde indertijd weerzin bij het optreden van Wagenaar in 1944. In 2014 ontdekte ik evenwel dat de weerzinwekkende brief een geantedateerde vervalsing is van Van der Gaag en Koot samen, waarbij Wagenaar niet betrokken is geweest. Dit had moeten worden rechtgezet in deel 10 (1980) van Loe de Jong over het jaar 1944.
De tweede kwestie is of Wagenaar nu wel of niet tevens voor de bvd werkte. Hartmans stelt zich in deze onnozel op. Juli 1991 kwam de onderzoeker Bob de Graaff met de onthulling dat Wagenaar eind juni 1945 met de oss, de voorloper van de cia, had gepraat. De Amerikanen hadden het moment goed gekozen. Wagenaar dacht die week op voorspraak van prins Bernhard minister te kunnen worden in de regering-Schermerhorn, en De Groot torpedeerde dit door zijn eigen kandidatuur te plaatsen.
In 1995 verscheen de geschiedschrijving van de bvd, waarin auteur Dick Engelen beweert dat de afsplitsing van de groep-Wagenaar geheel en al het werk van de bvd is geweest. De bvd kon volgens Engelen elke stap van de groep-Wagenaar, en van de latere Socialistische Werkerspartij, van tevoren bepalen. Wagenaar was de penningmeester, die via de bvd de gelden binnen kreeg. Maar dat kan de arme man toch allemaal over het hoofd gezien hebben? Zeker. Ik hoop daarom te zijner tijd op mijn website de smoking gun te presenteren.
Leo Molenaar