Landbouw versus natuur
De subtitel van het artikel ‘De akker of het wilde groen’ (De Groene van 12 april) zegt het al: landbouw versus natuur. In het gehele artikel wordt vrijwel uitsluitend gesproken over voedsel. Pas in de voorlaatste alinea worden enkele woorden gewijd aan de intensieve, zwaar vervuilende veehouderij in Brabant. En in de allerlaatste alinea komt eindelijk het hoge woord eruit: zeventig procent van het landbouwareaal is bestemd voor vee of voor voedsel voor vee! Me dunkt dat hier dus een slag te halen valt in de discussie over natuur versus landbouw, ook al vindt de schrijver van het artikel dat blijft staan dat ‘de intuïtieve oplossing van een overgang naar een meer natuurvriendelijke landbouw niet per se de beste weg is naar een groenere wereld’.
Waarom beschouwt de auteur deze overweldigende zeventig procent niet als een doorslaggevende factor in de discussie? Waarom vond hij het nodig te vermelden dat Ben Phalan, die meent dat de vleesconsumptie naar beneden moet, een veganist is? Zolang een (groot?) deel van de vleesetende meerderheid prefereert veganisten te beschouwen als dierenactivist, milieuterrorist of gezondheidsfreak in hun verdediging van hun dagelijks stuk vlees maakt deze toevoeging die conclusie voor veel mensen minder relevant of geloofwaardig.
Ik hoop dat in een volgend artikel de impact van intensieve en extensieve veeteelt op klimaat, milieu, biodiversiteit, volksgezondheid en op de daarmee samenhangende keuzes ten aanzien van het toekomstig landbouwbeleid wél serieus wordt meegenomen.
MARIAN KLOKKERS, Tortosa (Spanje)
Nederlandse schuldsanering is kafkaïaans
Aan het artikel over bewindvoerders en schuldhulpverlening _(De Groene_ van 3 mei) ligt goed journalistiek onderzoek ten grondslag. Het strookt helemaal met mijn twintig jaar ervaring als diaconaal schuldhulpverlener te Eindhoven. Het artikel biedt een goede analyse. Helaas geen oplossing. Het probleem zit niet bij de bewindvoerders maar bij de slechte schuldhulpverlening. De oorzaak van de slechte schuldhulpverlening ligt aan veel te ingewikkelde wetgeving, die aan elkaar hangt van uitzonderingen en lastige drempels en een omkering van bewijslast.
Eigenlijk zou de materie erg eenvoudig moeten zijn volgens artikel 117 van de Codex Hammurabi (1850 BC). De oudst bekende wetgeving stamt van de Babylonische koning Hammurabi: Als iemand zijn schulden niet heeft kunnen betalen en zichzelf, zijn vrouw en kinderen heeft moeten verkopen, dan zullen zij drie jaar slavenarbeid verrichten voor de schuldeiser (tegen kost en inwoning), maar in het vierde jaar zullen zij worden vrijgelaten.
De Nederlandse wet stelt ook de saneringstermijn op drie jaar en bij toelating tot de wettelijke schuldsanering (wsnp) biedt de rechtbank goede bescherming door alle beslagen op te heffen en alle vorderingen te bevriezen. Na één tot vijf jaar volgt ‘kwijtschelding’ van de restschuld.
Voor bescherming tegen moderne schuldslavernij heb je toelating tot de wettelijke schuldsanering nodig. Dan moet je eerst een gemeentelijke verklaring hebben dat een minnelijke regeling met de schuldeisers onmogelijk is. Volgens de wet gemeentelijke schuldhulpverlening moet je ook binnen vier weken een intake krijgen. Veel gemeenten houden zich hier niet aan. Slechts een kwart van de schuldenaren wordt toegelaten tot een gemeentelijk saneringstraject. De rest wordt niet stabiel genoeg geacht. Ze moeten naar een private bewindvoerder, die hun geen echte bescherming kan bieden.
Bij wettelijke schuldsanering is voor een particulier de bewijslast omgekeerd. Als een van zijn schulden een zweem van kwade trouw heeft, wordt toelating vijf jaar lang geweigerd. Een persoonlijk faillissement van een armlastige wordt binnen een half jaar opgeheven bij gebrek aan baten, waarna het jachtseizoen der deurwaarders wordt heropend, tenzij de rechter je intussen heeft toegelaten tot de wsnp. Art 195 FW moet nodig gewijzigd worden naar Brits model, opdat bij opheffing van het faillissement de restschuld wordt kwijtgescholden. Mijn wetsvoorstel ligt bij de Tweede Kamer.
JAAP P. BOS, diaconaal schuldhulpverlener sinds 1998