Fortuyn
Bas Mellink en Merijn Oudenampsen tonen (in De Groene van 4 mei) overtuigend aan dat het neoliberalisme een integraal onderdeel was van Fortuyns politieke denken. Maar zij overdrijven die stelling, waardoor de communitaristische wending die Fortuyn rond 1995 maakte met zijn boek De verweesde samenleving er bekaaid vanaf komt. Die wending naar een cda-achtig gemeenschapsdenken was wel degelijk een reactie op bepaalde keerzijden van de neoliberale vermarkting en individualisering. Fortuyn bepleitte een hernieuwde aandacht voor ‘ons’ gedeelde stelsel van normen en waarden, die wortelden in ‘de westerse moderniteit’. Die notie van culturele identiteit ging gemakkelijk over in een even essentialistische notie van nationale identiteit. Beide moesten met hand en tand worden verdedigd tegen de ‘wezensvreemde’ culturen, met name die van moslimmigranten, die zich in ons midden hadden gevestigd.
Fortuyn bleef dit spruitjesnationalisme combineren met neoliberaal marktgeloof: een onstabiel, door tegenstrijdigheden geplaagd amalgaam dat ik in mijn boek De geest van Pim (2003) – met een valse knipoog naar het nationaal-socialisme – ‘nationaal-individualisme’ heb genoemd. Het rechtspopulisme kan dan ook niet alleen worden gezien als een ‘popularisering’ van het neoliberalisme, maar ook als een reactie erop, als een vorm van verzet tegen de ontwrichtende economische en culturele effecten ervan. In dit opzicht wierp Fortuyn zich wel degelijk op als spreekbuis van de ‘gewone man’ of van ‘de mensen in de wijken’: de globaliseringverliezers, die hij echter in plaats van reële materiële en sociale bescherming de valse geborgenheid voorspiegelde van ‘onze’ nationale cultuur en identiteit.
Ook Mellink en Oudenampsen signaleren de afbuiging van sociaal-economische naar culturele grieven en oplossingen, maar presenteren deze als een aanhangsel of logisch sluitstuk van Fortuyns neokapitalistische agenda. Maar neoliberalisme en nationalisme vormen niet simpelweg ‘loten aan dezelfde stam’: zij kunnen ook concurrenten of vijanden zijn. Eerder dan als een geheide sociaal-democraat of een diehard neoliberaal zou ik Fortuyn daarom willen karakteriseren als een nieuw soort nationalist. En van zijn ‘nationaal-individualisme’, dat ‘ik eerst’ verbindt met ‘eigen volk eerst’, ondervinden we nog steeds veel last.
Amsterdam
Zonnepanelen op dozen?
Een indrukwekkende, maar ook huiveringwekkende rapportage over de verdozing van Nederland (in De Groene van 28 april). Nog een aanvulling. Vaak vragen mensen zich af waarom er op deze megahallen nooit zonnepanelen staan. Dat zou immers weilanden en akkerlanden ontlasten waar nu zonneparken worden gebouwd, zeker wanneer die grond grenst aan natuurgebieden, en houtwallen worden gekapt. Bij mij in de Achterhoek gebeurt dat geregeld.
Dozen zonder zonnepanelen zijn eveneens het gevolg van slappe gemeenten die geen regels stellen.
En wanneer zo’n doos er eenmaal staat, stelt de eigenaar doodleuk dat ‘de panelen helaas te zwaar zijn voor de dakconstructie’.
Vorden