Bureaucratisch monster

In De Groene van 6 januari schrijft Coen van de Ven over het tekort aan mensen voor de uitvoering van kabinetswensen. Dirk Bezemer beschrijft een botte en destructieve verlaging van zorgtarieven. Het zijn vraagstukken rond overheid, zorg en welzijn die niet zijn op te lossen met bijstellingen in het huidige systeem. Bij mij vlamt de hoop op radicale verandering weer op. Niet alleen méér mensen en betere tarieven, maar een wezenlijk andere inzet van middelen.

In de langdurige (ouderen)zorg maakte ik mee hoe een snel groeiend deel van menskracht en geld opgaat aan verantwoording en risicomijding. Zorgmedewerkers wier motivatie vaak ligt in menselijk contact moeten registreren aan de computer. Familieleden brullen stampvoetend dat moeder recht heeft op professionele aandacht. Verzekeraars sturen kwaliteitsfunctionarissen met een salaris dat het dubbele is van dat van de gemiddelde zorgmedewerker op werkbezoek om een ‘gevoel’ (sic!) te krijgen bij de kruiwagens vol digitale gegevens die geleverd worden. Het is gestapelde controledrift uit wantrouwen en angst, terwijl risico’s horen bij ouder worden, kwetsbaar zijn en bij leven. Basishygiëne (geen Maserati voor de bestuurder en geen mishandeling van afhankelijke mensen) kan worden gecontroleerd met nog geen tiende deel van de rapportagewerkzaamheden die nu plaatsvinden door zorgorganisaties, accountant- en onderzoeksbureaus, verzekeraars, overheden. De mensen en budgetten die daaruit vrijkomen, kunnen worden ingezet voor invoering van technologie die fysiek belastend mensenwerk vervangt en voor scholing van immigranten die inzichten uit meer gastvrije culturen kunnen meebrengen.

Stoppen met de zogenaamde marktwerking in welzijn en zorg maakt veel bestuurlijke drukte en administratieve formatie overbodig. Het geeft ruimte om muren tussen organisaties af te breken en lokale netwerken op te bouwen van professionele zorgverleners, zorgvragers, naasten en buren. Eigenaarschap van het werk gaat terug van financiers en controleurs naar degenen die het werk uitvoeren, met positieve gevolgen voor werkplezier én efficiëntie. Eigenaarschap van het leven gaat terug naar mensen zelf, ook diegenen die zorg nodig hebben. Zij zijn niet meer ‘onze ouderen’ van de minister, maar ze zijn weer van zichzelf. Ik hoop dat de problemen van arbeidsmarkt en tarieven ons helpen om het bureaucratisch monster af te breken ten gunste van vermenselijking.

EMMA BEAUJON,

Amersfoort (tot 2021 directeur ouderenzorg)


Klein maar oersterk

Van alle mensen zijn de Nederlanders het meest onversaagd en mentaal de sterkste mensensoort. Dit is niet een poging tot parafrase van een Nederlandse versie van Asterix en Obelix, maar een logische gevolgtrekking naar aanleiding van het in memoriam dat ik vandaag (6 januari) kon aantreffen in mijn lijfblad, gewijd aan een van de grootste geesten van de afgelopen decennia, Desmond Tutu. Auteur Fred de Vries is zonder enige twijfel iemand van gemiddelde Nederlandse lengte en torent derhalve hoog boven zijn wereldwijd met minder centimeters behepte medemens uit, die medemens overigens, die in een moment van inspiratie door Rosemary Campbell-Stephens in 2020 gedoopt werd tot the global majority.

Ook de redacteur die de koppen van mijn lijfblad onder zijn/haar hoede heeft, is het blijkbaar eens met mijn gevolgtrekking.

Volgens De Vries ben ik met mijn 1.60 meter dus een lafbek met een slappe mentaliteit, want de werkelijk grote man aan wie het I.M. gewijd is, heeft zich gelukkig kunnen ontworstelen aan het lot dat zijn geringe lengte afdwong. Ik herhaal nog maar wat er zowel in het artikel als in de rode kop staat: ‘Klein van postuur, maar mentaal oersterk. Bang was hij nooit.’ De redactie van de koppen had dit maar niet over het hoofd mogen zien. Als er in plaats van ‘klein van postuur’ had gestaan ‘blond’, ‘vrouw’, ‘gay’, enz. had deze faux pas niet de redactionele censuur gepasseerd, durf ik te wedden. Het is niet de eerste keer dat kleinerende aannames gekoppeld zijn aan mijn bescheiden gestalte, maar pijn doet het toch, zeker om die aan te treffen in wat toch al decennialang mijn lijfblad is.

F.J. LOPÉZ PIÑÓN, Haarlem

U kunt uw ingezonden brief van maximaal 400 woorden sturen naar groene@groene.nl