Niet structureel
Staatssecretaris Broekers-Knol heeft natuurlijk deels gelijk. Voor kinderen die geen ouders meer hebben bestaat nu eenmaal geen structurele oplossing meer. Maar pleegouders kunnen hen wel deels vervangen. Blijft de vraag waarom onze regering wel geld voor opvang in Griekenland stuurt. Dit is immers evenmin een structurele oplossing. De argumentatie van Broekers-Knol slaat dus als een tang op een varken. Hoe waar is uw opmerking, in De Groene van 7 mei, dat in Nederland de menselijkheid verloren is gegaan (uit angst voor Baudet en Wilders?).
HENK KRAAIJENBRINK, Borne
Kletsende klasse
Ik deel de radicaal-groene en -socialistische analyses van Ewald Engelen, en denk dat er voor zijn goed onderbouwde standpunten veel steun is. Jammer vind ik daarom dat hij zijn intellectuele tegenstanders vaak aanduidt als ‘kletsende klasse’ en ‘cynische columnisten’, zoals in De Groene van 7 mei.
Ik dacht dat het in een waarlijk open en vrije maatschappij geen schande is om van mening te verschillen – maar door geen namen van opponenten te noemen, wekt Engelen de indruk van wel. Engelen zou zichzelf, zijn tegenstanders en vooral de belangrijke debatten die nu plaatsvinden serieuzer nemen door af en toe namen van de ‘kletsers’ te noemen; dan kunnen zij reageren en ontstaat er eindelijk echt debat. ‘Never let a good crisis go to waste’ is een toepasselijke quote, toegeschreven aan een adviseur van president Obama – het zijn juist deze crisisweken, misschien -maanden, waarin de structuur van de toekomstige maatschappij wordt uitgelijnd, dus het zou eeuwig zonde zijn als Engelen daarbij zijn eigen standpunten ‘buiten de competitie’ manoeuvreert.
ALBERT APPELO, Groningen
Zoönosen
Blijkens talrijke discussienota’s, convenanten, wetten, protocollen, instituties en controlemechanismen is onze overheid zich sinds jaar en dag terdege van de gevaren van zoönosen bewust, zoals beschreven in De Groene van 16 april. Als ik mijn blik over de diverse overheidsstukken laat gaan, valt vooral het indrukwekkende jargon op. Anderen zullen het als bureaucratische bagger beschouwen, maar je zou er evenzogoed geïmponeerd door kunnen raken. Ik citeer: ketengarantiesystemen, probleemanalyse, tussendoelen, vrijwaringsplicht, voedselincidenten, normenkader, identificatie- & registratiesystemen, bewakingsprogramma’s, systemen voor early warning, emerging risks en rapid alerts, up-to-date-draaiboeken, systemen voor tracking and tracing, audit voorcertificering, vraaggestuurde invloed, Hazard Analysis & Critical Control Points, consumentenplatform, beleids reconstructie, kwaliteitsborgin gsregeling, perceptieonderzoek exportverzamelplaatsen, handhavinginstrumentarium, overheidsstempels, verantwoordelijkheidinvulling, een nulnorm voor besmetting, een project Alternatieve Verwerking Slachtafvallen, en dit alles ruimhartig gelardeerd met de term transparantie.
Kortom, ons land was er klaar voor. Kom er maar in met die zoönose.
En ja hoor, daar kwam-ie. Als een dief in de nacht. Een dwarse rakker deze keer. Covid-19 is de naam, corona voor intimi. En wat brachten de instanties zoal in stelling na zo’n gedegen voorbereiding? Helaas, eenvoudige zaken als mondkapjes, wattenstaafjes, schorten, testapparatuur, spatbrillen, onmisbaar in geval van een zoönose-uitbraak, waren niet voorhanden. Opofferingsgezinde dokters en verpleegkundigen werden, onvoldoende beschermd en daarmee met gevaar voor eigen leven, naar het front gestuurd. Intussen zijn bijna 24.000 zorgmedewerkers positief op corona getest en zijn er minstens negen gesneuveld.
Zelden heb ik een aansprekender voorbeeld van de spanning tussen systeemwereld en leefwereld onder ogen gekregen.
F. MEEDER, Tilburg