Henk Hofland (2)

Dank voor de met weemoed geschreven herdenkingsartikelen over Henk Hoflands engagement. Bij de artikelen prijkt een prent van Dick Tuinder waaraan te zien is wat deze schrijfdenker – zoals hij zichzelf ooit onderscheidde van de praatdenkers – in elk geval ook was: roker. Zijn generatie kan niet beter verbeeld worden dan met de terloopse en onnavolgbaar vanzelfsprekende manier waarop een filmster als Humphrey Bogart in gesprekken de sigaret nog tussen beide vingers klemde. Het engagement van deze generatie lijkt in geen enkel opzicht op de verbeten strijd van bijvoorbeeld een anti-rookcampagne. Hoe slecht roken ook voor de gezondheid is.

Johanna Mulder

Henk Hofland (3)

Onderdompeling in de artikelenstroom over Henk Hofland voelt weldadig. Zo behandelt Margreet Fogteloo (De Groene van 30 juni) een uiterst prikkelend thema uit zijn rijke geestelijke nalatenschap: het op hol geslagen consumentisme van de geïndividualiseerde mens. Die dikkere, luidruchtige, getatoeëerde, snel geprikkelde en permanent consumerende medeburger is alomtegenwoordig. We zien de vleesgeworden existentiële leegte, die ook Hofland somber stemde. In zekere zin openbaarde zich hier bij hem een cultuurpessimisme, zij het niet van de zwartgalligste soort. Hoe heeft het toch zo ver kunnen komen met die moderne mens? Fogteloo schrijft: ‘De historische breuk van vijf jaar oorlog is er volgens hem de diepste oorzaak van dat de sociale, politieke en godsdienstige samenhang van de westerse samenleving (…) langzamerhand verloren is gegaan.’

Als ik het goed heb beschouwde Hofland de oorlog echter niet als breuk, maar als onderbreking. De Nederlandse samenleving werd na de oorlog immers gerestaureerd. Snel en vakkundig plaatste de politieke, journalistieke en academische elite de klamme deken van bevoogding en gezapigheid terug over de naoorlogse maatschappij. Dit hardnekkige verschijnsel, de eeuwige stroperigheid van het vaderlandse bestuur, en het inzicht dat er wezenlijk eigenlijk bar weinig wordt opengebroken, dat de verhoudingen in de polder min of meer ongewijzigd zijn gebleven (op het toegenomen zelfbewustzijn in de media na), vormden mijns inziens een belangrijke brandstof voor Hofland om eindeloos tegen van leer te trekken. Het was het Leitmotiv in zijn mooie werk Tegels lichten. In de jaren zestig openbaarde zich in alle hevigheid het verzet tegen de vastgeroeste verhoudingen. Maatschappelijke vrijheid nam enorm toe. Tel daarbij op de hegemonie van het illusieloze neoliberalisme sinds de jaren negentig en een ongekend hoog welvaartspeil, en je hebt de ideale voedingsbodem voor de ‘platte hedonist’.

Roman Baatenburg de Jong, Den Haag

Nicolaas Henneman

Interessant artikel van Joke de Wolf (De Groene van 30 juni) over de ontwikkeling van de fotografische techniek van ongeveer 175 jaar geleden en de strijd die hierover losbarstte tussen de hoofdrolspelers de Brit William Henry Fox Talbot en de Fransman Louis Daguerre. In het artikel wordt terloops gerefereerd aan de Nederlander Nicolaas Henneman, waarmee Talbot in 1843 een fotografische drukkerij opzette in Reading.

Helaas vermeldt De Wolf niet dat Henneman ook een geliefd model was van Talbot. Bovendien was Henneman zelf ook een populair portretfotograaf. Hij heeft tussen 1848 en 1856 duizenden portretten gemaakt in zijn studio in Regent Street in Londen. Diverse beroemdheden wisten de weg te vinden naar zijn studio, onder wie de Hongaarse vrijheidsstrijder Lajos Kossuth.

Kossuth verblijft in november 1851 in Londen. Hij geeft alleen toestemming aan Henneman om een foto te maken mits de opbrengst van het portret ten goede komt aan de Hongaarse vluchtelingen. Op 31 december 1851 adverteert Henneman met dit portret in The Times. In de advertentie wordt vermeld dat de afbeelding vijftien shilling kost en dat de winst ten goede komt van de Hongaarse vluchtelingen. De kunsthistorica Saskia Asser heeft uitgebreid gepubliceerd over Nicolaas Henneman, onder meer in De Gids in 2001. Geboren in 1813 in een daglonersgezin uit Heemskerk heeft hij zich ontwikkeld tot een gewaardeerd assistent van Talbot en een populair portretfotograaf in Londen.

Ben Ijpma, Heemskerk

Meer bèta

Toen ik enige jaren geleden abonnee werd van De Goene stond er tenminste nog elke week een rubriek over ontwikkelingen in de wetenschap in uw blad (al was het niet meer dan nog geen halve pagina). Opeens werd die rubriek opgedoekt en sindsdien heb ik het gevoel dat er bijna nooit meer over wetenschappelijke ontwikkelingen (en techniek) wordt geschreven in De Groene. Als bèta betreur ik dat zeer en ik hoop dat ik in de toekomst weer wat vaker over bèta-zaken zal lezen.

Fons Alkemade, Haarlem


Ondertussen op groene.nl… Birgit Donker schrijft over kunstkritiek en verzucht: ‘Het is zoveel makkelijker om te schrijven over voorbije stromingen.’ Gawie Keyser zoekt deelnemers voor zijn Masterclass Film Leven. Eddy Terstall is columnist van dienst. Joost de Vries consumeert. Marja Pruis Leest een boek.