Rembrandts Vaandeldrager

Koen Kleijn eindigt zijn kritische en interessante analyse van de voorgenomen aankoop van Rembrandts Vaandeldrager (De Groene, 12 januari) met een sneer naar het Nationaal Historisch Museum. Omdat de aankoop nationalistisch gemotiveerd is zou dit schilderij als eerste museumstuk naar dat museum kunnen. Het tien jaar geleden treurig en toen terecht mislukte museumplan staat tot veler verrassing opnieuw in het regeerakkoord, en weer met de foute naam Nationaal Historisch Museum. Als we het Nederlands Historisch Museum noemen, en een educatief constructieve opzet maken, komt het nu wellicht precies op het goede moment.

Nederland beleeft een intensieve culturele transitie, waarin veel facetten van de geschiedenis ter discussie staan. Met de juiste opzet kan een museum van de Nederlandse geschiedenis helpen om jonge én nieuwe Nederlanders te laten zien dat ze leven in een land met een geschiedenis die wereldwijd en dus zeer divers is. Een museum kan dat doen met een op actuele historische inzichten gebaseerde opstelling en uitleg. De rode draad moet vertellen hoe Nederland kon worden wat het is, en vooral met en dankzij wie. Gastvrijheid en verdraagzaamheid zijn dan essentiële trefwoorden, omdat zich hier in de geschiedenis relatief grote aantallen mensen konden vestigen uit landen waar ze zich niet veilig meer voelden. Voorbeelden zijn de joden die aan het eind van de zestiende eeuw uit Spanje en Portugal vluchtten voor de inquisitie, die hen voor de keus stelde: zich bekeren tot het katholicisme of vertrekken. In de late zeventiende eeuw vluchtten zo’n vijftigduizend Franse protestanten naar Nederland, toen Lodewijk XIV het Edict van Nantes opzegde en zo de protestanten hun godsdienstvrijheid ontnam. Die mensen werden hier opgenomen en hebben de geschiedenis van Nederland economisch, politiek, godsdienstig en cultureel opvallend mee bepaald. Zo’n museum kan en moet natuurlijk ook laten zien hoe Nederland wereldwijd koloniseerde en handelde in specerijen maar ook in slaven, en hoe kolonies en slaven werden uitgebuit. Het museum moet dus niet een groots nationaal verleden laten zien, maar de opvallend door diversiteit gekenmerkte geschiedenis van het land dat mensen van elders opnam, maar ook hier en wereldwijd (!) fouten maakte.

HENK SLECHTE,
ouddirecteur van een historisch museum, Schiedam


Onmenselijk bestuursrecht

Jullie artikelen over affaires waarbij burgers vermalen worden door de overheid wijzen keer op keer op de onmenselijkheid van het Nederlandse bestuursrecht. Dat blijft er, voor alle duidelijkheid wat overdreven gesteld, van uitgaan dat alleen de overheid redelijk en eerlijk is, en individuele burgers een bende zuigers zijn die geen rationele afweging kunnen maken of voor een groter belang opkomen. Ze hebben hooguit een grote mond. Er is alleen bescherming tegen de overheid in zover die procedurefouten maakt. Met een overheid die fanatiek alles bedrijfsmatig aanpakt en wetten slordig vormgeeft kan dat alleen maar fout gaan. De nieuwe zaakbehandeling in het bestuursrecht, waarbij het doel niet rechtvaardigheid is maar een snelle beëindiging van het proces, maakte dat alleen maar erger. De zwakste partij, de burger, mag je dan ook afdreigen. Alleen een diepgaande verandering van het bestuursrecht kan eindelijk de menselijke maat verzekeren.

Tom van Dooren
Den Haag


Louise Erdrich

Ik heb een kleine aanvulling op het artikel van Graa Boomsma over De nachtwaker van Louise Erdrich (De Groene, 20 januari). De naam van een van de vertalers wordt niet vermeld, het boek is vertaald door Monique ter Berg en Jan de Nijs. Voorts heeft Boomsma het over het babydochtertje Archille, maar dat is een zoontje. Ook gebruikt hij in een citaat uit het boek de term ‘inheemsen’, waar zowel schrijver als vertalers dat niet doen. Erdrich heeft het in deze historische roman consequent over (American) Indians [(Amerikaanse) indianen], waar ze het in haar volgende roman, die zich afspeelt in Minneapolis tijdens en na de rellen die volgden op de moord op George Floyd, en waarvan wij de vertaling momenteel onder handen hebben, voornamelijk over Natives heeft.

Jan de Nijs