De brieven van Roald Dahl
In zijn recensie ‘Uw montere zoon’ (in De Groene van 19 oktober) merkt Thomas Heerma van Voss op dat Roald Dahl in zijn brieven niets onaangenaams zegt over zijn tijd op de kostschool. In Roald Dahl’s autobiografie vond ik daarover echter het volgende: ‘Brieven schrijven was een serieuze zaak op St. Peter’s. Het was meteen ook een les in spellen en interpunctie, omdat het Hoofd alle klassen langs ging tijdens het uur en over onze schouders las wat we schreven en ons wees op onze fouten. Maar dat was niet, dat weet ik zeker, de belangrijkste reden voor zijn belangstelling. Hij deed het om erop toe te zien dat we niets rottigs over zijn school schreven.
Er was dan ook geen enkele manier om tijdens het trimester ergens ons beklag over te doen bij onze ouders. (…) Reken maar dat het Hoofd een slimme man was. Hij wilde niet dat onze ouders de indruk kregen dat er op de een of andere manier censuur werd uitgeoefend op onze brieven en daarom mochten we spelfouten nooit in de brief zelf verbeteren. (…) En zo kregen de nietsvermoedende ouders op subtiele manier de indruk dat jouw brief ongelezen, onverbeterd en ongecensureerd was.’
Dus u ziet, het was niet omdat Roald Dahl geen kritiek had op zijn school, maar omdat hij het niet durfde op te schrijven. Als jonge jongen in de jaren twintig van de twintigste eeuw kon je niet op tegen de autoriteit die een schoolhoofd nu eenmaal is.
ANNELIES BARENDS
Lezersaanbieding
‘Hee wat vreemd’, zei ik tegen mijn vrouw, abonnee bij uw prachtige blad, ‘een envelop zonder iets erop met een gouden adresvak.’ Ik opende de envelop en zag tot mijn schrik dat het een advertentiefolder was van het goedkope, niet te vertrouwen soort, waar wij een reis zouden kunnen boeken naar Cyprus. Ingesloten een kaartje van een Ingrid Jansen, die zich uitgeeft voor of voordoet als ‘Hoofd Lezersreizen’. Dan denk je misschien als argeloos mens dat dat iemand van De Groene Amsterdammer is, maar ik durf er gif op in te nemen dat dat niet zo is. ‘Voor u als lezer van De Groene Amsterdammer’ staat op de folder en op de aanbieding. rsd staat bekend om zeer goedkope reizen, niets mis mee, maar komt vaak de toegezegde afspraken niet (helemaal) na en zadelt de reiziger op met gidsen die je op provisiebasis naar allerlei verkoopadressen loodsen.
Heel wat anders dan ontspannen van de cultuur genieten. Het is een manier van adverteren die het imago en de goede naam van De Groene Amsterdammer zou kunnen schaden, denk ik.
ROB MAAS, Rotterdam
Naschrift: de brief van een reisbureau, waarin reizen staan aangeprezen voor Lezers van De Groene Amsterdammer, is inderdaad niet afkomstig van De Groene Amsterdammer. Het betreft een reclamefolder.
De cashloze maatschappij
In zijn betoog voor het behoud van contant geld (in De Groene van 19 oktober) stelt Victor Broers dat de gedachte achter negatieve depositorentes is dat ‘wanneer banken moeten gaan betalen voor het stallen van hun geld bij de ecb zij een grotere bereidheid zullen hebben om het in plaats daarvan uit te lenen aan burgers en bedrijven’.
Deze gedachte berust op een misverstand: banken lenen doorgaans geen bestaand geld uit, maar creëren nieuw geld wanneer zij leningen verstrekken. Banken hebben dan ook niet de keuze om geld dat zij bij de ecb stallen – overtollige reserves – in plaats daarvan uit te lenen aan consumenten en bedrijven; wel kunnen zij hun reserves uitlenen aan andere banken met een tekort. Negatieve depositorentes leiden daarom niet tot meer leningen, maar vooral tot heel lage spaarrentes en afnemende winstmarges voor banken.
Het is waar dat de tegenvallende resultaten van experimenten met negatieve depositorentes onverwacht kwamen voor mainstream (neoklassieke) economen, aangezien zij in hun modellen geen rekening houden met geldcreatie door banken en de fundamentele onzekerheid die ertoe leidt dat consumenten zuinig blijven en banken voorzichtig met het verstrekken van leningen. Het is echter niet zo, zoals in het artikel wordt beweerd, dat geen enkel economisch model de gevolgen van negatieve depositorentes had voorspeld: in niet-mainstream modellen, met name die van de post-keynesiaanse school, spelen fenomenen als geldschepping en fundamentele onzekerheid doorgaans een belangrijke rol.
KASPER KÖHLER