Ongehoord Nederland

In de rubriek In het nieuws over ‘Ongehoord Nederland’ (in De Groene van 28 november) schrijft Joost de Vries: ‘Want wie voelt zichzelf weerspiegeld als hij bijvoorbeeld Pauw kijkt? Jeroen Pauw zelf (waarschijnlijk). De overige kijkers zullen zich misschien vertegenwoordigd voelen door een van de gasten aan tafel, maar zelden door allemaal.’ Hij wekt hiermee de suggestie dat een talkshow als Pauw een (breed) palet aan meningen biedt, wat volgens mij onjuist is gezien de vele uitzendingen (of items) waarin alle gasten het roerend met elkaar eens zijn over een bepaald onderwerp, al dan niet ten gevolge van het (oncontroleerbare) uitnodigingsbeleid van de redactie. Erger vind ik het een podium bieden aan ‘experts’ van wie onduidelijk is waar zij hun expertise op een bepaald onderwerp aan ontlenen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Jort Kelder die aan tafel bij Eva Jinek bij herhaling aantoonbare onjuistheden mag debiteren over de Brexit, die nooit worden gerectificeerd en dat terwijl er geen gebrek is aan échte experts (zoals VK-correspondenten). Ja, er lijkt veel mis te zijn met aspirant-omroep Ongehoord Nederland, zoals treffend beschreven door De Vries. Maar kijk ook eens kritisch naar de huidige NPO-talkshows, het ‘gesprek’ is daar vaak van een laag niveau. Als anderen daar iets tegenover willen stellen, wens ik ze veel succes.

J. LAROS

Winst

Eindelijk krijgt hij dankzij het uitgebreide en interessante artikel van Ewald Engelen in De Groene van 28 november de aandacht die deze topeconoom verdient. En dan heb ik het over de tweevoudige Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz, die jammer genoeg en mijns inziens volkomen onterecht in de schaduw staat van zijn Franse collega Thomas Piketty en van wie de media in ons land geen genoeg kunnen krijgen. Jammer, want Stiglitz is een buitengewoon veelzijdig econoom die ver buiten de grenzen van zijn eigen vakgebied kijkt en ons een aantal belangrijke lessen kan leren. Zo verwerpt hij het neoliberalisme en pleit hij in navolging van Keynes voor een krachtige overheid die de economie en de maatschappij van de nodige injecties kan voorzien, niet alleen om economische crises te bestrijden, maar ook en vooral om daarmee extremistische politieke bewegingen de wind uit de zeilen te nemen. Als de Europese regeringen dit in de jaren dertig hadden gedaan, hadden ze misschien veel onheil kunnen voorkomen.

Als Stiglitz’ recente boek Winst voor iedereen even indringend is als zijn The Price of Inequality (2012), waarin hij wijst op de enorme gevaren van de toenemende sociale ongelijkheid, weet ik in elk geval wat ik op mijn verlanglijstje voor de Kerst moet zetten.

ALBERT KORT, ’s-Heer Hendrikskinderen

Licht

Ewald Engelen schrijft in zijn artikel ‘Rebel in maatpak’: ‘er is licht aan het einde van de duistere neoliberale tunnel’. Na het lezen van het stuk kan ik daar maar één ding op zeggen: hopelijk is het geen trein.

ALEXANDRA BERGER