De ombudsman

Ewald Engelen stelt dat ‘het het kabinet zou sieren als het Van Zutphen terstond zou lozen en vervangen door een iconoclastische klootzak van ónze keuze. Al was het maar om de schijn van democratie hoog te houden’ (De Groene, 11 februari). Alleen, met ‘democratie’ heeft dat weinig te maken, meneer Engelen, want het kabinet is daar volgens de (democratisch tot stand gekomen) wet helemaal niet toe bevoegd. ‘Een beetje dom’, zou Máxima zeggen, maar van u mochten we misschien meer verwachten dan van haar echtgenoot.

Reiner de Winter, Amsterdam

Burgerschap op school

Na het lezen van de artikelen van Margalith Kleijwegt en Xandra Schutte over de situatie op een aantal scholen in Nederland (De Groene, 28 januari) lijkt het me meer dan ooit noodzakelijk de geschiedenis van de twintigste eeuw te herschrijven, zoals Fouad Laroui in De Groene van 7 januari voorstelt. ‘We moeten in die geschiedenis al de verhalen opnemen, ook die van de verliezers, van hen die men gekoloniseerd heeft, van de verpletterden, de vernederden, en van hen die men beloften heeft gedaan die snel vergeten zijn.’

Het is op veel scholen ‘wij tegenover zij’ en dat kunnen we de leerlingen niet kwalijk nemen. Er zijn vanaf 1985 veel pogingen vanuit ministeries en het onderwijs gedaan om met name het geschiedenisonderwijs anders in te vullen. Veel scholen maakten echter niet serieus werk van de plannen of stonden er sceptisch tegenover. Zo kwam op veel scholen het intercultureel en het inclusief onderwijs onvoldoende van de grond. De inspectie verzuimde voldoende toezicht uit te oefenen.

Hetzelfde gebeurt nu met burgerschapsvorming. De overheid is al tien jaar kritisch over de invulling; bij de invoering werd echter geen curriculum voorgeschreven. In 2008 is door het Niod de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog herschreven. Een geslaagd project, maar met de wetenschap van nu had men beter eerst de gebeurtenissen van voor, tijdens en na de Eerste Wereldoorlog kunnen herschrijven vanuit mondiaal perspectief. Deze geschiedenis heeft veel meer gevolgen voor de ouders van kinderen die hier nu al meerdere decennia wonen. Docenten moeten zich beter verdiepen in die geschiedenis om zo een beeld te kunnen vormen van gevoelens, denkbeelden en gedachten die leven bij mensen uit het Midden-Oosten, al dan niet met een moslimachtergrond.

De praktijk op veel scholen in Nederland is dat er onvoldoende of geen visie is op respect en de voorbereiding op de pluriforme samenleving. Dit is op veel scholen nog steeds te weinig uitgewerkt en niet planmatig. Er is voldoende goed lesmateriaal aanwezig, maar daar wordt onvoldoende of geen gebruik van gemaakt.

Anne Bijsta Zaandam

(35 jaar werkervaring in het basisonderwijs)

Alleen het beste graag

Er is me de laatste tijd iets opgevallen in De Groene: ik kom regelmatig een nummer tegen zonder poëzierecensie. Goed zo, redactie! Nu wacht ik met spanning op het eerste nummer zonder romanrecensies. Nee, nee, en voor er misverstanden ontstaan: ik ben geen atypische Groene-lezer die niet van literatuur houdt. Ik lees redelijk graag romans en ik ben zelfs dol op poëzie.

Ik ken geen profielonderzoeken over de typische Groene-lezers, maar ik wed dat ze goed zijn opgeleid, een brede belangstelling hebben en vinden dat hun tijd kostbaar is. Als ik daarin gelijk heb, is het toch evident dat jullie lezers weinig tijd overhouden voor romans en poëziebundels? Waarom kom ik dan te vaak recensies tegen die eindigen met het – soms letterlijk zo verwoorde! – advies dit boek of deze bundel niet te lezen?! Ik wil helemaal niet zien en lezen dat een recensent een boek of bundel leuk verwoord kan afserveren. Ik wil getipt – nee, niet eens getipt – ik wil voorgelicht worden over fictie die zo de moeite waard is dat ik er mijn non-fictieboeken voor opzij wil leggen. En omdat jullie gelukkig dun zijn en omdat jullie – nog gelukkiger – dieper en beter op ideeëngeschiedenis en politieke actualiteit ingaan dan andere weekbladen, blijft er voor de fictie weinig plek over. Zo erg is dat niet, redactie. Literatuur is belangrijk, maar ook weer niet zo belangrijk. Af en toe een lange, grondige bespreking van een zeer bijzondere dichtbundel, een nieuwsgierig makend oeuvre-overzicht van een echt belangrijke romancier, dat is genoeg. Kunnen jullie de rest van het blad vullen met wat veel belangrijker is dan matige literatuur signaleren: spitten onder de waan van de dag.

Martin de Koning