Ongeveer ter hoogte van waar zich in mijn dagboek twee op elkaar gekleefde bladzijden bevinden. Daar is ooit een witte boon tussen geraakt. Het was een boon die te lang aarzelde tussen talmen en werven, je kent dat wel. Sommige mensen ook, talmend en wervend tegelijk, zijn net witte bonen.
Begin overnieuw. Laat iemand een gepocheerde geitekloot proeven. Geblinddoekt of eventueel een blinde zelf. Hij zal je zeggen dat het naar een vogelei smaakt. Is dat niet opvallend? Met je ogen open zou je daar nooit opkomen.
Opdracht: vraag elf mensen die elkaar niet kennen naar hun lievelingsingrediënt. Maak daar een gerecht van en laat ze een hele pan daarvan met elkaar opeten. Leg hun conversatie vast. Noem dat een recept.
Ga naar een uitstekend restaurant. Vraag de ober bij je aan tafel te komen zitten. Maak vervolgens je koffertje van streng gebraden ganzevel open en haal daar drie kant-en-klare gerechten uit. Eet die, met geladen pistool gericht op zijn baas, samen met die ober helemaal op. Leg daarna aan de eigenaar uit dat zoiets na de revolutie overal goed gebruik zal zijn.
Tijdens de uitverkoop valt over de grote garnaal als potloodventertje ook nog iets op te merken. Poten en kop eraf. Door eraan te trekken het zwarte spijsverteringskanaal verwijderen. Wassen. Vanaf de weke buikzijde het scherpe mes erop zetten. Stevig doordrukken. Openvouwen tot symmetrisch ventertje. Bedruppelen met soja, citroensap en sesamolie en zwart sesamzaad en ook peper ook. Zo eten ze het rondom de Fuji. Wie liever in de buurt van de Etna kampeert kan het met een slokje grappa en wat zoute kappertjes proberen. Weer ook peper ook. In beide gevallen onder de grill en dat een minuut of vijf.