Op de ochtend van haar overlijden appt een collega: ‘Arme prinses’. Omdat ze geboren werd met een handicap? Als lid van de koninklijke familie? Omdat ze als jongste van de vier prinsessen nu als eerste sterft? Zelf ga ik naar de bibliotheek voor achtergrondinformatie. Ik zoek op Greet Hofmans, de gebedsgenezeres die in het jaar na de geboorte van de prinses aan het hof verscheen en daar een welhaast verwoestende invloed had.

Diezelfde ochtend hoor ik een rijmpje: ‘Marijke kan niet kijken, Christien kan niet zien.’ Ja, dat is hard, hoort op een schoolplein thuis. Maar het duikt op in het geheugen van iemand uit een oudere generatie, omdat de oogafwijking van Marijke – zoals toenmalig kroonprinses Juliana en prins Bernhard haar noemden – een enorme impact heeft gehad op niet alleen haar persoonlijke leven, maar ook op de monarchie.

Hofmans werd vanwege de oogafwijking van de prinses naar het hof gehaald. Misschien kon deze vrouw Marijke genezen van die kwaal. Tomas Ross beschrijft in zijn roman Omwille van de troon hoe de gebedsgenezeres waarschijnlijk te werk ging, ‘de oudere vrouw die nu zachtjes met beide handen boven Marijke’s korte haar cirkelende gebaren maakte’. Het Paard van Troje noemde prins Bernhard Hofmans naderhand.

Juliana raakte in de ban van de gebedsgenezeres. Andersom schreef Hofmans Juliana, die inmiddels koningin was, bijzondere eigenschappen toe. Zelfs toenmalig premier Willem Drees probeerde ze daar in 1949 van te overtuigen. Dat ging in onnavolgbaar taalgebruik, vastgelegd door de premier zelf. Drees greep echter niet in. Wie er lid waren van de hofhouding, daar ging de politiek – toen – niet over. Als je die uitspraken van Hofmans nu leest, in De Greet Hofmans-Affaire van Lambert J. Giebels, denk je echter maar één ding: die vrouw spoort niet.

De invloed van Hofmans op Juliana en haar invulling van het koningschap leidde niet alleen tot een huwelijkscrisis, maar ook tot een crisis in de monarchie. Pas in 1956 greep de politiek in: Hofmans mocht niet meer op Soestdijk komen en Juliana mocht ook anderszins geen contact meer met haar hebben. Marijke is dan inmiddels negen jaar oud. In haar tienerjaren verandert ze haar naam in Christina. Dat zou zijn omdat Marijke niet uit te spreken is voor mensen met een andere moedertaal. Ik verkeerde altijd in de veronderstelling dat ze van die naam af wilde vanwege de associatie met de Hofmans-affaire.

Een tante Marijke is de prinses nooit geworden

Als prinses Christina vertrok ze van Soestdijk naar Groningen en naar het buitenland. Drie kinderen kreeg ze, samen met Jorge Guillermo, een gevluchte Cubaan die ze had leren kennen in New York, waar ze in 1974 was gaan wonen. Ver van Nederland. Ze trouwde zonder toestemming van het parlement, wat direct tot gevolg had dat ze geen aanspraak meer kon maken op de troon. Voor deze jongste Oranje-dochter die dat geenszins ambieerde, moet dat een zegen zijn geweest.

Maar dat afstand nemen kende blijkbaar grenzen. Het gold niet voor haar zakelijke belangen en geldstromen, die liet ze lopen via brievenbusfirma’s op een ‘koninklijk’, Haags adres. Daardoor hoefde ze niet zoals de gewone vrouw die ze zei te willen zijn, ook gewoon belasting te betalen.

Op het huwelijk zelf rustte geen zegen. Het liep uit op een scheiding, die pas kon worden uitgesproken na een lang gevecht. De spilzuchtige Jorge Guillermo bleek tijdens het huwelijk, ondanks door bemiddeling van prins Bernhard verkregen banen, vooral geteerd te hebben op het geld van zijn vrouw. Of het zijn hang naar luxe was die Christina ervan weerhield op een eenvoudig flatje te gaan wonen zoals ze wel eens heeft gezegd dat ze zou willen, is voer voor haar biograaf. Ook wrang was dat Guillermo – net als zijn schoonvader prins Bernhard – zijn vrouw in het openbaar schoffeerde.

‘er is een oma gestorven/ die liedjes bewaarde voor haar kleinkinderen/ gewoon in haar telefoon’ schreef Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja over de liefde van Christina voor muziek in de NRC. Ze had een zangopleiding gevolgd in Montreal. Toen ze in New York ging wonen, was ze daar zangtherapeut. En Nederland kent sinds 1990 het Prinses Christina Concours voor jonge musici. Zelf was Christina mezzosopraan. Hoewel ze meende als zangeres te worden beoordeeld op wat ze deed en dat daarbij niet meespeelde dat ze prinses was, gebruikte ze haar afkomst dan weer wel voor de promotie van haar kerst-cd en de cd The Me Nobody Knows.

Voor wie niet in het bezit is van die cd’s zijn er op internet filmpjes van enkele van haar optredens te vinden. Zo zingt ze, met haar ouders als toehoorders op het erebalkon en begeleid door een pianist, My Sweetheart’s the Man in the Moon. Bij de begrafenis van haar vader brengt ze het lied La golondrina (De zwaluw) ten gehore, nu begeleid door een orkest. Het lied verwijst naar de zwaluw in het wapen van de familie Zur Lippe-Biesterfeld, in de vernederlandste versie Van Lippe-Biesterfeld, de achternaam van Bernhard.

In de bibliotheek tref ik een boek met op de zijkant in grote letters MARIJKE. Was er al een biografie van haar? Maar het boek gaat over Marijke Meu, wat Fries is voor tante Marijke (1688-1765), de koosnaam van Maria Louise van Hessen-Kassel, een verre verwant van Willem van Oranje en de moeder van stadhouder Willem IV. Van een Oranje-kenner begrijp ik dat de link die ik tussen de twee namen leg, als zou de laatste naar de eerste zijn genoemd, gissen is. Een tante Marijke is de vorige week overleden prinses nooit geworden, ook de koosnaam tante Christina kreeg ze in bredere kring niet. Ze bleef liever op afstand. Deze week wordt ze dan ook in besloten kring gecremeerd.