Er zit een patroon in het optreden van minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, belast met de bestrijding van het coronavirus. De minister, tevens lijsttrekker van het cda, laat graag proefballonnen op en doet even graag beloftes. Steeds weer krijgt hij dan veel kritiek. Denk aan de corona-app of aan de coronawet. Niet veilig, onvoldoende waarborgen voor de privacy, niet staatsrechtelijk, doet afbreuk aan de invloed van het parlement.

Maar vorige week zal De Jonge binnenskamers corona-proof hebben gejuicht. Want afgelopen zaterdag werd een sterk verbeterde corona-app landelijk geïntroduceerd en die dag zevenhonderdduizend keer gedownload. Maanden later dan gedacht, dat wel. En vorige week is ook de coronawet in de Tweede Kamer behandeld, inclusief de vele door het parlement ingediende amendementen om aan de kritiek tegemoet te komen. Maar daardoor wordt die wet nu wel door een grote Kamermeerderheid gesteund. Ook maanden later, maar toch.

De Jonge’s manier van werken doet me denken aan wat iemand uit het bedrijfsleven, tevens lid van een gemeenteraad, mij ooit vertelde over het verschil tussen die twee werelden. In het bedrijfsleven worden veel voornemens gemaakt, zeg maar proefballonnen opgelaten, maar zijn ervaring was dat daarvan meestal maar een enkele van de grond komt. In de gemeenteraad zag hij dat er minder ideeën worden gelanceerd, maar meestal was over die plannen dan wel vooraf beter nagedacht. Zo’n idee gaat dan varen als een mammoettanker, zei hij. Die gigantische tankers zijn moeilijk tegen te houden. Wil je nog invloed hebben, dan moet je er vroeg bij zijn om ze van koers te doen wijzigen. Maar dan kan een kleine verandering uiteindelijk wel een flinke koerswijziging tot gevolg hebben.

De Jonge lijkt de eigenschappen van die twee werelden te combineren. Misschien is het zijn karakter, maar de onbekendheid met dit virus en de geringe mate waarin zijn ministerie en de gezondheidszorg op een pandemie waren voorbereid zullen er zeker ook toe bijdragen. Zo lanceert de minister keer op keer onvoldoende of slecht uitgewerkte plannen, beloftes en voornemens, zoals gebruikelijk in het bedrijfsleven, ook al komt hij zelf overigens uit het onderwijs. Zijn voornemens blijken echter geen proefballonnen zoals velen denken, maar mammoettankers.

Om die een koers te laten varen die wél op brede instemming van de samenleving en de Kamer kan rekenen, legt De Jonge overal zijn oor te luisteren. Hij zoekt technische kennis bij ict-deskundigen voor een veiliger corona-app en staat open voor inhoudelijke verbeteringen voor zijn coronawet, ook van de oppositiepartijen.

Telkens belooft Hugo de Jonge iets wat niet kan worden waargemaakt

Ook bij de beloftes die De Jonge doet als het gaat om het bron- en contactonderzoek, de medische mondkapjes, het aantal beschikbare testen en laboratoria, en daarna het aantal mensen dat deze tests kan afnemen, zie je dat patroon. Telkens weer belooft hij iets wat in de praktijk niet op tijd kan worden waargemaakt. Maar hij gaat blijmoedig verder, doet een nieuwe belofte, loopt tegen weer een ander praktisch probleem aan, krijgt daar weer van vele kanten kritiek op, maar de tanker vaart verder.

Dat blijmoedige van de minister wordt in de Tweede Kamer overigens ook wel bravoure genoemd of arrogantie. Op Twitter, zo blijkt uit een analyse van TwitterTap, krijgt De Jonge het predicaat ‘clown’ en ‘kwal’ toegediend. Uit die analyses blijkt echter ook dat de meeste tweets rond de voorlaatste coronapersconferentie van de minister-president en De Jonge, #persconferentie, neutraal van toon waren. Met als grootste influencers de minister-president en Nieuwsuur-presentator Jeroen Wollaars.

De Jonge’s mammoettanker blijkt echter vooralsnog te langzaam te varen om het virus in te kunnen halen. Covid-19 is weer opgelaaid, eerder én sneller dan verwacht. Nederland kleurt bijna overal code rood, doet het internationaal gezien slecht en Nederlanders die naar Italië reizen – het land dat in het voorjaar hard werd geraakt door het virus – moeten daar bij binnenkomst een sneltest ondergaan om uit te sluiten dat zij het virus er weer doen oplaaien. Dat moet in regeringskringen toch voelen als een lange vinger tegen het Noorden dat zo vaak neerkijkt op landen in Zuid-Europa.

In de Tweede Kamer wordt al langer gevraagd om meer voorspelbaarheid in het coronabeleid dan het kabinet, met De Jonge als eerst verantwoordelijke voor de volksgezondheid, tot nu toe heeft geboden. Nu het virus oplaait, wordt die roep om een routekaart naar Iers voorbeeld luider. Ook SP-Kamerlid Maarten Hijink vroeg er afgelopen week weer om: een goede strategie, die uitgaat van een goede voorbereiding van maatregelen die voorspelbaar zijn voor de mensen, zodat je bij een bepaald besmettingsniveau kunt verwachten welke maatregelen eraan komen.

Gezien de vele onzekerheden die er nog steeds zijn, zoals over het effect van mondkapjes, ons gedrag, de mate waarin sneltests beschikbaar komen, of er dan ook voldoende mensen zijn om die tests af te nemen, of er een vaccin komt en de snelheid van de productie daarvan, zal voorspelbaarheid van het aantal besmettingen niet goed mogelijk zijn. Samen met politieke afwegingen zal dat een routekaart zoals De Jonge inmiddels heeft beloofd minder voorspelbaar maken dan de voorstanders denken. Zo blijkt ook in Ierland.

Voorlopig zal De Jonge dan ook doorgaan met het oplaten van proefballonnen. En zal hij daarop ook steeds weer kritiek krijgen. Maar hij gaat, deels noodgedwongen, vrolijk verder. Wie invloed op zijn plannen wil hebben, moet er dus vroeg bij zijn. Dat verlegt de koers van zijn beleid het meest.