Niemand heeft de grote Amerikaanse bedrijven de laatste halve eeuw zo vaak op stang gejaagd als Ralph Nader. Maar als George W. Bush, de favoriet van de grote bedrijven, volgende maand de presidentsverkiezingen wint, dan zal hij die zege wellicht aan Nader danken. De groene kandidaat heeft in links Amerika felle discussies doen oplaaien.

Dit is het hoogseizoen voor Amerikaanse politieke grappenmakers. De stijve Gore die het liegen niet kan laten, de dom grijnzende Bush met zijn sloddertaaltje: avond na avond leggen tv-komieken als Jay Leno hen op de pijnbank. «Maar het is zeer moeilijk om een grap te maken over iemand die de waarheid vertelt», zegt Leno. «Hoeveel Ralph Nader-grappen ken je? Geen enkele. Hij zegt het zoals het is. Als ze allemaal zouden zijn zoals hij, dan was ik mijn baan kwijt.»

Nader, de presidentskandidaat van de Amerikaanse Groenen, was al een nationale beroemdheid lang voor Gore en Bush in de politiek stapten. De in 1934 geboren zoon van Libanese immigranten vestigde zijn reputatie in de jaren vijftig en zestig toen hij aantoonde dat de autobedrijven bewust de veiligheid van hun wagens verwaarloosden om hun kosten te drukken. GM stuurde privé-detectives achter hem aan in een poging hem te discrediteren, maar dat pakte averechts uit toen Nader GM voor de rechtbank daagde en won. De president van GM moest bovendien voor een senaatscommissie zijn gesjoemel toegeven. Nieuwe wetten kwamen tot stand die de autobedrijven dwongen veiliger wagens te maken en zo duizenden levens te redden. Met het geld dat hij gewonnen had, lanceerde Nader organisaties die de praktijken en producten van de bedrijfswereld onder de loep namen. Dat was een nieuw fenomeen. De moderne consumentenbeweging was geboren.

Sindsdien heeft Nader processen gevoerd tegen oliefirma’s, banken, ziekenhuizen en tal van andere bedrijven. Hij schreef tientallen boeken en stichtte groepen die politici en bedrijven het vuur aan de schenen legden en verandering afdwongen op het gebied van pensioenbeheer, giftig afval, het vrijgeven van informatie enzovoort. Met partijpolitiek hield Nader zich niet bezig. Vier jaar geleden liet hij toe dat de Groenen hem als hun presidentskandidaat nomineerden, maar zelf deed hij geen enkele moeite om verkozen te worden. Dit jaar echter heeft hij zich met hart en ziel in de strijd gegooid.

De grote media reageerden licht geamuseerd en neerbuigend. Nader is de Don Quichot van de Amerikaanse politiek, zo was de teneur. Maar toen hij in het begin van de zomer zeven procent haalde in de polls en elf procent in cruciale staten als Californië, werd hij door de New York Times gepromoveerd tot publiek gevaar. «Het is verontrustend om mr. Nader te zien flirten met de rol van spelbederver», schreef de krant in een redactioneel commentaar, «het publiek verdient het om de kandidaten van de grote partijen te zien wedijveren op een onbelemmerd terrein.» Nader moest in zijn rol van consumentenverdediger blijven en de politiek overlaten aan de politici, vond de Times. Ook in de Democra tische partij kwam een «Stop Nader»-beweging op gang. Vakbondsleiders bezwoeren hun leden zich niet door hem te laten verleiden. In verscheidene staten probeerden de Democraten te verhinderen dat er op hem gestemd zou kunnen worden. Dat lukte hen in zes staten.

Toch trekt Nader waar hij ook komt bomvolle zalen. In steden als Boston, Seattle en Chicago betaalden telkens tienduizend of meer (vooral jonge) mensen minstens tien dollar om naar hem te luisteren. Bush en Gore zouden nooit zo veel jonge mensen op de been krijgen, tenzij ze hen betaalden. Natuurlijk verhoogt de aanwezigheid van beroemde Nader-supporters — filmsterren, zoals Paul Newman en Susan Sarandon en rockzangers, zoals Eddie Vedder van Pearl Jam — de aantrekkingskracht. Maar het publiek hangt aan Naders lippen en juicht hem luid toe terwijl hij in lange speeches gepassioneerd uithaalt naar de greep van het geld op de Amerikaanse politiek, de Wereld Handelsorganisatie en ongebreidelde vrijhandel, de doodstraf, de «oorlog tegen drugs», de stijgende bewapeningsuitgaven, genetisch gemanipuleerd voedsel, kinderarmoede, de controle van de verzekeringsfirma’s op de ziekenzorg en nog veel meer.

Naders campagne haalde al vier miljoen dollar bijeen in bijdragen van honderd dollar of minder. Toch zakte hij in de polls tot vier procent, wat hij wijt aan het gebrek aan aandacht van de massamedia. «Het is een catch-22», zegt hij. «Als je geen media-aandacht krijgt, stijg je niet in de polls. En als je niet in de polls stijgt, krijg je geen media-aandacht.»

Maar dat is niet de enige reden. Het is geen toeval dat er nooit een kandidaat van buiten de twee grote partijen president is geworden. Het kiessysteem maakt dat vrijwel onmogelijk. Als er twee stemronden zouden zijn, zoals bijvoorbeeld in Frankrijk, zou Nader in de polls wellicht drie of vier keer meer halen. Maar aangezien er maar een keer gestemd wordt en de winnaar geen absolute meerderheid behoeft, kan Bush winnen met veertig procent als Gore 35 en Nader twintig procent zou halen. De logica is onafwendbaar: een stem voor de linkse kandidaat Nader is de facto een stem voor de rechtse kandidaat Bush. Velen die hem graag zouden steunen, doen dat niet uit vrees voor een Bush-overwinning.

Die logica achtervolgt Nader. Telkens weer wordt hem gevraagd of hij er niet wakker van ligt dat Bush door zijn toedoen president zou kunnen worden. Telkens weer antwoordt hij dat hij goed slaapt, dank u. Zijn voornaamste argument is dat het verschil tussen beide partijen zo klein is geworden dat het niet meer relevant is. «Het enige verschil», zegt hij, «is de relatieve snelheid waarmee ze op hun knieën vallen als de grote ondernemingen op hun deur kloppen.»

Maar natuurlijk zijn er nog meer verschillen. Een van de opvallendste betreft het recht op abortus: Gore is voor, Bush tegen. In de Verenigde Staten is er geen wet die abortus toelaat of verbiedt. Het Opperste Gerechtshof heeft die knoop doorgehakt door in 1973 te bepalen dat een verbod op abortus het grondwettelijk recht op privacy schendt. Maar slechts een kleine meerderheid van de rechters deelt die opinie. De volgende president zal wellicht twee nieuwe leden kunnen benoemen in het Opperste Gerechtshof.

Bush zou conservatieve rechters kiezen die het recht op abortus misschien zouden vernietigen. Liggen de naderisten daar niet wakker van? Nee, zegt schrijfster Barbara Ehrenreich in haar pleidooi voor Nader in het linkse weekblad The Nation. De reden dat abortus legaal is, is volgens haar «niet in de eerste plaats omdat negen rechters zo vriendelijk waren om het ons te geven, maar omdat vrouwen er hard voor gevochten hebben. Diepe sociale verandering wordt veroorzaakt door diepe sociale bewegingen, niet door edicten.» Eigenlijk zou ze een Bush-zege nog zo slecht niet vinden. Links Amerika zou zijn stem terugvinden, vermoedt zij. Clinton gaf de progressieven af en toe een kruimel en schoof intussen steeds meer naar rechts op. Links was gegijzeld door angst voor de Republikeinen en durfde niet te protesteren, zegt Ehrenreich.

Ook Nader argumenteert dat een oppositiekuur de Democraten deugd zou doen. «Als ze vier jaar onder een koude douche staan, zullen ze misschien iets zeggen en doen wat de Republikeinen nog niet eerder gezegd en gedaan hebben.» Maar hij gebruikt ook een ander, tegenstrijdig argument. Hij wijst erop dat honderd miljoen stemgerechtigden hun kat stuurden in de verkiezingen van 1996. Als een flink deel daarvan uit enthousiasme voor Nader nu toch zou gaan stemmen, zouden ze wellicht meteen ook voor de Democratische Congreskandidaten stemmen. Zo zouden de Democraten, dankzij Nader, het Congres kunnen heroveren.