IN 2004 HEEFT Ina van Zyl een schilderij gemaakt, Sweet Apples, met alleen maar vier gele appels op een schaaltje van aardewerk, oranjeachtig van kleur. Het zou ook wel van plastic kunnen zijn: zo te zien is het een vrij glad materiaal maar het glimt niet. Wat kan het schelen, zou je ook kunnen zeggen. Daartegen verzet zich echter het strakke, vasthoudende realisme in dit werk. Appels zijn er wel vaker geschilderd, bijvoorbeeld door Cézanne. In zijn schilderijen echter krijgen ze altijd veel meer ruimte. Cézanne is in zijn stillevens een vrij strenge arrangeur: de appels en andere vruchten of voorwerpen worden er breed en wat theatraal uitgestald. Ze zijn met aandacht geobserveerd maar in de ruime mise-en-scène van het schilderij werken ze toch eerder als ronde momenten van kleur en variaties van kleur. In Sweet Apples van Ina van Zyl zijn de vruchten dicht tegen elkaar geschoven, niet artistiek maar praktisch: ze moeten, in de fruitstal, goed op het schaaltje passen. Vervolgens is de schilder niet, zoals Cézanne, een arrangement van appels gaan schilderen maar elke appel afzonderlijk – als bijna abstracte, bolle dingen die door de manier waarop ze zijn geschilderd een stevig volume krijgen.

Anders weer dan bij Cézanne is er aan deze appels in de penseelstreek niets lossig of vlekkerig of bevend. Met een smal penseel, in vaste hand, wordt de verflaag overal strak aangebracht, alsof de tere kleur van de appelschil (geel met een glans van oranje en vleugjes groen) er als een frisse nieuwe huid omheen getrokken is. De verf lijkt smeuïg en hecht goed. Nog meer rustige stevigheid krijgt de kleur geel omdat ze contrasteert (in helderheid en warmte) met het oranje van het schaaltje, met daaronder het violet-roze in de hoeken en met boven de appels de achtergrond: koel appelgroen glijdend via blauw naar dun violet. De buigzame schaduwen, op hun donkerst zwart-paars, articuleren nog eens het bolle volume van de appels. In dit strakke, nauwe schilderij wordt door de losheid van het patroon van de achteloos geplakte stickers (samen met het kroontje van de voorste appel) een subtiel gevoel van maat aangebracht.
Wat Ina van Zyl (van 1971) bij voorkeur schildert zijn vooral zulke ronde, bolle, zwellende, glooiende volumes, tussen zacht en vol en stevig, zoals borsten, tenen, fallussen, monden, schaamlippen, ijsjes, muffins, venusheuvels, kadetjes, en ook appels dus – van heel dichtbij, in close-up gezien en weergegeven. Omdat de huid van die volumes steeds met dezelfde trage en slepende strakheid is geschilderd als bij Sweet Apples neem ik aan dat de schilder juist die typische onderwerpen uitzoekt en ze dan zo vasthoudend bekijkt omdat die haar toestaan zo te schilderen. Tenminste, telkens als ik weer nieuw werk van haar zie valt mij bijna een obsessie op: met wat ik het karige beeld wil noemen. In veel schilderkunst (vooral bij Impressionisten) zie je hoe schilders juist op het moment dat ze met het penseel het doek raken nog een korte sierlijke beweging aan de toets meegeven. Daarom zijn zulke schilderijen zo oogstrelend levendig en kleurrijk.

In de loop van de geschiedenis van de moderne kunst is het schilderij (het ding en de procedure) aan allerlei manipulatie onderhevig geraakt. Bij de abstractheid (uitgevonden rond 1915) ging het onder meer om nieuwe principes van ordening, maar ook, zeker bij Mondriaan, om een versobering van het oppervlak. Hij wilde het oppervlak lichter en rustiger hebben om geen storing te krijgen in de architectonische helderheid van de compositie. Me dunkt dat Ina van Zyl zich in een protestantse karigheid erg thuis voelt, en in schilderijen die beheerst zijn en streng en ernstig. Want waarom maakte ze anders in 2009 het schilderij Red Apples, dat in veel opzichten een versobering en verstrakking is van Sweet Apples. Dat ze vijf jaar later terugkeert naar dat onderwerp is kenmerkend, zou ik zeggen, voor de stoere vasthoudendheid die typerend is voor haar werk.

Alsof Sweet Apples wellicht nog te los was, te licht of zelfs te lieftallig, zijn in het latere schilderij de appels nog strenger, bijna symmetrisch, geordend. Ze verschijnen ook groot en stevig in beeld. Red Apples is ook net iets groter dan Sweet Apples, ook dat is van invloed op die zwaardere werking. Soms denk ik dat Van Zyl er op uit is het schilderij zo klein en gedrongen mogelijk te maken. Bovenal echter is Red Apples sonoor en donker. Anders dan het geel in het eerdere schilderij, dat helder stralend was, is het donkerrood-tot-paars van Red Apples een loodzware kleur. Zachtjes nog blozen de appels even, de roze sticker is een mooi vlekje licht, maar eerder is het zo dat die donkere fluwelen kleur, kardinaalsrood, het licht dempt en opzuigt in een wonderbaarlijke, zeldzame donkerte.


_PS Schilderijen van Ina van Zyl zijn desgewenst te zien in Galerie Onrust in Amsterdam

Beeld: Courtesy of Ina van Zyl, Galerie Onrust_