Het is toch wonderlijk hoe er elke week weer iets gebeurt dat interessant genoeg is om over te schrijven. Hoe kan het toch?
Wat is er nu weer gebeurd?
Dit is er gebeurd. Hans Westerhof, de trainer van Vitesse, een voetbalclub uit Arnhem, praatte na afioop van de persconferentie na Vitesse-AZ nog even met Louis van Gaal, trainer van AZ. Over ditjes en datjes en ook over voetbal. Westerhof sprak ook over zijn eigen elftal – dat vrij slecht presteert – en besteedde speciale aandacht aan ‘zijn’ spelers Civard Sprockel en Sébastien Sansoni. Westerhof vond ‘de centrumverdedigers dramatisch voor dit niveau’, zei hij tegen Van Gaal, als mannen onder elkaar. Het was alleen bedoeld voor Van Gaals oren, en voor niemand anders.
Maar ja, het was een persconferentie en er stond nog ergens een microfoon open. De NOS registreerde het gesprekje maar besloot het niet uit te zenden. Hugo Borst daarentegen, columnist voor het AD, vond het wél interessant genoeg om het in de krant te zetten. De rapen waren gaar.
De spelers waren boos. De kranten waren boos op de trainer. Westerhof moest door het stof. Er volgde een ‘goed gesprek’ met de spelers en de baas van de club en alles werd bijgelegd. ‘De kou is uit de lucht’, zei de baas. ‘We gaan met een schone lei verder’, zeiden de spelers, die centrumverdedigers die zo dramatisch waren.
Is zoiets erg? Westerhof praatte als het ware achter zijn hand, hé psss psss, tegen Van Gaal in het gezelschap van anderen. Dat hoort niet. Dat is zeer ongemanierd, fluisteren in gezelschap.
Dus iedereen boos. De trainer was ‘achterbaks’, zei Sansoni. Hij vond dat het ‘moeilijk samenwerken is als een trainer zo over je denkt’. Civard Sprockel concludeerde: ‘Er is een stuk onderling vertrouwen weg.’
Dat is inderdaad iets om je over op te winden. Dat zeg je toch niet: ‘Er is een stuk onderling vertrouwen weg’? Stoere mannen, profvoetballers, een bikkelharde verdediger die niet kijkt op een overtreding meer of minder, geblokt, gevreesd en vierkant. Wat zegt die als hij door zijn eigen trainer publiekelijk in zijn hemd wordt gezet? Ach. Tsja. ‘Er is een stuk onderling vertrouwen weg’, zegt hij dan.
Zit Westerhof hier fout omdat hij achter de rug van zijn spelers over ze praat? Omdat hij smiespelt en fluistert? Ja, etiquette-technisch zit Westerhof verkeerd. Van alle kanten. Onfatsoenlijk is het.
Maar Westerhof weet heus wel dat je niet hoort te doen wat hij deed. Hij gaf dus met opzet blijk van ongemanierdheid. Dat zie je wel vaker in het voetbal, en dat is ook niet zo vreemd. Per slot van rekening heeft de beschaving ons alleen maar suffe dingen gebracht als het koffiezetapparaat en For the Love of God en is het aan de barbaarse natuur van de mens te danken dat het voetbal floreert.
Westerhof wilde doelbewust zijn spelers prikkelen. Ze scherp houden. Ze opladen voor de volgende wedstrijd.
Die Sprockel, die had hem al vaker geïrriteerd. Dan kwam hij na de training naar hem toe en dan zei hij dat hij ‘een stukje beleving’ miste bij zijn teamgenoten. Dat hij ‘een slecht gevoel’ kreeg bij te veel rondjes lopen. Dat hij ‘best wel eens wilde praten, trainer’ over hun relatie. Omdat hij ‘een stukje onderling vertrouwen wilde kweken’. ‘Van mij naar jou toe.’
Het ging Westerhof op zijn zenuwen werken. Dat quasi-nette gedoe. De andere spelers vloekten tenminste gewoon en scholden elkaar uit. Overtraden alle etiquette-regels. Lekker. Maar die Sprockel had altijd Hoe hoort het eigenlijk? van Amy Groskamp-ten Have bij zich. Omgangsvormen vond hij belangrijk, zei hij.
Etiquette in de sport, daar hebben we niets aan, besloot Westerhof. Wat hij deed was simpel en doeltreffend: de wereld weer even laten zien dat het voetbal niet gebaat is bij keurigheid. We moeten niet opeens formeel gaan doen. Stijf. Of truttig. Of vormelijk. Of nederig. Beschaving, dat is niks voor het voetbal, dat bolwerk van barbarij.
Straks zegt Robin van Persie bij een te nemen vrije trap nog tegen Wesley Sneijder: ‘Na u, meneer Sneijder.’ En zegt Wesley op zijn beurt: ‘Nee, na u, meneer Van Persie. Ik sta erop.’ Waarna ze nog even doorgaan met elkaar overtroeven in wellevendheid.
Straks gaan voetballers elkaar nog ontzien. Feliciteren ze elkaar met een overwinning. Zijn ze beleefd tegen de scheidsrechter en de tegenstander. Straks schelden ze elkaar niet meer uit! Straks zijn er opeens allemaal stukjes van allemaal onderlinge dingen weg!
Westerhof zag al voor zich hoe er straks elf Sprockels in zijn team zouden rondlopen die stukjes kwijt waren, en hij trok wit weg. Toen kwam zijn pleidooi voor meer lompheid in het voetbal, op en rond de velden. Westerhof heeft de voetbalsport willen behoeden voor de ondergang door netheid en fatsoen.