Dieren en planten, daar praat ik mee.
En toch heb ik een keer in m'n leven een boom gekapt. De stakker stond helaas midden op de geprojecteerde snelweg Hoenderloo-Veenendaal. De landmeters kerfden in zijn korst een kruis. Dit betekent in hun jargon:
Val jij maar dood!
Toen kocht ik met een bloedend hart zelf een motorzaag teneinde hoogstpersoonlijk, bij volle maan, de executie te voltrekken. Niettemin probeerde ik te redden wat er te redden viel. De bladeren heb ik als humus over de aarde gestrooid. Van de tak die het meest tot mijn verbeelding sprak, sneed ik mij een wandelstok. De stam verzaagde ik tot dikke planken. Daarvan timmerde ik mijn doodskist. ‘Lieve vriendin, eens zullen wij samen in de grond rotten’, fluister ik iedere avond. Want voorlopig gebruik ik haar als bed.
Gisteren merkte ik dat de houtworm zich bij ons heeft genesteld. Eerst kon ik geen oog dicht doen door zijn gepassioneerde grgh grghgrh grhgh. Ik haatte de jaloezie in mijzelf. Pas na een halve fles jenever kon het me niks meer verdommen en begon ik aan een intense driehoeksverhouding.