
Vader in de tuin toont een man van 88 die in een dorp achter het huis van zoon en schoondochter komt wonen. Lang weduwnaar en wonend in een appartement op steenworp afstand, had hij er eerst geen oren naar maar ging toch om. Door het verdwijnen van verzorgingshuizen is mantelzorg steeds meer noodzaak. Ouders ín je huis nemen is een reuzenstap maar nieuwe wetgeving maakt het mogelijk ze vergunningsvrij in tuin of op binnenplaats te huisvesten. Er wordt een op maat gemaakte wooneenheid op zijn plek getakeld en we volgen gedurende twee jaar hoe dat uitwerkt. Frans Bromet zit weer eens bovenop wat ik maar een trage vorm van actualiteit noem: een nieuw verschijnsel; en hij neemt de tijd.
De film eindigt vóór corona, maar je vraagt je onvermijdelijk af hoe dat na de uitbraak is aangepakt. Deze oplossing heeft hem gevrijwaard van het grote sterven in een tehuis. Wel bizar dat ze nu niet meer bij elkaar over de vloer mogen komen. Niet dat dat zo vaak gebeurde, maar toch. Ze kunnen wel makkelijk zwaaien, wat ze al dagelijks deden. Vergeef me deze buitenfilmse excursie, maar je kunt niet anders, zeker als je jezelf gaat afvragen hoe het zou zijn in de tuin van je dochter.
Bromet voelde zich lang miskend maar is volop gelauwerd. Ik ben bewonderaar en bijna vergeten dat ik ook soms bezwaren had. Die kwamen deze keer terug. Zijn handelsmerk is de vragende, unieke stem. Nooit ingewikkeld, vaak naar de bekende weg. Eigenlijk is de grondtoon in deze casus: ‘Wel een grote stap hè? Is dat wel een goed idee?’ Richting beide partijen. Dat er nadelen zijn ligt voor de hand. Dat pa met pijn in het hart veel spullen weg moet doen ook. Maar schoondochter noch zoon maken het moeilijker dan het is. Hij heeft voor zijn zoons gezorgd, nu zijn wij aan de beurt. Zonder pathos of borstklopperij.
Is pa er gelukkig? Nee, maar dat was hij toch al niet. Zo waren ze ooit met vijf thuis, zo gingen zijn zoons de deur uit en overleed zijn vrouw plotseling. Was hij alleen. Vaak thuis was hij daarvoor niet, altijd ergens heen voor een praatje. Maar nu gaan zussen, vrienden en kennissen dood, wordt lopen moeilijker, fietsen onmogelijk en zit je daar maar. Wachtend op Godot, ook wel Dood geheten. Hij vindt zichzelf erg makkelijk, waar schoondochter fijntjes om lacht. ‘Ik was wel dominant, ja.’ Veel warmte gaat er niet van hem uit. En Frans maar vaststellen dat het niet best met hem gaat. En vragen waar hij naar uitkijkt. Hij lijkt wel depressief, zegt hij tegen het echtpaar. Vind je het gek?
De kracht van Vader in de tuin is juist dat steeds duidelijker wordt dat ouderdom met gebreken en eenzaamheid komt, zelfs vlak bij familie. En dat puzzelen, televisie en zelfs een buurtende kleindochter niet afdoende helpen. Hoe vreselijk moeten de geïsoleerde bewoners van verpleeghuizen er nu niet aan toe zijn?
Frans Bromet, Vader in de tuin, KRO-NCRV 2Doc, maandag 18 mei, NPO2, 20.25 uur