Woets, in het boek van Gualtiero Marchesi gekeken en ik rook de oude sloot weer voor mij. Vijftig jaar geleden in gevallen. Terzijde van het warmstoffige plaatsje Kippenburg. Botanisch nooddruftig boog ik mij naar het pijlkruid en bijna was er een nieuw Middelharnis geboren. Maar je kent die sloten in Gaasterland. De oever geeft behoedzaam mee, je glijdt verleidelijk lekker de diepte in. Wat inderdaad aanvoelt als getrokken worden. Zoals trekken soms vallen is. Vraag maar aan Quatsch Esq. de driepotige bever die nooit aan het woord is gekomen.
Linzen, in hun timbre komen ze sommige componenten van een ragfijne sloot zeer nabij. Goede linzen komen uit Le Puy en daarna van de Noordermarkt.
Om in het koude water te gaan, aan de kook en zonder zout tot welkome zachtheid gebracht. Van het vuur en bewaren uiteraard.
Zes kippenvleugels opzetten in water, met wat foelie en het laurierblad. Zout ook.
Na minstens drie uur stomen de bouillon zeven. Kleinsnijden de ui, het schone wit van de prei en de overgebleven halve venkelknol en het half dozijn kleine wortels. In boter de gesneden groenten tot groter elan aanwakkeren. Blussen met lauwe bouillon.
Verwijder het vel van een grote eendepoot en hang in de bouillon. Ook een bos selderij. Daar mag weer drie kwartier overheen gaan.
Voeg linzen toe, snij het eendevlees in dunne repen, verwijder de selderij en doe daarbij een glas van de meest acceptabele cru bourgeois toe en een mespunt verse boter.
Wees peper met de peper. Verdeel over de borden.
Laat dan pas, in die voorbeeldig juiste seconde, daarin die toef kervel los. Als gewoon kroos in gewone slootsoep.
Rubriek
Quatsch
Mensen zeggen een recept gevonden te hebben, tegengekomen ook wel. Geleend is misschien beter. Vinden gebeurt meestal in de linkerbroekzak, tegenkomen doe je maar in je dromen. Lenen gaat de hele dag door. Vlijmscherpe opmerking, bezoedeld exemplaar van Les lauriers sont coupés of schepje Buismans G.S.
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1997/38
www.groene.nl/1997/38