Brian is een van de hoofdrolspelers in de Amerikaanse volwassenencartoon Family Guy: een totaal vermenselijkte hond die op z’n achterpoten loopt, Martini’s drinkt en droomt van een carrière als bestsellerauteur. Zijn twee beste vrienden zijn Peter, de vader des huizes met een IQ ver onder het vriespunt, en Stewie, de baby van de familie, die behalve een Brits accent en een tijdmachine ook een wapenarsenaal heeft waar Bashar al-Assad alleen maar van kan dromen.
U begrijpt: tamelijk postmodern allemaal.
Twaalf seizoenen lang was Brian de spil van de serie, maar in de meest recente aflevering ging het mis: Brian kwam onder een auto en overleed aan zijn verwondingen. Hij werd acht.
And then all hell broke loose. Eerst in de populaire Amerikaanse media, even later in de serieuze, en daarna in de wereldpers: verbijstering alom over de dood van deze fictieve viervoeter. Twitter stroomde vol met wanhopige berichten, vergezeld door de hashtag #BringBrianBack. Op Facebook werden In Memoriam-pagina’s opgetuigd en op fora barstten de speculaties los: was dit het definitieve einde van Brian? Was dit een pr-stunt? Sprankjes houvast werden ontleend aan een zinnetje op Wikipedia waaruit zou blijken dat het personage later zou terugkeren.
Nu zult u onderhand denken: allemachtig Rob, waren je onderwerpen op? Waar gáát dit over? Een fictieve hond? Moeten we ons daar nu serieus druk over maken?
Als u dat dacht, bent u niet de enige: onder de berichten over dit ‘nieuws’ stroomden reacties van soortgelijke strekking binnen. Sommigen zagen in de ophef het definitieve bewijs dat de mens knettergek is geworden, anderen hielden het liever op het definitieve failliet van de westerse beschaving als zodanig – of als u van de Gandhi-school bent, het bewijs dat deze inderdaad nooit bestaan heeft.
Nu sta ik doorgaans vooraan om een mediahype belachelijk te maken, en toegegeven: een nieuwsbericht wijden aan de dood van een tekenfilmpersonage vind ik ook een tikkeltje gek. Maar de verontwaardiging erachter, van al die duizenden fans op Twitter, is te fascinerend en veelzeggend om zomaar af te doen: het zegt veel over het bizar sterke inlevingsvermogen van mensen, over het gemediatiseerde tijdperk waarin we leven én – ik maak even een rare gedachtesprong – over de fundamentele tekortkomingen van journalistiek en politiek.
Om met dat eerste te beginnen: dat mensen oprecht boos/verdrietig/ontstemd kunnen zijn over iets fictiefs als de dood van een tekenfilmhond staat in de sociologie al sinds de jaren vijftig bekend als ‘parasociale interactie’: mensen gaan échte relaties aan met ‘personages’ die grotendeels of helemaal in hun verbeelding bestaan. Het vaakst zie je dit bij tv-, film- en popsterren, die weliswaar echt zijn maar wier publieke imago natuurlijk grotendeels projectie en constructie is. En net iets verderop in het spectrum van dezelfde emotie zit de relatie met niet-bestaande figuren: kinderen hebben dat met stripfiguren en superhelden, maar ook volwassenen ontgroeien dit sentiment lang niet altijd. Anders gezegd: tussen de teleurstelling na de dood van Brian Griffin en de rouw om de dood van André Hazes zit slechts een gradueel verschil.
Dat werpt op zijn beurt weer de vraag op waar in ons mediatijdperk echt ophoudt en onecht begint. Natuurlijk, Brian Griffin is niet echt, maar dat maakt het gepercipieerde verlies niet automatisch onecht: wie jarenlang de avonturen van zijn favoriete tekenfilmfamilie volgt – en ik behoor zelf tot de Family Guy-adepten – kan wel degelijk iets missen als de serie opeens fundamenteel verandert. Zoals het verlies van ‘jouw land’ in de voetbalfinale van het WK ook écht erg aanvoelt. Allemaal perceptie, sociale constructie, fictie: en toch realiteit.
Waarmee we bij die rare gedachtesprong zijn aanbeland, namelijk de les die we hieruit kunnen trekken. Dat mensen bonanza gaan als een tekenfilmhond doodgaat, laat zien dat verbeelding en empathie twee handen op één buik zijn. En wat een tekenfilm lukt – medeleven creëren met personages die niet bestaan – lukt de politiek en journalistiek vaak niet eens met echte mensen. De filosoof Richard Rorty noemde ‘gevoeligheid kweken voor andermans lijden’ ooit de belangrijkste taak van iedere dienaar van de publieke zaak en zag daarvoor in ‘verbeelding’ het middel bij uitstek. De dood van Brian laat zien dat dat best eens waar kan zijn.
Het klinkt misschien gek, maar eigenlijk zouden we elke vluchteling een show moeten geven, elk tsunamislachtoffer een reality-serie en elke crisiswerkloze een hashtag. So you think you can come to Europe. Syriër zoekt paspoort. Hashtag: #GeefGriekenlandGeld.
Ter nagedachtenis van Brian Griffin, aspirant-bestsellerauteur.