Karima el Fillali op het Festival Sacred Songs © Wineke van Muiswinkel

De vrouwelijke stem wordt al eeuwenlang geprezen en gevreesd. Hoog en licht als die van een engel zou haar geluid ook verleiden en afleiden van al wat hoger is. Bachs meesterwerk de Matthäus-Passion was precies dat: een werk van mannelijke meesters, geschreven voor de tere jongenskeel en het nog gevoeligere mannenhart. Terwijl religie steeds verder geïnstitutionaliseerd werd en van haar mystieke beleving ontdaan, werd de vrouw uit gods- en gebedshuis weggedrukt.

Anno nu is de angst voor de kracht van de vrouwenstem springlevend. Verwacht geen vrouwelijke gebedsoproeper in de moskee of een vrouwelijke schriftlezer in de synagoge. Jonge moslims zweren het luisteren naar muziek in het algemeen en de vrouwelijke stem in het bijzonder af. De golf van hindoe-nationalisme in India drukt vrouwen de tempels uit. En zelfs daar waar de vrouw het zingen in de kerk ondertussen al lang heeft overgenomen, vertolkt zij een mannelijk repertoire.

Tijdens het openingsconcert Women’s Voices van Festival Sacred Songs in Den Haag worden de schijnwerpers op juist die markante stemmen gericht die ‘vanwege hun poëzie, muziek en wijsheid een onuitputtelijke inspiratiebron zijn’. Het moge al uniek heten dat zoveel – vaak conflicterende – religieuze stromingen in een totaalvoorstelling worden gegoten. Juist ook het specifieke repertoire valt op. Denk aan poëzie van Rabia al-Basra (achtste eeuw), de Indiase dichter Mira Bai (zestiende eeuw), christelijke liederen van Hildegard von Bingen, koptische kerkmuziek ter ere van Maria en sefardische songs die van oudsher van moeder op dochter worden overgedragen.

Rabia uit Basra (717-801) behoorde tot de beroemdste soefi-heiligen. Terwijl de gedichten van Rumi tot werelderfgoed zijn gemaakt is haar werk, en dat van de school van vrouwelijke asceten die het Abbasidische Basra domineerde, grotendeels in vergetelheid geraakt. Rabia’s poëzie benadrukt de mystieke liefde en vriendschap tot God die vertolkt wordt in de lyriek tussen twee geliefden. Daarbij maakt zij onderscheid tussen een egoïstische kortstondige godsliefde, die slechts op zijn gunst uit is, en de waardige, duurzame liefde die de blijvende nabijheid van zijn schoonheid zoekt. Het soefisme, ontleend aan an-nafs as-safiya, streeft naar volledige eenheid met het goddelijke. In de afgelopen jaren vond er een golf aan aanslagen plaats op soefistische schrijnen, moskeeën en spirituele bijeenkomsten. Tegelijk wordt Rabia’s unieke leerstelling juist door hedendaagse islamhervormers steeds luider herhaald.

Tijdens het concert brengt de loepzuivere zang, onlangs als voorproefje te horen in De Duif in Amsterdam, die zuivere liefde zonder geweld of machtsvertoon even dichtbij. Talen en muziekstijlen worden afgewisseld met indringende stiltes. Begeleid door verschillende muzikanten, waaronder van het Amsterdams Andalusisch Orkest en citerspeelster Louries Soliman, wordt het publiek meegevoerd door de krachtige stemmen van Noam Vazana, Miriam Abouseif, Psallentes Trio en Karima el Fillali. Het slot, waarin artistiek leidster Monica Akihary dwars tegen zangeressen en aanwezig publiek in zingt, levert zo’n woordelijk crescendo op dat men inderdaad even één is met die goddelijke liefde, die wel van een vrouw moet zijn.


Festival Sacred Songs, 17 nov. t/m 16 dec. in de Nieuwe Kerk in Den Haag. Openingsconcert Women’s Voices op 17 november;