Een rotonde in China © EyeEM GmbH

De coronapandemie is als de Grote Financiële Crisis: iedere nieuwe dag levert fascinerende inzichten op die mij in staat stellen om het beeld dat ik van onze mondiale economie had scherper te krijgen.

Natuurlijk wist ik dat China sinds zijn toetreden tot de Wereldhandelsorganisatie in 2001 was uitgegroeid tot de fabriekshal van de wereld. Dat onze schoenen, jassen, auto’s, laptops en smartphones vooral daar in elkaar worden gezet. Dat onze import- en exportcijfers betekenisloos zijn geworden doordat het merendeel van de grensoverschrijdende transacties binnen de productienetwerken van westerse multinationals plaatsvinden en de naam ‘handel’ eigenlijk niet verdienen.

Dat de zogenaamde opkomst van China in werkelijkheid de opkomst van mondiale productieketens is, die zijn opgezet door Europese en Amerikaanse multinationals en die vooral tot doel hebben om regels te ontduiken, kosten te verlagen en winsten voor westerse managers en aandeelhouders te verhogen. Dat de vrees voor China dus schromelijk wordt overdreven en door elites wordt misbruikt om er bij een onwillig electoraat verdere Europese integratie of meer Amerikaanse defensiebestedingen door te drukken.

Dat er achter wat gemakzuchtig ‘globalisering’ wordt genoemd een zorgvuldig geconstrueerde infrastructuur schuilgaat, bestaande uit gestandaardiseerde containers, havencomplexen zo groot als Noord-Ierland, een netwerk van satellieten die de grondstoffen, halffabricaten en eindproducten in de buik van die containers 24/7 volgen, en een ongekend omvangrijk industrieel-militair complex dat de bestendiging van deze Amerikaans-Europese wereldorde moet garanderen door de veiligheid van zeeroutes af te dwingen. En dat dit een orde is die vooral ten goede komt aan Amerikaanse en Europese ‘handelselites’, zoals Thomas Piketty ze in zijn nieuwste boek aanduidt. En dat de regelontwijking waarop het is gebaseerd een van de belangrijkste motoren is achter zowel de nakende ongelijkheidscrisis als de snel op ons afkomende ecologische crisis: de mondiale uitbuitingsmachine draait nu eenmaal op fiscaal gesubsidieerde stookolie en niet-beprijsde uitstoot.

Voor het milieu is corona een zegen

Dankzij de verstoringen in de mondiale productieketens die worden veroorzaakt door de blokkades en brandgangen die Chinese en andere overheden hebben moeten aanleggen om de verdere verbreiding van het virus te voorkomen, wordt mijn min of meer abstracte kennis nu elke dag opnieuw gevoed met feiten die mij niet alleen dwingen de ogen te openen voor de onhoudbaarheid van ons productie- en consumptiesysteem, maar die mij ook een glimp opleveren van onze toekomst.

Zo wist ik niet dat tachtig procent van onze knoflook en gember uit China komt, waardoor de marktprijzen ervan met ruim twintig procent zijn gestegen. Dat het zeetransport van en naar China zo omvangrijk is dat in Chinese havens de niet-uitgeladen en halfvolle containers zich door het coronavirus opstapelen waardoor er elders tekorten ontstaan die de mondiale productieketens verder verstoren. Dat Nederlandse voedselexporteurs zijn aangewezen op koelcontainers die momenteel werkeloos op Chinese havenkades staan, waardoor ook hier transporten en leveranties tot stilstand komen. Dat de Rotterdamse haven en Schiphol zwaar worden getroffen door het inzakken van het aantal schepen en vliegtuigen uit China: 150.000 containers minder voor Rotterdam en tachtig à negentig procent minder vluchten uit Azië voor Schiphol.

Dat Amerikaanse productieketens, op die van Apple na, vooralsnog minder door het virus worden getroffen dan Europese omdat Amerikaanse multinationals na vier jaar Trump, en dus vier jaar handelsoorlog met China, hun ketens al grotendeels hebben verlegd naar andere regio’s. En dat de index voor de prijzen van scheepstransport, de Baltic Dry Index, door het stilvallen van het economische verkeer met China tot een dieptepunt is gedaald en er geen uitzicht is op verbetering.

Wat dertig jaar politieke strijd tegen globalisering, een mondiale financiële crisis, opkomend populisme en een hemelhoge stapel publicaties over groeiende ongelijkheden en toenemende milieuschade niet heeft weten te bereiken, lukt een enkele virusstam wel: piepend en krakend komt ‘gansch het raderwerk’ tot stilstand.

Het zou wel eens een voorbode van onze toekomst kunnen zijn: minder transport, minder productie, minder consumptie en vooral minder vervuiling. In ieder geval is sinds het uitbreken van de epidemie de lucht boven China opgeklaard. Voor het milieu is corona een zegen.


Lees ook: