Dennis Hopper in The Last Movie, 1971 © Areblos Films

Op de persconferentie voorafgaand aan zijn over-zichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam, in februari 2001, stelde Dennis Hopper zich voor als ‘Hi, I’m Dennis Hopper. I’m an alcoholic.’ Hij stond sinds 1983 droog. ‘Alcoholic’ was in zijn geval een understatement. In Hollywood, waar ze toch wel wat gewend zijn, was hij hors concours in zijn gebruik van drank en drugs en in de rampzalige gevolgen daarvan. Het aantal vechtpartijen en rechtszaken waar hij in belandde was ontelbaar, zijn huwelijken strandden, zijn kunstcollectie ging in vlammen op. Dat hij een begenadigde acteur was staat buiten kijf, maar hij was een echte klootzak op de set, en zijn imdb-filmografie zit dus vol marginale rotfilms en slechte tv-series.

Het hoogtepunt van zijn carrière was zijn betrokkenheid bij de film Easy Rider, in 1969. Dat de film er kwam was – zo schreef Peter Biskind in Easy Riders, Raging Bulls – min of meer een wanhoopsdaad van de filmstudio’s die in de jaren zestig het contact met de jongere doelgroep waren kwijtgeraakt. Hopper nam de regie over en ging met de productie aan de haal, zat dik onder de invloed te freaken met de camera op een kerkhof in New Orleans, dat soort dingen, maar tot ieders verbazing werd de film een succes: twee Oscar-nominaties en een Gouden Palm. Universal gaf hem de vrije hand voor nog een Easy Rider en dat, plus budget, plus Hoppers megalomanie (‘We’re a new kind of human being. In a spiritual way, we may be the most creative generation in the last 19 centuries’), plus cocaïne, was een recipe for disaster.

Die ramp is de film The Last Movie, nu te zien in het kader van het Rotterdams filmfestival. Hopper vertrok naar Peru om een verhaal te maken over een filmploeg, die een western maakt; na afloop maken de lokale bewoners ook een film, maar zij kennen het verschil tussen feit en filmfictie niet. Dat gold overigens ook voor de crew: het ontbrak de regisseur aan overzicht, script en richting, chaos regeerde, maar ach, nergens was cocaïne makkelijker te krijgen dan in Peru. De film werd uiteindelijk voltooid, maar is nooit in roulatie gekomen. The Last Movie is visueel fraai, maar verder onnavolgbaar en onbegrijpelijk; je kunt er een kunstwerk over het maken van kunstwerken in zien, of een film over het maken van film, maar het is toch vooral een monument voor het destructieve effect dat drugs op talent kunnen hebben. Hopper raakte na The Last Movie in een manische vrije val: de half-krankzinnige fotograaf die hij neerzette in Apocalypse Now is hij gewoon zelf.

Het kwam uiteindelijk goed. Hopper speelde toen hij eenmaal droog stond prachtige rollen in Blue Velvet en Hoosiers en regisseerde twee heel behoorlijke films, Out of the Blue en Colors. Ten tijde van de tentoonstelling in 2001 sprak ik hem. Hij was voorkomend, bescheiden, goedlachs, nuchter, een tikje verlegen. Hij had zijn kunstverzameling nieuw opgebouwd met prachtig werk van Basquiat, Schnabel en Longo en hij bewoonde een huis dat Frank Gehry voor hem had ontworpen. Van grote delen van zijn carrière kon hij zich niets herinneren.

The Last Movie _is te huur op iffr.com