
Kunstcentrum De Appel verdwijnt langzaam naar een niemandsland. Tussen een vierbaansweg, een nieuwbouwproject en een huizenblok waarin vooral bezorgmaaltijden worden bereid: ik loop langs Yummi Bowls en Mangi Mangi. De Appel bereik je achterom, iemand heeft een slaapzak achtergelaten onder een afdakje. Na het zien van de nieuwste film van Inas Halabi vallen die details extra op.
Halabi (Palestina, 1988) studeerde aan Goldsmiths in Londen en voltooide in 2019 De Ateliers in Amsterdam. Ze maakt films en geluidswerken over geweld dat zich zo langzaam voltrekt dat er geen cameraploegen zijn die het willen registreren. Het zijn kunstwerken die tijd vragen en tegelijk urgent zijn, het geweld duurt immers nog steeds voort.
In De Appel is een tentoonstelling met de titel After the Last Sky, een titel die komt van het gelijknamige boek van Edward Said uit 1986. Die titel komt uit een gedicht van de Palestijnse dichter Mahmoud Darwish, The Earth is Closing on Us, hij schreef: ‘Where should we go after the last sky? Where should the birds fly after the last sky?’
Er zijn drie kunstwerken te zien, gemaakt tussen 2019 en 2023, die soms ook weer uit meerdere delen bestaan. Verspreid over de grond in de grote zaal van De Appel liggen kussens met daarbij iPads, koptelefoons, elk met een nummer, van 1 tot en met 4. Op de koptelefoons zijn de zeven hoofdstukken te beluisteren van Hopscotch (The Centre of the Sun’s Radiance), het werk dat Halabi in 2021 maakte voor Europalia, het Belgische kunstfestival. Op de iPads regel je als bezoeker het geluid, en er staat, uitgeschreven, toelichting op de geluiden die je hoort. Je kunt het omschrijven als een radiodocumentaire, waarbij Halabi de luisteraar meeneemt vanuit de Belgische trein naar de geschiedenis van de Union Minière du Haut Katanga, de umhk, een Belgische onderneming die sinds 1906 lang de wereldmarkt domineerde op het gebied van uranium, vanwege de werkzaamheden in de grootste mijn in Congo. Het bedrijf had twee hoofdkwartieren, in Brussel en in Lubumbashi, toen Leopoldville. In België en in Congo zijn er gesprekken met voormalige en huidige medewerkers, die ieder hun eigen uitleg hebben over het werk dat ze deden. Je hoort het water klateren in de kopermijn, er zijn vogels op de achtergrond, machines, generatoren. En tussendoor rijden de treinen af en aan – precies zoals ze al sinds 1906 hebben gedaan. Wie online de film opzoekt, merkt dat het niet mogelijk is vanaf het begin te beginnen, de ramp, de effecten zijn immers nog altijd bezig.


Ook in de video We Have Always Known the Wind’s Direction (2019-2020) gaat het over de relatie tussen onder- en bovengrondse krachten, ditmaal op de Westelijke Jordaanoever. Het gaat over de mogelijk illegale opslag van nucleair afval in het zuiden van de Westelijke Jordaanoever. De beelden zijn net zo gefragmenteerd als de informatie over het gevaar dat de mensen lopen, er zijn landschappen te zien, onduidelijke putdeksels. Een kernfysicus ordent zijn bureau voordat hij zal vertellen over de gevaren van cesium-137. Halabi zegt van achter de camera roodfilters toe te voegen als de man het over hogere doseringen heeft. Pas nu valt het op dat er een rood filter is bevestigd op de pui van De Appel. In de kelder van het gebouw zijn dia’s te zien van hetzelfde landschap, ook hier is het rode filter niet weg te krijgen.
Het recentste project van Halabi is de film We No Longer Prefer Mountains uit 2023, en gaat over de Druzische gemeenschappen rond de berg Carmel. Als een Mount Fuji of Montagne Sainte Victoire is die berg de hoofdrolspeler in de anderhalf uur durende film. Het verhaal wordt verteld door de bewoners uit de omgeving, die elk in hun eigen huis, vanuit hun eigen geschiedenis vertellen over de uitputtingsslag die ze leveren. Halabi volgt een oudere man die vertelt over hoe de Druzen ooit, duizend jaar geleden, op die berg leefden, en altijd een kleine minderheid vormden in het land. Maar het Israëlische leger vaagde de dorpjes weg, nam driekwart van het grondgebied in, maakte er militair oefenterrein van of nationale parken. De gemeenschap woont verspreid in Dalyet el Carmel en Isfiya. De camera volgt de granaatappeloogst, rijdt de berg op en af. We komen binnen bij jongeren die praten over dienstplichtweigeraars, eten en muziek maken. De kat, die eerst languit op de bank ligt, springt als de mensen weg zijn op de tafel en begint aan het eten te likken. Er wordt over een staking gesproken, en over de mogelijke effecten die zo’n staking kan hebben. Bij elke rotonde rijdt de auto een extra rondje, alsof daarmee de grond toch weer iets losser zou worden.
After the Last Sky is tot 3 juni te zien in De Appel in Amsterdam. Hopscotch is ook online te ervaren.