In mijn kinderjaren voerden mijn klasgenoten een verbeten strijd over de vraag of Karl May beter was dan Arendsoog. Partijgenoten van de laatste voerden aan dat de avonturen van de eerste nooit echt gebeurd waren en dat kwam hard aan. De verdediging concentreerde zich dan ook geheel op de betuiging van het tegendeel en nooit kwam in ons op hoe zwak dat argument wel niet was. Niet alleen omdat het evenzeer opging voor de belevenissen van die andere western-held, maar vooral omdat de documentaire waarheid van een verhaal nooit een criterium voor leesgenot kan zijn.
Toch trof de aanval doel. Vader en zoon Nowee hebben Arendsoog nooit als meer dan een fantasiefiguur gepresenteerd. Maar hun Duitse tegenvoeter hield vast aan de echtheid van zijn held. Niet alleen mocht hij graag in diens huid kruipen voor een verbluft publiek van Duitse schooljongens. Hijzelf leek ook steeds vaster in die personifi catie te geloven, tot hij ten slotte Old Shatterhand geworden was en de gekte toesloeg.
Enige verwarring over dit spel van schijn en wezen kon ons, schooljongens als ook wij waren, moeilijk worden verweten. Met zon auteur sta je bij voorbaat zwak, te meer omdat de bewijslast terecht geheel op onze schouders rustte. De zwaarte daarvan was evenredig aan de mogelijke winst. Een avonturenboek dat waar gebeurd is, heeft per definitie een indrukwekkender gewicht, waartegenover elke Arendsoog-fantasie in de wind zou verwaaien. Dat althans dachten wij, partijgangers van Old Shatterhand, even edelmoedig op zoek naar waarheid als Winnetou.
Dit jeugddrama van feit en fictie heeft volwassen vormen aangenomen in de controverse rond de Amerikaanse schrijfster Norma Khouri. Forbidden Love, haar levensverhaal van eerwraak en vlucht uit haar geboorteland Jordanië, werd als verzinsel ontmaskerd, haar tweede boek zal niet meer verschijnen, en wat haar rest is een schuldbekentenis voor een Amerikaanse televisiezender.
Dat Nora Bagain (zelfs de naam Khouri was fictief) het risico van ontmaskering nam is beurtelings wél en niet te begrijpen. Hoe groot die kans was, kon zij weten sinds Rigoberta Menchú (in zekere zin haar Guatemalteekse lotgenote) betrapt werd op een al te grote vrijmoedigheid in het relaas van haar autobiografie. Maar zoals Karl May al wist, geeft juist het beroep op echtheid een verhaal een urgentie die de zaak, waarvoor beiden in het krijt wilden treden, verdient.
Als Khouri haar verhaal als fictie had gepresenteerd, had er geen haan naar gekraaid, maar juist een dergelijke onverschilligheid zou fnuikend geweest zijn voor de aandacht die het probleem zelf toekwam. Fictie moest strategisch wijken voor een werkelijkheid die des te indrukwekkender en vooral mobiliserender was. Aan de getuigenis van een vrouw met haar geschiedenis twijfelt men niet. Daarmee was het morele gezag van Forbidden Love bij voorbaat veiliggesteld, niet te evenaren door zelfs de verbluffendste fictie.
Het was hoog spel en Khouris val is navenant, maar de zaak waarom het haar ging is de grootste verliezer. Wat tot echtheid opgepompte fictie eerst won aan urgentie, verliest het tot fictie gedegradeerde probleem. Terwijl Khouri ontsluierd werd als een schrijfster die haar schrijfkunst onvoldoende vertrouwde om het te stellen zonder het realiteitseffect verschijnt de door haar beschreven werkelijkheid onwillekeurig als het verzinsel dat het boek nu juist wilde logenstraffen.
Met de roman, het fictionele genre bij uitstek, speelt men niet straffeloos. Onhoudbaar is de pretentie favoriet onder schrijvers met een smaadproces dat alles in een roman zich slechts als bedenksel laat lezen. Zelfs het meest fantastische verhaal bevat minstens driekwart realiteit, op straffe van onleesbaarheid. Even rampzalig is de werkelijkheidstravestie van wat wél verzonnen is. Tegen de ontmaskering daarvan is zelfs een literair meesterwerk niet bestand.
Hachelijk is het genre echter pas omdat tussen die twee geen duidelijke scheiding te maken valt. Iedere roman is op zijn eigen wijze hybridische faction. Als het erom gaat spannen, wijkt het literaire debat al snel voor het juridische. Of voor de private waanzin van de schrijver die zichzelf te zeer gelooft om nog te weten wie hij is. Karl May is er klaarblijkelijk nooit meer uitgekomen.