
Zelfs de gratis lunchconcerten in de onderdoorgang van het Rijksmuseum door studenten van het Haags Conservatorium zijn gewijd aan Nono’s opzienbarende, tegendraadse, ruimtelijke klanken. Hoogtepunt ongetwijfeld was de uitvoering van zijn grootse ‘tragedie van het luisteren’ Prometeo. Prometheus zou je de eerste rebel uit de wereldgeschiedenis kunnen noemen. In de Griekse mythologie ging hij in tegen het verbod van Zeus door de mensen het vuur te geven. Zeus strafte door hem aan een rots te laten ketenen waar een adelaar elke dag zijn lever uit kwam pikken. Zijn verhaal is door vele dichters en schrijvers verteld, als parabel voor de mensheid die naar kennis streeft, door Aischylos, Goethe, Hölderlin en Walter Benjamin bijvoorbeeld. Hun teksten worden in Nono’s werk geciteerd, maar er is geen boventiteling en er is ook geen tekst beschikbaar.
Wat overblijft, is een schitterend, groots werk, met twee dirigenten, verschillende muziekensembles, die in de ronde gashouder van de Westergasfabriek stonden opgesteld, een koor, verschillende solisten en moeilijke maar beeldschone muziek, vaak a capella gezongen, naar het einde toe steeds meer versoberd en verstild. Een daad van belang dat dirigent Ingo Metzmacher dit hier ter gelegenheid van de negentigste verjaardag van Nono mocht komen uitvoeren met symfonieorkesten uit Baden-Baden en Freiburg en André Richard, ruimtelijk klankontwerper die nog met Nono zelf heeft samengewerkt. Nono was communist, wilde revolutionaire muziek maken, voor de arbeiders en de vakbonden. Tja, nu kwam prinses Beatrix naar hem luisteren en de Amsterdamse elite. Het kan een voormalige rebel slechter vergaan.
Zoals Gavrilo Princip, de sympathieke, idealistische, onhandige, verlegen boerenjongen die min of meer toevallig op 28 juni met zijn pistoolschot niet alleen de Habsburgse troonopvolger en aartshertog Franz Ferdinand vermoordde, maar daarmee in feite ook het startschot gaf van de Eerste Wereldoorlog en alles wat daar in de twintigste eeuw op is gevolgd. Hij stierf aan tbc in een vochtige cel, nog voordat de oorlog die hij had ontketend ten einde was. Vijf mensen van de jonge, collectieve toneelgroep De Warme Winkel maken in het Holland Festival een voorstelling over hem in een enorme, leegstaande loods en halen hem vooral als persoon te voorschijn. Maar ook leggen zij de nadruk op hoe veel theatergroepen met de Eerste Wereldoorlog bezig zijn. Zij halen Princip hardhandig naar onze tijd.
Al direct aan het begin, door in heel precieze bewoordingen te vertellen hoe een aanslag op de koning, de koningin en de drie prinsesjes nu zou kunnen verlopen, inclusief alle bloedige details. Maar nog meer door een hele groep Gavrilo’s de woorden in de mond te leggen van Nederlandse Syrië-gangers van nu. Precies hetzelfde hulpeloze idealisme, dezelfde onwetendheid over wat je daden teweeg kunnen brengen en toch ook de hoop de wereldgeschiedenis te kunnen veranderen. Een verwarrend, soms rommelig maar aangrijpend en ingrijpend beeld van een eeuwige rebel, met inventief en soms ontroerend gebruik van levende videobeelden. De mensen van De Warme Winkel laten zichzelf ook als rebellen zien door voor dit festival niet anders te opereren dan ze anders doen. In die zin zijn ze zoals Nono aan het eind van zijn leven, rebellen met een vraagteken.
Gavrilo Princip, De Warme Winkel, t/m 27 juni in Amsterdam Roest, Van Gendthallen
Beeld: Gavrilo Princcip van De Warme Winkel (Sophie Knijff).