Twee Afghaanse Nederlanders wilden naar Syrië reizen, naar eigen zeggen om een transportbedrijfje op te zetten en te helpen in een weeshuis. Ook zij zijn veroordeeld. Volgens de rechter kun je je in Syrië niet onttrekken aan de oorlog.

Het zijn twee recente veroordelingen die laten zien dat de rechtbank in de jihadprocessen in Nederland nieuwe stappen zet. ‘Piketpalen’ noemde de landelijk coördinator terrorismebestrijding bij het Openbaar Ministerie, Ferry van Veghel, dat vorige week in een interview in de Volkskrant. Die piketpalen in de jurisprudentie zijn volgens hem hard nodig om de gewelddadige jihad af te remmen.

Nederland worstelt met het aanpakken van jihadsympathisanten. De vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst, vastgelegd in de grondwet, moeten burgers beschermen tegen de staat. Wie zegt IS te begrijpen moet dat straffeloos kunnen doen. Toen het CDA anderhalf jaar geleden dan ook het verheerlijken van terrorisme tijdens demonstraties wilde verbieden, kwam het zelf onder vuur te liggen.

Maar hoe kan een samenleving zich weren als het niet bij verheerlijken – met woorden – blijft, maar er ook hand-en-spandiensten worden verricht? Is het logisch als alleen de Syrië-ganger die daadwerkelijk de wapens oppakt wordt veroordeeld, maar niet degene die hem of haar daartoe aanzet of de strijder helpt?

Gerechtelijke uitspraken hebben inmiddels ook het ronselen voor de strijd in Syrië en Irak strafbaar gesteld. Bij de veroordeelden zou het volgens de rechtbank gaan om het stelselmatig rijp maken van de geesten voor die strijd, indirect via de sociale media, dan wel direct in contacten met derden. Het sturen van geld naar Syrië-gangers is dus strafbaar, ook als het om een relatief klein bedrag gaat aan een privé-persoon. En de rechtbank gelooft niet meer dat je in het door geweld verscheurde Syrië gewoon gaat wonen of op vakantie bent.

Bij die laatste twee uitspraken baseren de rechters zich op rapporten, opgesteld door deskundigen en de inlichtingendienst AIVD. Het rapport van de inlichtingendienst met de titel Leven bij ISIS: De mythe ontrafeld kreeg begin deze week, met het nieuws dat waarschijnlijk acht Nederlandse jihadstrijders zijn geëxecuteerd door IS zelf, een wrange bevestiging van de inhoud. Wie afreist naar het kalifaat krijgt volgens de AIVD te maken met scherpe onderlinge controle, het moeten zweren van absolute trouw aan de leider, executies, martelingen en verkrachtingen, en de onmogelijkheid het gebied te verlaten. Ook vrouwen die afreizen kunnen zich daar volgens de AIVD niet aan onttrekken. Het OM probeert ook hun hand-en-spandiensten strafbaar te stellen. Op zichzelf is dat consequent.

Maar het blijft zaak de grens tussen denken en doen uiterst zorgvuldig te bewaken. ‘Het radicaal zijn en over een scheidslijn heen gaan liggen soms dicht bij elkaar’, zei officier van justitie Van Veghel, daarmee zelf aangevend hoe complex dat in de praktijk kan zijn. De rechtsstaat mag geen slachtoffer worden van de strijd tegen IS. Daar kan niet vaak en indringend genoeg op worden gehamerd. Dat de aandacht voor de rechtszaken tegen terrorismeverdachten verslapt, zoals Van Veghel aangaf, is daarbij een slecht signaal.