Hoezeer hij zich hierin gesteund weet, blijkt uit een opiniepeiling voor Schepper en Co (NCRV). Eenderde van de Nederlanders gelooft niet dat de rechters in dit proces onafhankelijk zijn. Dat getal wordt lager - twintig procent - bij de vraag naar het vertrouwen in de onafhankelijkheid van de rechters los van de zaak-Wilders. Veertig procent van de 525 mensen die werden ondervraagd - waarmee deze enquête als representatief geldt - vindt dat het proces tegen hem nooit had mogen plaatsvinden. Twintig procent vindt rechters te links.
Een meerderheid van de Nederlanders is nog altijd neutraal of vertrouwt onze rechters in hun vonnis. De meting is bovendien gedaan op een historisch moment: een strafzaak tegen een politicus die inmiddels deel uitmaakt van een gedoogminderheidskabinet. Natuurlijk spelen er dan in de antwoorden emoties mee. PVV-aanhangers ervaren het als een diep onrecht dat Wilders zelfs in de rechtbank zijn woorden moet laten wegen. Dat veel rechtsgeleerden en justitie al van tevoren geen heil zagen in dit proces doet er niet toe. Zij behoren immers tot diezelfde kliek van de linkse kerk en de Haagse subsidiecultuur - het is één pot nat.
Daarom is deze uitkomst zorgelijk; het bevestigt een dieper gewortelde onvrede over het functioneren van de magistraten. Na het fortuynistische oproer tegen het Binnenhof is de ‘ivoren toren’ van de rechterlijke macht aan de beurt. Burgers roepen om hardere straffen (uit de peiling blijkt dat tweederde de wetten niet streng genoeg vindt) en tegelijkertijd beschuldigen ze rechters ervan geen oog te hebben voor de menselijke kant van de zaak. Daar is een reeks dramatisch uitgepakte strafzaken debet aan. Zeg Ina Post, Lucia de Berk, Schiedammer parkmoord, Puttense moordzaak en het beeld van dwalende, slapende of vooringenomen rechters is compleet. Op zoals Met De Noo het in de zaak-Lucia noemde, een old boys network, een toga-elite, en schrijver Maarten ‘t Hart: het 'gebefte geboefte’. Ook al gaat het in de rechtszaal meestal wél goed, deze bewoordingen werken door in de beeldvorming over de hele rechterlijke macht.
Sinds een jaar of vijf tracht de rechterlijke macht de hand in eigen boezem te steken. Onder meer werd de commissie evaluatie afgesloten strafzaken (Posthumus II) in het leven geroepen om omstreden gesloten rechtszaken te heropenen. Er wordt gewerkt aan een betere pr en rechters moeten helder - in gewone burgertaal - hun vonnis uitleggen. Wilders zelf denkt al jaren aan juryrechtspraak, maar daarin vindt hij geen weerklank. Het is in zijn geval bovendien nooit goed. Als hij straks vrijspraak krijgt, dan zal hij het niet uitleggen als zorgvuldige rechtspraak. Of zoals rechtsgeleerden zelf zeggen: dat dit proces bewijst dat het strafrecht geen geschikt middel is om omstreden uitspraken of een ‘foute’ mening tegen te gaan.