VOELT U NOG VERONTWAARDIGING opborrelen bij het bedrag van ruim elf miljard dollar, het bedrag dat de Amerikaanse bank Goldman Sachs onlangs opzij zette voor bonussen? Of maakt de bonusophef plaats voor bonusmoeheid?
Het zou een maar al te begrijpelijke reactie zijn gezien het verloop van de kredietcrisis. Eerst waren er de uiteenspattende zeepbellen op de huizenmarkt en in de derivatenhandel. Na de knal kwamen de bezweringen vanuit politiek en economie. Vooral geen grote verhalen, was het devies, en alstublieft geen Marx. Als het huis in de fik staat, moet eerst de brand geblust worden voor het over de verbouwing kan gaan.
Inmiddels heet het dat de brand geblust is. Maar nieuwbouw of renovatie staat niet meer boven aan de agenda, althans niet bij geredde banken als Goldman Sachs. Voor hen blijkt de schade beperkt. De bonussen stromen als vanouds. Maar de maatschappij, met wier belastinggeld het huis ten tijde van de brand gestut werd, staat er heel wat minder florissant bij.
Precieze cijfers ontbreken, maar de kredietcrisis zou achteraf gezien wel eens de grootste vermogensoverdracht in de geschiedenis kunnen zijn. Van onder naar boven, welteverstaan. Onder het mom van een terugkeer van het keynesianisme ontvingen banken de afgelopen twee jaar miljardensteun, stelden tal van landen steunfondsen in voor het bedrijfsleven en kreeg de auto-industrie met de slooppremie een boost. Om de markt weer zwarte cijfers te laten schrijven, staan staten nu dieper dan ooit in het rood. Het biedt rechtse partijen de komende jaren volop munitie om te pleiten voor verdere afbraak van sociale voorzieningen. Misschien wordt de WW verder uitgekleed. Langer doorwerken tot 67 jaar staat in elk geval op het verlanglijstje. De Duitse Bundesbank heeft al gepleit voor een pensioen vanaf 69 jaar.
Twee conclusies. Keynes is allerminst vanzelfsprekend links. En rechts is overduidelijk crisiswinnaar. Naomi Kleins Shock Doctrine is net te vroeg verschenen, want de kredietramp past naadloos binnen haar betoog dat neoliberalen ‘beter’ zijn in het naar hun hand zetten van crisissituaties dan hun tegenstanders, alle Verelendungs-theorieën ten spijt.
Bij zoveel cynisme ligt gelatenheid over het laatste bonusnieuws voor de hand. Dat zou zonde zijn. De afwikkeling van de crisis mag uitlopen op een teleurstelling, maar er zijn wel degelijk sprankjes hoop. Zo heeft de crisis de mythe doorgeprikt dat in een geglobaliseerde economie democratisch gekozen overheden niets te zeggen hebben over het bedrijfsleven. De neoliberale ideologie heeft verder aan geloofwaardigheid ingeboet.
Bovenal heeft de crisis een glimp laten zien van een tot voor kort nauwelijks voorstelbaar recept voor socialisme – zelfs in de Hollandse polder. Tegenover het verwaterde keynesianisme staat een vorm van linkse economische zero tolerance. Het idee is simpel. Private ondernemingen moeten vooral hun gang gaan. Maar zodra ze daarbij de maatschappij grote schade berokkenen, is het afgelopen.
Het kan niet zo zijn dat de winsten privaat zijn maar de risico’s publiek, zoals in het geval van de financiële sector. Omdat de kans op recidive groot is, moet zij definitief in publieke handen komen. Daar is niets dramatisch aan. De kredietcrisis heeft getoond dat nationalisaties niet duur hoeven zijn en niet gepaard hoeven gaan met grof geweld. Integendeel, de banken lagen op hun knieën voor de overheid. In zo’n geval is de uit Amerika bekende aanpak van criminaliteit van three strikes and you’re out nog te soft. Eén keer de samenleving aan de rand van de afgrond brengen is meer dan genoeg.