HET WAS 8 JUNI, de dag voor de verkiezingen. Mark Rutte was aanwezig bij de laatste vvd-persbriefing, voordat de kiezer hem tot fractievoorzitter van de grootste partij maakte. Wat Rutte zei? Hij wilde een snelle formatie. ‘Zestig tot honderd dagen formeren kan echt niet.
Het loopt anders. Inmiddels zijn we ruim drie maanden verder. Rutte zei ook het liefst een normaal meerderheidskabinet te willen. Ook dat loopt anders. Er komt een minderheidskabinet van vvd en cda met gedoogsteun van de pvv. Tenzij er nu voor de derde keer een kink in de kabel komt. Rutte keerde zich die achtste juni ook tegen de wens van een aantal partijen om na de verkiezingen eerst in het openbaar te debatteren over de gevolgen van de verkiezingsuitslag voor de formatie. Hij noemde dat onverstandig. Hij wilde een formatie 'met een normale rol voor de koningin’. Ook dat liep anders.
Volgens Rutte ligt dit alles niet aan hem. De stem van de kiezer maakte de uitslag zo ingewikkeld dat van snel formeren niks kon komen. Dat is maar gedeeltelijk waar. Want er zijn andere uitspraken van hem op diezelfde dag voor de verkiezingen die laten zien dat hij al die tijd maar één kant op wilde. Rutte zei dat hij ‘natuurlijk niet wil formeren met de pvda’ en dat ‘de paarse optie voor mij heel ver weg is’. Een kabinet over rechts, daar stuurde hij steeds op aan. Ook toen over rechts de eerste keer was mislukt en Paars-plus in het vizier kwam.
Omdat Rutte per se die kant op wil, is het aansturen op een normaal meerderheidskabinet ook geen prioriteit voor hem geweest. Als over rechts alleen kan met de gedoogsteun van de pvv, dan maar met een minderheidskabinet.
Dat de normale rol van de koningin niet uit de verf kwam, schreef Rutte vorige week toe aan ‘de ontwikkelingen’. Terwijl de koningin zich nog liet adviseren over de gevolgen van het afbreken van de onderhandelingen tussen vvd, cda en pvv, besloten deze drie dat ze toch weer met elkaar verder wilden. De opening daarvoor bood pvv-leider Geert Wilders, die in het plotselinge vertrek van cda-Kamerlid Ab Klink eerst geen, maar uiteindelijk toch wel aanleiding zag weer vertrouwen in het cda te hebben.
Rutte wil zo graag over rechts dat hij Wilders’ draai aangreep om zijn advies aan de koningin te herzien. Maar de man die hoopt de toekomstige minister-president van Nederland te worden, wist daarvoor geen koninklijke oplossing te vinden. De koningin moest het nieuws horen via de media, de Tweede Kamer die dacht te debatteren over de mislukte onderhandelingen moest het doen met een mededeling van Rutte die in minder dan dertig seconden was gedaan. Dat was een vernieuwing van de formatieregels die niemand nog had bedacht: zowel het staatshoofd als de Tweede Kamer werd buitenspel gezet.
Pas op interrupties van de oppositie werd Rutte tijdens dat Kamerdebat van vorige week langer van stof. Met zichtbare tegenzin overigens, alsof in een democratie alleen de macht van het getal - 76 in dit geval - telt en uitleg aan de kiezer en verantwoording voor keuzes niet nodig zijn.
Dat belooft wat voor de komende regeerperiode. Door alle strubbelingen in het cda over samenwerking met de pvv, de onverwachte wending in de formatie en de anti-islam-toespraak van Wilders in New York wordt bijna vergeten dat het nieuwe kabinet ook nog met een inhoudelijk regeerprogramma moet komen. Als dat met de forse ingrepen en bezuinigingen gepaard gaat die Rutte voor ogen heeft, is draagvlak creëren in de samenleving geen overbodige luxe voor een minister-president.
Toen de onderhandelingen twee weken geleden afbraken, lagen er volgens Rutte al plannen ‘waar rechts Nederland zijn vingers bij zou aflikken’. Het was om meer dan één reden een opvallende uitlating. Rutte bleef polariseren, ook al zag het er toen naar uit dat hij niet over rechts kon gaan regeren.
Nu het minderheidskabinet er alsnog lijkt te komen, is zo'n opmerking niet bevorderlijk voor het vertrouwen in hem bij een deel van de kiezers en niet voor de samenwerking met oppositiepartijen. Zei vice-president van de Raad van State en oud-informateur Herman Tjeenk Willink afgelopen maandag niet dat een minderheidskabinet juist moet investeren in de relatie met de niet-regeringspartijen in het parlement, omdat zo'n kabinet op zoek moet naar wisselende meerderheden? Als er dan toch zoveel naar het minderheidskabinet in Denemarken wordt gewezen deze dagen: daar wordt daarin wel veel tijd en energie gestoken.
Daarnaast suggereerde Rutte met zijn opmerking over het aflikken van de vingers dat de pvv zich op sociaal-economisch terrein al naar rechts had bewogen, oftewel dat Wilders zijn verkiezingsbeloftes op méér dan alleen het punt van de aow-leeftijd al had gebroken. Rutte zelf had twee dagen na de verkiezingen immers ook gezegd zo verbaasd te zijn dat de pvv als rechtse partij werd aangeduid. Hij vond het juist ‘een punt van zorg dat de afstand tot de pvv op sociaal-economische onderwerpen zo groot is’. Dat van die afstand was overigens een juiste constatering.
Als het regeerprogramma van het kabinet-Rutte er inderdaad een wordt waar rechts Nederland de vingers bij kan aflikken, dan heeft Wilders zijn kiezers op sociaal-economische punten in de kou laten staan. Haalt Rutte daarentegen zijn achttien miljard bezuinigingen niet, dan maakt hij zijn grootste struikelblok om afgelopen zomer Paars-plus te dwarsbomen zelf onwaarachtig.
Mocht deze formatie alsnog op inhoudelijke punten stuklopen, dan krijgt Tjeenk Willink gelijk, ook al werd hij daarom vorige week gehekeld. Dan is de geloofwaardigheid van Rutte aangetast. Wie zo uit is geweest op het aflikken van rechtse vingers is geen overtuigend minister-president van een kabinet met linkse vingers.