Het is een dubbelportret geworden van de belangrijkste presentatoren: Muna Abu Suleiman uit Saoedi-Arabië en Nadia Ahmad uit Koeweit. Ze representeren twee generaties. Muna, gescheiden moeder van twee tienerdochters, gesluierd, wonend in Ryadh, is al sinds begin het belangrijkste, meest vertrouwde ‘gezicht’ van ‘Kalam’. Dit ook letterlijk te nemen: haar make-up is altijd identiek gebleven. Nadia is jonger, vrijgezel, sluierloos en extraverter in kleding, opmaak en gedrag en trekt een jonger, moderner publiek aan. Muna is buitengewoon belangrijk voor de relatief brede acceptatie van het programma. Maar ook voor de effectiviteit: haar ingetogenheid weerhoudt haar niet van zelfbewuste polemiek in heikele zaken als religie, vrouwenrechten, echtscheiding, opvoeding.
We zien een uitzendingsfragment: discussie over de rechtszaak tegen een jonge vrouw, beschuldigd van ‘ondankbaarheid’. Aangifte was gedaan door haar vader: ze was zonder zijn toestemming de deur uit gegaan. Haar verweer (in een interview waarin ze onherkenbaar is gemaakt): vader sloeg haar. De uitspraak: zes maanden gevangenis en tweehonderd zweepslagen. In de studio aan tafel een gepromoveerde theologe: waarom de zweep, was gevangenis niet genoeg? Ook aan tafel een gepromoveerd jurist: waarom maar tweehonderd slagen? – het hadden er vierhonderd of zeshonderd moeten zijn. Een andere tafelgast, vrouw, barst in gelach uit – maar dan van de wanhopige soort: dit kan niet waar zijn! Gepikeerd vraagt de man of hij misschien eventjes verder mag: 1. de gevangenisstraf is haar kwijtgescholden; 2. uitgaan zonder mannelijke toestemming, dat is toch geen daad van een gelovige? Muna fel: en slaan is dat wel? Na afloop lachen Muna en Nadia in de kleedkamer hun verbijstering van zich af.
Ontroerend is een ander fragment. Ook Arabische televisie houdt van verrassingen: tijdens een uitzending verschijnt Muna’s vader in beeld en spreekt haar waarderend toe. Ze is totaal van slag. Hij is haar grote voorbeeld, intellectueel en moreel. Maar vooral: hij heeft niets met televisie, laat staan dat hij daarop zou willen verschijnen, laat staan dat hij daar zoiets persoonlijks zou zeggen. En de kijker begrijpt hoe belangrijk deze voor ons simpel lijkende daad van de vader is. Later, in een luxe winkelcentrum in Ryadh, wordt Muna, onbedekt gezicht, door talloze vrouwen, onbedekt en volledig bedekt, vol bewondering aangesproken – niet omdat ze van de tv is maar om waar ze voor staat. Iedereen wil een selfie met haar, waarop de meeste vrouwen naast haar dus onherkenbaar staan. Muna legt uit dat er langzame emancipatie is: meer vrijheid in sluierkeus en, bijzonder, ook mannen alleen komen nu in het winkelcentrum. Dat was voorheen vrouwendomein, waar mannen dus alleen in gezelschap van echtgenotes en dochters kwamen. Prompt vraagt een man om een selfie met haar. Ze weigert: ‘Dat mag ik niet van mijn vader.’
Muna, celebrity, wetenschapper, ambassadeur voor vluchtelingen, jong middelbaar, assertief, kan dat om meer redenen zeggen, maar in alle gevallen tekent het haar wereld. Waar het om draait is natuurlijk het belang van dit programma. Haar en Nadia’s doelstelling is ten diepste humanistisch: luister naar elkaar in plaats van verketteren. Ze zien de koran als bron van tolerantie. En allebei zijn ze voorzichtig optimistisch. Of willen ze dat zijn in deze zware post-Arabische-lente-periode. Muna benadrukt de lange termijn: alle vooruitgang kent stappen terug. Nadia en haar vriendinnen praten over mannen. ‘Buitenlanders zijn aardiger tegen vrouwen dan Arabieren’, zegt er een. ‘Onzin’, zegt een ander, ’alles hangt van de opvoeding door hun moeder af.’ Om lachend toe te voegen: ‘Negentig procent is slecht opgevoed.’
Bregtje van der Haak, Terug naar de Satellite Queens, VPRO Tegenlicht, zondag 19 maart, NPO 2, 21.05 uur