Hij noemde haar liefje en ‘mijn meisje’. ‘O, ik hou van je’, zei zij tegen hem. Louis Zamperini en Angelina Jolie leerden elkaar kennen aan het einde van zijn leven, toen zij een film over zijn ontberingen besloot te maken. Het was liefde op het eerste gezicht, zo bleek tijdens een gezamenlijk televisieoptreden. De charme, het wederzijdse respect en de dankbaarheid waren groot. Hij – toen al ruim boven de negentig – schonk haar als regisseur een meeslepend oorlogsverhaal. Zij gaf hem de aandacht en legitimiteit die hij zocht, door als grote naam in Hollywood een speelfilm over hem te maken.

Inmiddels is Zamperini overleden en Jolie’s film Unbroken draait sinds kort in de Amerikaanse en Nederlandse bioscopen. De vraag is of het levensverhaal van Zamperini hiermee verteld is op een eervolle manier; of de film zijn levensverhaal en het gelijknamige boek recht doet.

Over die vraag heeft Laura Hillenbrand zich niet uitgesproken. Haar boek uit 2010 diende als basis voor de film van Jolie, maar ze was niet betrokken bij het script. Als toonaangevende non-fictieschrijver in de Verenigde Staten schreef Hillenbrand Unbroken om antwoorden te vinden op andere vragen: waarom weten we zo weinig van het Aziatische front in de Tweede Wereldoorlog? Hoe kan het dat Zamperini’s verhaal als Olympische atleet en gemartelde Japanse krijgsgevangene nog niet is verteld? En, zoals ze mij zei in 2013: ‘Hoe kan iemand het onvergeeflijke vergeven?’

Op de eerste vraag hebben Hillenbrand, en nu Jolie, antwoord gegeven door onomwonden te vertellen hoe Zamperini tijdens de Tweede Wereldoorlog in Japan werd behandeld en mishandeld. Dat wordt door Japanse nationalisten niet gewaardeerd. Terwijl Hillenbrands boek weinig kritiek losmaakte, heerst in Japan woede over de manier waarop hun land nu in beeld komt. Een film kan soms bereiken wat een boek nooit lukt. Niet alleen vanwege de reikwijdte van Hollywood en Jolie, maar omdat een film emotionele impact heeft die het geschreven woord ontbeert.

Japanners maken zich al weken boos. Er zou geen bewijs zijn dat Amerikanen zo slecht werden behandeld, en de film moet worden verboden. Belangengroepen voor Amerikaanse oud-krijgsgevangenen slaan terug: het is tijd dat de slachtoffers van imperialisme en wreedheid eindelijk aandacht krijgen. Ook in Nederland klinkt die reactie. Een aantal bekende Nederlanders van Indische afkomst heeft een open brief op change.org ondertekend. Adriaan van Dis, Ernst Jansz, Wieteke van Dort en anderen vinden dat Unbroken juist in de Japanse bioscopen vertoond moet worden, zodat kan worden gezien en erkend hoe wreed de gevangenen in de kampen in Japan – en het toenmalige Nederlands-Indië – werden behandeld. ‘Hollywood slaat de plank vaak mis en vercommercialiseert dit soort verhalen’, zei Inez Hollander van The Indo Project, die in het Amerikaanse Berkeley woont. ‘Dat is nu niet gebeurd.’

Hillenbrand lijdt aan ME, een ongeneeslijke aandoening die leidt tot een verlammend vermoeidheidssyndroom. Ze komt haar huis nauwelijks uit. Wel kan ze haar twee passies uitoefenen in haar sobere werkkamer in Washington: schrijven en historisch onderzoek. Die kwamen al samen in haar eerste boek, Seabiscuit, waarmee ze in 2001 doorbrak. Dat ging over een renpaard dat Amerika in de jaren dertig in vervoering bracht. Zowel het boek als de film uit 2003 leidde tot lof en financieel gewin – zodat de schrijfster zich een decennium op haar volgende project kon richten.

Dat was Unbroken, de odyssee die in 2012 in het Nederlands verscheen als De Zamperini legende. Tijdens het archiefonderzoek voor Seabiscuit las Hillenbrand over een jonge atleet die tijdens de Grote Depressie evenveel troost en afleiding bood als het paard. Ook hij was snel en lichtvoetig. Ook hij had, als armetierig jochie op het criminele pad, een achtergrond waardoor roem niet voor de hand lag. Hillenbrand besloot uit te zoeken wie ‘Louie’ was. Haar eigen vader had gevochten om Europa te bevrijden, dus de belangstelling voor de Greatest Generation was persoonlijk.

Van de 35.000 Amerikanen die in Japan vast kwamen te zitten, haalde een derde het einde van de oorlog niet

‘De Tweede Wereldoorlog glijdt weg uit onze levende herinnering’, liet Hillenbrand in een e-mail-vraaggesprek weten toen ik voor de Volkskrant schreef over het boek. ‘We raken ons begrip kwijt van die catastrofe, van de immense offers en het doorzettingsvermogen van hen die de oorlog meemaakten.’ Het vertellen over hun ervaringen, zei Hillenbrand, is een manier om ‘onze enorme schuld’ af te lossen’: ‘Ik denk dat het belangrijk is om te onthouden hoe makkelijk de wereld weg kan zakken in tirannie, en hoe veel individuen en landen aan kunnen met toegewijd verzet tegen de donkere krachten van de geschiedenis.’

Ze wilde zich specifiek richten op het westelijk front. Vergeleken met Europa is er weinig bekend over de Pacific War, vond Hillenbrand, maar de strijd rond de Stille Oceaan was ‘net zo gruwelijk en net zo belangrijk als het conflict in Europa’.

Als kind van arme Italiaanse immigranten groeide Louie op met veel liefde en voortreffelijk eten. Maar zijn kattenkwaad grensde aan crimineel gedrag. Hij stal en vocht, rookte en dronk al voordat hij twaalf was. De politie van het Californische Torrance begon net haar geduld te verliezen toen oudere broer Pete optrad. Het was Pete die Louie min of meer dwong om te gaan hardlopen. Los van zijn latere bekering tot evangelisch christen was dit moment hét kantelmoment in zijn leven, vertelde Zamperini me toen ik hem ontmoette in een Californische kerk. Zijn tomeloze energie kreeg nu structuur op de atletiekbaan. Trainen vergde discipline, en het succes op de vijftienhonderd meter bleek verslavend te zijn. ‘Ik genoot van de aandacht en de waardering.’ De sport gaf zijn leven richting en betekenis.

Louie mocht naar de Olympische Spelen van Berlijn in 1936. Hij won niet, maar ontmoette zowel Jesse Owens als Adolf Hitler. De Spelen van 1940, in Tokio, zouden zijn zegetocht worden. De oorlog brak uit en Zamperini ging in dienst. De bommenwerper waarin hij boven de Stille Oceaan naar een verloren vliegtuig zocht, ging zelf verloren. Louie was een van de drie overlevenden. Na 47 dagen op zee, omringd door haaien, waren er nog twee. Na de honger en angst op zee was de blijdschap over de redding van korte duur. Had hij razende stormen en suïcidale depressies overleefd, nu was hij in handen gevallen van de aartsvijand die Pearl Harbor had gebombardeerd om zo Amerika de oorlog in te lokken.

In diverse gevangenenkampen ontdekten Louis en zijn medegevangenen dat het Japanse idee van eer niet opging voor de Amerikaanse gasten. Uithongering, slavenarbeid en marteling waren gewoon in de werkkampen. Het luidkeelse verzet van sommige Japanners tegen de speelfilm kan de kille statistieken niet verdoezelen. Van de 35.000 Amerikanen die in Japan vast kwamen te zitten, haalde een derde het einde van de oorlog niet, schrijft Hillenbrand. Ter vergelijking: van de Amerikanen die door de nazi’s en Italiaanse fascisten gevangen werden genomen, kwam één procent om.

Als lezer en kijker kun je je afvragen of de overlevenden van ‘Japan’ soms niet liever dood wilden. Hun behandeling was beestachtig. Hillenbrands vaders vertelde zijn dochter weinig over de oorlog. Zoals veel veteranen deed hij er liever het zwijgen toe. Maar hij was altijd dankbaar dat hij nooit als soldaat naar het Aziatische front was gestuurd, vertelde hij zijn dochter. ‘Nu begrijp ik dat pas’, vertelde Hillenbrand me.

Jolie volgt het verhaal dat Hillenbrand uitzocht; beide vrouwen twijfelen niet aan de betrouwbaarheid van Zamperini’s geheugen en de schat aan historische informatie die zijn herinneringen ondersteunt. Voor Jolie is de onbetwiste heldhaftigheid van Zamperini-de-gevangene de climax, waarmee zij haar film afsluit; zo krijgt de Japanse ellende alle aandacht. In Hillenbrands boek zijn we dan pas halverwege. Dat Louie ongebroken blijft, blijkt pas echt wanneer de verschrikkingen achter hem liggen. Alcoholisme, schuldgevoelens en depressie dreigen alsnog tot een vroegtijdige dood te leiden. Dan ontmoet Zamperini de geestelijke Billy Graham, die net begint door te breken als ‘Amerika’s dominee’. Onder invloed van zijn diepgelovige vrouw wordt Louie een born-again christen. Tot het einde van zijn leven zal hij God en kerk trouw blijven.

Volgens de hoofdpersoon zelf was dat zijn redding. Zamperini ging later terug naar Japan, niet alleen om in 1980 alsnog de Olympische fakkel te dragen, maar ook om zijn beulen te vergeven. Juist dat was wat Hillenbrand fascineerde, terwijl Jolie het niet eens opmerkt. Vergiffenis is cruciaal, zei Zamperini. De bijbel vertelt het en hij ervoer dat het waar was. ‘Cruciaal, niet voor de dader, maar voor het slachtoffer’, zei hij. ‘Haat is funest voor degene die haat. Vergiffenis brengt genezing.’ Daardoor kon hij verder leven – 55 jaar getrouwd zijn, kinderen opvoeden, jeugdkampen opzetten, en zijn verhaal vertellen met de hulp van Hillenbrand, die hij ‘mijn engel’ noemde.

Het rennen redde hem als jongen, het geloof hielp Louie om terug te deinzen voor de rand van de afgrond. Dat Jolie dit element negeert, stelt haar open voor de kritiek van lezers en recensenten die Zamperini’s geschiedenis kennen. Het is alsof zij Jezus’ levensverhaal vertelt zonder de wederopstanding te noemen. Daarmee is antwoord gegeven op de vraag of Jolie met haar film doet wat ze voor ogen zei te hebben: eer doen aan Louie. Voor wie het boek kent, is het antwoord nee. Wat niet wegneemt dat Jolie ons – en Japan – een dienst bewijst door met een emotionele film de collectieve herinnering aan de Japanse wreedheden in leven te houden.

Om te begrijpen hoe Louie zijn hele leven bleef dienen als ‘bron van licht’ moet je echter niet bij Unbroken-de-film zijn. Daarvoor is Hillenbrand de bron. Dat vond Zamperini zelf ook. ‘Ik ben maar een gewone jongen uit Torrance’, zei hij. ‘God had altijd een doel voor me, maar ik wist niet wat het was totdat Laura het boek schreef.’


Unbroken draait in de bioscopen


Beeld: Universal Pictures International Netherlands.