De ontmoeting mondde uit in vriendschap en een documentaire. Over de gebroeders Angulo, hun zusje en ouders, wonend in een achterstandsbuurt in Manhattan. Waarbij ‘wonen’ tot kort daarvoor een eufemisme was voor ‘gevangen zitten’, want vader Oscar had de huissleutel en moeder Susanne en de kinderen mochten niet naar buiten: slechte buurt, gevaar.

Moeder gaf huisonderwijs. Die twee waren elkaar tegengekomen als backpackend hippiemeisje uit Michigan en Peruviaanse gids bij Inca-stad Machu Picchu. Oscars spiritualiteit beperkte zich niet tot de ‘eigen’ indiaanse cultuur: onder de indruk van Krishna die bij elk van zijn vrouwen tien kinderen verwekte koos hij tien Sanskriet-namen voor zijn beoogde nageslacht. Het werden er zeven, van Mukunda en Bhagavan tot dochtertje Visnu. Susanne verbrak alle banden met haar familie. Ze wilden naar Zweden maar bleven steken in New York. Oscars vrijheid bewijst hij door niet te werken. In een deel van zijn bizarre wereldbeeld lijkt hij op ultrarechtse Amerikanen die de overheid als absolute vijand zien; anderzijds lijkt hij beduidend vreedzamer, zelfs als hij dronken is.

Een bizar grotestadsverhaal waar niet meteen een documentaire in te zien valt. Maar de uitdossing van dit wolvenroedel broers bij hun eerste ontmoeting met Moselle is de sleutel tot een fascinerende film. Ze gingen gekleed als de personages in Tarantino’s Reservoir Dogs. Tot voor kort opgesloten in huis kenden ze de wereld louter van de eigen videotheek van vijfduizend films. Waarvan ze favorieten keer op keer bekeken, dialogen uitschreven, kostuums en rekwisieten namaakten. En die ze uitgebreid naspeelden en -spelen: The Dark Knight, Halloween, Pulp Fiction. De paradox is gigantisch: zo dreigend als de jongens ogen, zo zachtaardig zijn ze; zo liefdevol als ze met elkaar en moeder omgaan, zo angstaanjagend lijken hun shoot-outs met kartonnen wapens.

Ze zijn bang gemaakt voor de buitenwereld en de moed van de oudste om vader te trotseren en naar buiten te gaan is ongelooflijk. Wel doet hij dat met een zelfgemaakt masker voor en wordt hij al gauw aangehouden om kort in een psychiatrische inrichting te belanden. Waarna hij en zijn broers een psychologe toegewezen krijgen, aan wie ze niets zeggen te hebben (over gevoelens praten lukt niet), maar dankzij wie ze wel de digitale wereld leren kennen. En doordat de macht van vader is gebroken trekken ze ook de reëel bestaande wereld in. Individueel leer je ze niet goed kennen. Wel krijg je de indruk dat de een dieper beschadigd is door de zieke gezinsconstellatie dan de ander, en dat er akelige dingen zijn gebeurd waarover ze niet kunnen praten. Maar de hoop ligt in hun deels collectieve, deels individuele ontplooiing buitenshuis. Ontroerend is hoe Muruka niet alleen werk vindt bij een filmproductiebedrijfje, maar ook een echte film maakt. Met prachtige zelfgemaakte props en met een verrukkelijk meisje van vlees en bloed. Van buiten.


Crystal Moselle, The Wolfpack, VPRO 2Doc, maandag 13 juni, NPO2, 20.25 uur

Beeld: Documentaire The Wolfpack, de zes zoons van de familie Angulo. Regie Crystal Moselle (VPRO)