
Een overweldigende hoeveelheid rood-gele lichtreclames voor Chinese restaurants domineert het toneelbeeld. En midden op de vloer staat ook nog een buitenmaats wit blok: de balie. De actrices Charlotte Ha en Wei Ling Wan-Im nemen telkens een nieuwe positie in, waarbij die massieve blokken altijd tussen hen in staan. Zo verbeeldt deze voorstelling hoe het leven van een moeder en een dochter bepaald zijn door het Chinees-Indische restaurant waar moeder altijd aan het werk was en de dochter in opgroeide. De keren dat de twee actrices fysiek dicht bij elkaar komen, is als Ha even een Nederlandse klant speelt die bij de moeder achter de balie een bestelling komt opnemen. Waarbij de moeder, die in de voorstelling Chinees spreekt dat via een lichtbak wordt vertaald, het restaurant-Nederlands dat ze beheerst ten beste geeft.
Charlotte Ha, die dochter Happy vertolkt, vertelt in een podcast van Theater Bellevue dat ze door de media-aandacht voor Happy Holland pas besefte wat het belang ervan is. Het is de allereerste Chinees-Nederlandse voorstelling ooit. ‘Er is een behoefte van Chinese Nederlanders om hun verhaal verteld te zien worden.’ Die behoefte lees je af aan het publiek in Bellevue, waar Happy Holland, een co-productie met Rose Stories, begon als Lunchtheater-voorstelling en nu in de uitverkochte grote zaal staat. Alle drie de makers, schrijvers Sun Li en Tjyying Liu en regisseur Char Li Chung, zijn ‘restaurantkinderen’. Het ontroerende, kleine verhaal dat zij ten tonele brengen, gaat over de universele moeite van kinderen om hun ouders als individuen te zien met een persoonlijke geschiedenis en eigen dromen en verlangens. Specifieker gaat het over het schuldgevoel van kinderen met migrantenouders die voor hún toekomst hun moederland verlieten. Maar bijzonder is dat het twee figuren die Nederlandse bezoekers van Chinese restaurants alleen van een afstandje uit een cliché-situatie kennen, heel dichtbij brengt.
Happy begint als een aandoenlijk boos kind. Ze haat het restaurant dat zij als meisje als een rijk verguld paleis zag, maar waar zij en haar moeder eigenlijk alleen maar de bedienden waren. Ze is zich gaan schamen voor haar moeder, die in de ogen van haar vrienden een vreemd vrouwtje is. En nu het restaurant is gesloten, omdat het is ingehaald door hippere eetgelegenheden, worstelt Happy met de verantwoordelijkheid die ze voelt om haar ouder wordende moedertje in huis te nemen. Pas als haar moeder, een geestige pittige verschijning, aan het begin van de voorstelling op vakantie gaat naar familie in Hongkong, kan ze haar zien als een individu. In hun telefoongesprekken, gevoerd terwijl ze elk aan een andee kant van het toneel zijn, ontstaat voor het eerst voorzichtig ruimte voor hun wederzijdse liefde en voor moeders eigen verhaal. Maar de mooiste woorden die de moeder tegen haar dochter spreekt, zegt zij in het antwoordapparaat als Happy – moe van hun korte, moeizame gesprekken – ervoor kiest om de telefoon niet op te nemen.
Tot 9 juni in Theater Bellevue, Amsterdam, in januari komt een herneming