De AIQ meet de verdeling van de jaarlijks geproduceerde toegevoegde waarde in de private sector tussen werknemers (arbeid) en de eigenaren van de productiemiddelen (kapitaal). Ging eind jaren zeventig nog bijna negentig procent naar de factor arbeid, vanaf het Akkoord van Wassenaar in 1982 zette een geleidelijke daling in. Tijdens de crisis zakte de AIQ kortstondig naar 72 om sindsdien te stabiliseren op rond de 73/74 procent.

In andere landen is het niet anders. De VS, het VK, Duitsland, Frankrijk: overal is de AIQ gedaald van 75 tot 80 procent eind jaren zeventig, naar gemiddeld 65 procent nu. In 35 jaar tijd zijn werknemers pakweg 15 procentpunten misgelopen van de toegevoegde waarde die zij produceren. Vrij naar Marx: wereldwijd is de ‘exploitatiegraad’ fors gestegen.

De oorzaken zijn bekend. In reactie op de winstgevendheidscrisis van het grootbedrijf in de jaren zeventig hebben hun politieke vrienden (Reagan in de VS, Thatcher in het VK, Lubbers in Nederland) een juridische infrastructuur opgetuigd die de bewegingsvrijheid, en daarmee de onderhandelingsmacht, van de factor kapitaal revolutionair heeft vergroot. Het heet met een lelijk anglicisme ‘globalisering’, en is net zo ‘natuurlijk’ als het broeikaseffect. Samen met forse subsidies op stookolie en de standaardisatie van het stukgoederenvervoer (containers) heeft het geleid tot de ‘ontwijkingsglobalisering’ van nu. Ontwijken van belasting, ontwijken van toezicht, ontwijken van milieu-eisen, ontwijken van arbeidskosten, ontwijken van dierenwelzijn. Alles voor de aandeelhouder.

De gevolgen zijn bekend. Daardoor groeien de reële gezinsinkomens al decennia niet meer. Daardoor zijn de winsten van multinationals de pan uit gerezen. Daardoor zijn de kasreserves van het grootbedrijf ongekend hoog. Daardoor bevinden de bedrijfsinvesteringen zich op een dieptepunt. Daardoor weet het grootbedrijf niets beters te verzinnen dan eigen aandelen terugkopen of andere bedrijven overnemen. Daardoor stijgen overal de inkomens- en vermogensongelijkheden. Daardoor warmt het klimaat op en stijgt de zeespiegel.

Stemmen op de PPV is een stem voor je uitbuiter

Als je dit een probleem vindt, zijn er in principe twee mogelijkheden. Beide beogen herstel van het machtsevenwicht tussen kapitaal en arbeid. De eerste is de bewegingsvrijheid van de factor arbeid vergroten. Dat is zeg maar de D66-oplossing: meer Europese integratie, meer arbeidsmigratie, meer vrijhandel, en vooral veel mobiliserend onderwijs. Op papier ziet het er prachtig uit. In de praktijk is het een herbivore draai aan hardvochtig neoliberalisme. Jaarlijks verkast in de Europese Unie minder dan twee procent van de bevolking: mensen zijn nu eenmaal honkvast. Terwijl de hoogst opgeleide generatie ooit aanhikt tegen een werkloosheid van twintig procent; wat nou scholing loont?

De andere optie is de bewegingsvrijheid van de factor kapitaal inperken. De Bernie Sanders-oplossing. We hebben net een crisis gehad, die heeft geleerd dat financiële globalisering uitermate schadelijk is. Nationalisering van bancaire geldstromen door grensoverschrijdend kapitaal te belasten zou een remedie kunnen zijn. Hetzelfde geldt voor de uitwassen van de ‘ontwijkingsglobalisering’: stop belastingontwijking; verhoog de transportkosten genoeg om de handelsstromen gemoeid met ontwijking (pakweg de helft) te stoppen; stop TTIP; en dwing multinationals hun rommel op te ruimen. Niet de aandeelhouder, maar mens, dier en milieu moeten centraal staan.

Helaas spitst het politieke debat in Europa zich toe op de eerste optie. Ook in Nederland domineert de rechts-populistische kritiek op de globaliseringsutopie van D66 het publieke debat. Het is zeg maar de PVV-oplossing. Met empirisch krankjorume uitlatingen over ‘tsunami’s van vluchtelingen’ en de ‘islamisering van Nederland’ wordt ‘globaliseringsverliezers’ een politiek placebo verkocht. Grenzen dicht verergert de terechte sociaal-economische zorgen alleen maar in plaats van dat ze worden geadresseerd. De factor arbeid opsluiten zonder de factor kapitaal een strobreed in de weg te leggen, is namelijk een vrijbrief voor ongebreidelde uitbuiting. Het grootbedrijf lacht in zijn vuistje, Marx draait zich om in zijn graf.

Ik heb de PVV nog nooit op zinnige kapitalismekritiek kunnen betrappen. Sterker, de partij is belastingontwijkingskampioen bij uitstek en TTIP-fan par excellence. Stemmen op de PVV is een stem voor je uitbuiter. Wie maakt dit de sympathisanten van de PVV nou eindelijk eens duidelijk? Wie gaat de langverbeide confrontatie aan met deze valsemunters? Wie redt de populistische revolutie?