Tot ongenoegen van reguliere geleerden creëerde de Universiteit van Amsterdam twee jaar geleden de buitenissige leerstoel geschiedenis van de hermetische filosofie. Ondanks protesten binnenskamers laat het universitaire establishment zich niet uit het veld slaan. Aanstaande maandag krijgt de zakenman en verzamelaar van allerhande hermetica philosophica Joost Ruben Ritman een prestigieuze onderscheiding van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. De Akademie lauwert hem vanwege zijn bijzondere verdiensten voor de bloei van de wetenschap.
Voor Ritman is die bloei een neveneffect van zijn daden als mecenas. Zijn doel is de verspreiding van de leer van de hermetische filosofie, zoals die is neergelegd in het zogenoemde Corpus Hermeticum,een aantal korte traktaten uit de eerste en derde eeuw na Christus, naar verluidt geschreven door Hermes Trismegistus. Deze tijdsaanduidingen geven het al aan: Trismegistus, ofwel Hermes de driewerf-grootste, is een mythische figuur, een assimilatie van de Griekse god Hermes en de Egyptische god Thot. Aan hem wordt onder meer de gevleugelde uitspraak toegeschreven: God is een oneindige bol waarvan het middelpunt overal is, en de omtrek nergens. De geschriften vormden in de Middeleeuwen belangrijke leerstukken voor alchemisten, kabbalisten, Rozenkruisers (Ritman is er zelf een), en andere denkers die leefden ver vóór de tijd en de geest van de Verlichting. Voor verlichte zielen maakten ze bij uitstek deel uit van het te bestrijden vooroordeel. Niet voor niets: de hermetische religieus-filosofische denkwijze erkent de intuïtie als belangrijkste bron van kennis. Flauwekul dus, naar strikt wetenschappelijke criteria.
Maar niet voor de gelauwerde. Op de dag van zijn zestiende verjaardag raakte Ritman tijdens een bijeenkomst van Rozenkruisers in de ban van de schat van het licht, zoals hij het zelf placht te noemen. De jonge Rozenkruiser begon direct met het lezen en verzamelen van de bronnen van het licht en schiep de grootste thematische bibliotheek ter wereld op het gebied van de middeleeuwse mystiek, hermetica en alchemie. De Bibliotheek is sinds 1984 opengesteld voor het publiek en is volgens Ritman de uitgelezen plek voor wie verder wil kijken dan het eenvoudige getokkel van de vijf zintuigen. Zoals Umberto Eco, die er maanden vertoefde ter voorbereiding op het schrijven van zijn best seller In de naam van de roos.
Ritman bekostigde zijn jaren lange verzamelwoede met de winsten uit zijn bedrijf De Ster, een firma in wegwerpservies voor luchtvaartmaatschappijen. Tot 1993. Toen ging de zaak failliet en liet ING beslag leggen op Ritmans firma en verzameling. Een jarenlange strijd begon, die regelmatig het nieuws haalde, omdat ING de Ritman-collectie dreigde te verkopen. Uiteindelijk kreeg Ritman de bibliotheek terug, omdat ING 250 miljoen euro binnenhaalde met de verkoop van het bedrijf.
Ritman beschikt inmiddels weer over genoeg geld om als gulle gever grote giften te doen, in de hoop dat de mensen de universele wijsheden van de hermetica oppikken. De reguliere wetenschap is ontspoord, zo verklaarde hij onlangs.
Critici menen dat dit juist geldt voor de hoeder ervan, de universiteit. Ritman zal het een zorg zijn. Maandag zal zijn licht, eeuwenlang aangezien voor duisternis door zowel universitairen als kerkelijken, voor even schijnen op de katheder van de rede. In de wetenschap dat ze nu ook daar op zoek zijn naar de heilige graal.