Robert Mugabe, de ex-president van Zimbabwe die vrijdag in Singapore overleed, was een eenzame, zonder vader opgegroeide boekenwurm, wiens fanatiek christelijke moeder hem op een voetstuk plaatste. Mede daardoor ontwikkelde hij zich tot een overgevoelige en zich onbegrepen voelende potentaat. Hij was ‘een jongen in het lichaam van een oude man’, die ‘niet kan omgaan met afwijzingen en vernederingen’. Zo beschreef Heidi Holland hem, toen ik haar sprak over haar biografie Dinner with Mugabe (2008).

Een perfecte illustratie daarvan was wat de tabaksboer Alex van Leenhoff meemaakte. Het was begin 2000, en hij was met honderden andere witte boeren uit de provincie Mashonaland West opgetrommeld om toegesproken te worden door Mugabe himself. Op tafel lag een programma om de scheve eigendomsverhouding aan te pakken in het land, waar 4500 witte boeren bijna alle vruchtbare grond bezaten. Het was nog vrij gematigd: wie meer dan één boerderij had, moest die afstaan aan de regering, die de grond zou herverdelen onder zwarte, landloze boeren. ‘Als jullie niet meewerken met het beleid van one farmer‚ one farm nemen we jullie overige boerderijen af’, zei Mugabe op strenge, zakelijke toon.

Een van de rijkste ondernemers‚ die twaalf boerderijen bezat‚ stond op en zei: ‘Mister Mugabe‚ just you try.’ ‘Het was totaal respectloos’, vertelde Leenhoff me. ‘Ik zag Mugabe’s gezicht grauw worden van woede. Hij draaide zich om en liep weg. De bijeenkomst was voorbij en ik dacht: nú komen er problemen.’

Kort daarop begon de gewelddadige campagne waarbij in twee jaar tijd praktisch alle witte boeren met geweld werden verjaagd van al hun grond, zonder financiële compensatie. ‘De boer die toen het woord nam, werd als een van de eersten onteigend’, vertelde Leenhoff. De campagne was wat later officieel de ‘versnelde landhervorming’ ging heten: door groepen ‘oorlogsveteranen’ begonnen landbezettingen, die Mugabe om politieke redenen had omarmd. Een nieuwe oppositiepartij, de mdc, groeide in die jaren als kool, door onvrede in het land over de grote werkloosheid, de vele corruptieschandalen en de dure deelname van Zimbabwe aan de oorlog in Congo. Met gratis land voor landloze boeren wilde Mugabe zijn achterban paaien. Maar door de operatie kwam de economie in een vrije val terecht, waarvan het land nog altijd niet is hersteld.

De welvarende witte boeren vormden destijds de ideale zondebok. Maar dat was niet altijd zo geweest. Mugabe had als guerrillaleider jarenlang tegen Ian Smiths blanke minderheidsbewind gestreden, in wat toen nog Rhodesië heette. Na een vredesakkoord en de eerste democratische verkiezingen van 1980, dik gewonnen door Mugabe’s partij, had de kersverse premier de witte bevolking echter de hand gereikt. ‘Terwijl ik gisteren tegen je streed als mijn vijand, ben je vandaag mijn vriend geworden en bondgenoot, met dezelfde rechten en plichten als ikzelf’, was een beroemde strofe uit zijn verzoeningsspeech.

De economie kwam in een vrije val, waarvan ze nog niet is hersteld

Zelfs Ian Smith, die in het land was blijven wonen, was ervan onder de indruk. Vlak na zijn aantreden had Mugabe hem bij zich geroepen. Hij prees het ‘juweel van Afrika’ dat hij van Smith had geërfd, met zijn goede infrastructuur en krachtige economie, en verzekerde hem dat in stand te willen houden. Smith dacht even te hallucineren, vertelde hij in 2000 in zijn huis in Harare. ‘Mugabe heeft zich na de onafhankelijkheid achttien maanden gedragen. Ik sprak hem vaak en altijd bedankte hij me dat ik mijn ervaring wilde delen.’

Voor de zwarte bevolking was de regering-Mugabe in eerste instantie een zegen. Overal kwamen klinieken en scholen, waardoor Zimbabwanen nog altijd hoger zijn opgeleid dan bewoners van de buurlanden.

Van nabij kon Mugabe ook indruk maken. Een ex-agent, ooit belast met Mugabe’s beveiliging, vertelde me bewonderend hoe de president zich voorbereidde op een speech in een provinciestad. Hij sprak eerst met lokale professionals uit de zorg, het onderwijs, de politie en de gemeenteraad, de hele tijd aantekeningen makend. ‘Hij was superscherp. In zijn toespraak daarna gebruikte hij bijna alles wat iedereen hem had verteld. Daardoor leek het of hij precies wist wat er lokaal speelde.’

Maar begin jaren tachtig had Mugabe al aangetoond dat aan de macht blijven zijn hoogste prioriteit had. Zijn regering liet de in Noord-Korea getrainde Vijfde Brigade huishouden in Matabeleland, het bolwerk van de rivaliserende partij Zapu, waarbij zeker twintigduizend Ndebele werden gedood. Later kwam er het geweld tegen mdc-aanhangers bij – tijdens de verkiezingscampagne van 2008 stierven er zeker tweehonderd.

Pas vanaf 2014 begon Mugabe’s neergang in zijn eigen partij, toen hij zijn veertig jaar jongere vrouw Grace, zijn ex-secretaresse, naar voren schoof als machtsfactor. Tot die tijd was ze vooral bekend om haar winkelvakanties in verre hoofdsteden – ‘Gucci Grace’ en Zimbabwe’s ‘First Shopper’ waren haar bijnamen. Maar Grace ging in 2017 campagne voeren tegen toenmalig vicepresident Emmerson Mnangagwa, die ze ervan beschuldigde een coup tegen Mugabe te beramen. Nadat Mugabe hem om die reden ontsloeg, schoot het leger Mnangagwa te hulp en dwong het Mugabe in november 2017 af te treden.

In Kenia gingen deze week de vlaggen halfstok, om de vrijheidsstrijder te eren die Mugabe ook was. Maar het is de machtshonger, het geweld en de latere economische neergang, waardoor hij vooral herinnerd zal worden.